240 likes | 364 Views
Camino de Santiago In dicht en ondicht. De weg is wreed en hard Kuilen met scherpe randen Hoe anders ben jij, Camino In je naam de zachte klanken In je mensen zingt ons hart. Hemel Telkens weer spleet hij open in een gapende diepte van eindeloos blauw
E N D
Camino de Santiago In dicht en ondicht
De weg is wreed en hard Kuilen met scherpe randen Hoe anders ben jij, Camino In je naam de zachte klanken In je mensen zingt ons hart .
Hemel Telkens weer spleet hij open in een gapende diepte van eindeloos blauw Zijn witte rotsen wezen met hun punt naar de eeuwigheid. Ragfijne sluiers weenden om zoveel gemiste kansen daar benee…
Maar daar stond een leeuwerik aan het firmament. Hij bad en fladderde vergeving over ons heen … Welgemutst vloog hij plots weg en verdween in de richting van een glimlachende God.
Mijn op de proef gesteld hart, wat een vreugde heb je moeten trotseren! Je was ook zó gauw bewogen… bij de voortdurende onderdompeling in mateloze schoonheid… Bij de roes van kleur en geur Bij de vriendschap van mensen uit heden en verleden Bij het geluk de steun te voelen van thuis… Ik voel je ja-kloppen en zeg je nogmaals dank!
In Van Gogh-koren stond een ranke droom van biddende steen… De nog gloeiende avondzon weergalmde tussen opalen bogen. Diffuus licht met gulle hand door God gestrooid. Cicaden bezongen oorverdovend de stilte. De zware geur van rijpend koren en vlammende brem. Eindelijk kon ik je met eigen ogen zien, Eunate… en baden in je schoonheid na die zware Pyreneeëndag.
Puente la Reina Brug tussen verleden en levend heden… Aan de overkant van de Arga leunen oeroude huizen uitgeput tegen elkaar. In de zoelte van de zomeravond zingt nog een enkele vogel; Insecten zoemen glinsterend in het licht van de maan. Hier vonden zó velen vóór ons ook de vrede en de kracht om verder te gaan.
De gele einder week en week. Het gulzige rood van papavers laafde even de stroperige hitte. In het majestatisch landschap een amechtig okeren dorp. Deinende schapen blaatten rond een smeltende herder; de hond was te lui om te kwispel- staarten. Hete wind joeg terra-cotta stof op uit de richting van Castrojeriz. Een laatste hijgende helling … Ineengekrompen van ellende over de fiets hangend tegen de muur van Santa Maria del Manzano … Nog 500 gloeiende meters naar de lavende taberna … en toen … was alles weer goed .
CRUZ DE HIERRO Kathedraal van losse keien Ruwhouten stam van roestijzeren kruis Mijn ziel hevig bewogen Bij jou kwam ik eindelijk thuis
Zwerver in naam van zo velen Lasten afwerpend in hun naam Bevrijd van wat ze zelf hadden gekozen Om samen – zo licht - naar Santiago te gaan
Villafranca del Bierzo Zachtjes omarmd door romaanse bogen, kijk ik met gebalsemd hart naar de PUERTA DEL PERDON Duizend jaar pelgrimsstrompeling polierden je granieten drempel… spiegel van menselijke hulpeloosheid en hoop. Door een glasraam viel een stille straal. De schelp op de hoed van Sint-Jacob lichtte op. Wij geloofden er samen weer in…
O’ Cebreiro In het weidse landschap van groen naar blauw pastel stond een palozza met rieten dak vlakbij de Kerk van het Wonder die menige pelgrim bereikt als een wrak…
Maar hier was hij aan de poort van het land dat al zo veel eeuwen het eindpunt van de wereld was
Galicië, je naam klinkt lavend als een bron We dalen af naar waar het ooit begon … Groene land van melk en honing Beloofde land voor de pelgrim-koning …
Bronzen pelgrim op de poio-pas Gewapend met palster en kalebas Je jas flapperend om je heen In deze woestenij van rotsige steen Vechtend om in dit povere bestaan Steeds weer moeizaam verder te gaan Met je hoed diep over je gezicht Aan de einder wenkt het licht
Vrienden van de weg zonder gezicht Hoe heb je mijn hart doen kloppen telkens weer… Met elke stap of pedaalslag kwam je me naderbij. Waar het echt toe deed voor jou en mij Was brood en wijn of water en de boom met zijn lommer wat later… Deeltje zijn van het beloofde land En rusten in de palm van Zijn hand.
Plots stond ik voor je, Jacob Hoog in de gevel van je kathedraal Een vloed van emotie omprangde mijn hart Om zo veel poëzie in barokke pracht
Portico de la Gloria…het was volbracht! En blij en triest tegelijk… maar vooral, o zo rijk! Je beeld niet omarmd, je stele niet gekust, maar toch, Jacob, daalde over me een diepe, heilige rust. Zelfs je beruchte wierookvat heb ik niet in werking gezien … Maar daarvoor roep je me nog wel eens terug , misschien ? …
Pelgrim zijn is zwerven Door oeroude verhalen Van Parsival en de Graal Langs stilte-gewijde ermita’s En een barokke kathedraal
Pelgrim zijn is zwerven Langs de branding van de levensdromen Geen jutter ruimt het wrakhout op Maar het zilverwitte schuim Van aanvaarding en mededogen
Pelgrim zijn brengt echte vreugde Sinds de kinderjaren niet meer zo zorgen-loos In de weiden geen distels, alleen maar boterbloemen En hier en daar een wilde roos Aan de hemel geen donkere wolken Maar in het azuren blauw Het witte kantwerk O zo broos
Pelgrim zijn is je hart laten zingen Blije liedjes uit je kinderjaren Vol met allerlei warme dingen Het eerste lief knipoogt je toe Je dochter wordt weer geboren En boven het weidse landschap Zingt de zon Zijn alleluja-lied En de pelgrim weet: Hij zal je leiden Ook al zie je ‘t niet