1 / 18

Taalverwantschap

Taalverwantschap. Taalverwantschap . Taalfamilies: Germaans Romaans Slavisch  veel talen in Europa en Azie hangen samen en hebben wellicht een gemeenschappelijke voorouder = het Indo-Europees

Download Presentation

Taalverwantschap

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Taalverwantschap

  2. Taalverwantschap Taalfamilies: • Germaans • Romaans • Slavisch •  veel talen in Europa en Azie hangen samen en hebben wellicht een gemeenschappelijke voorouder = het Indo-Europees Etymologie: wetenschap die zich bezighoudt met de ontwikkeling van woorden en woordbetekenissen.

  3. Verandering in taal • Klankwet: taalverandering op grote schaal (Jacob Grimm). • Ontwikkeling van het Nederlands: • Oud-Nederlands (400 – 1100) • Middel-Nederlands (1100 – 1500) • Nieuw-Nederlands (1500 – nu)

  4. Ontstaan eenheidstaal door: • Ontwikkeling van de literaire stroming van de rederijkers (late middeleeuwen); • Ontwikkeling van de boekdrukkunst (ca. 1450); • Hervormers van het geloof (16e eeuw, 1637 Statenbijbel); • Humanisten van de Renaissance (16e, 17e eeuw). • Hollandse dialecten, omdat deze gewesten het economisch zwaartepunt vormden.

  5. Taalvariatie

  6. Taalvariatie • Standaardtaal • Dialecten •  regiolect neemt maar een aantal kenmerken van een bepaalde dialectgroep over, om de communicatie tussen verschillende regio’s niet te belemmeren. • Sociolecten • Idiolecten • Etnolecten • Vaktalen

  7. Taalvariatie • Streektaal: erkenning mag alleen • als de streektaal geen dialect is van het Nederlands • en als de taal van oudsher in Nederland wordt gesproken. • Macht: een standaardtaal is doorgaans uit een van meerdere dialecten (regionale varianten) ontstaan, waarvan de sprekers op dat tijdstip over de grootste economische en politieke invloed beschikten.

  8. Taal & Denken

  9. Sapir en Whorf Beinvloedt de taal jouw denken en stuur de taal jouw waarneming en interpretatie van de werkelijkheid of is het omgekeerde het geval?  Hypothese S&W: we zien en horen en ervaren grotendeels zoals we dat doen, omdat we door de taalgewoontes van onze groep bij voorbaat ingesteld zijn op bepaalde interpretaties.

  10. Taal en hersenen • Hersenen: fysiologisch • Mentale processen: cognitief systeem • Hersenpsychologische benadering: hersenbeschadiging geeft aan waar bepaalde cognitieve processen plaatsvinden • Cognitief neurowetenschappelijk onderzoek: cognitieve functie aanzetten en actieve gedeelte van de hersenen opgespoord en bekeken.

  11. Taal en hersenen • Psycholinguïstiek: verwerking van processen die voor de informatieverwerking van een taal verantwoordelijk zijn. • Alles wat we zien, horen, ervaren krijgt een label, die labels worden met elkaar in verband gebracht, tot er een complex geheel aan associaties ontstaat  stimulus naar cortex, herkenning in associatiecortex, gyrusangularis koppelt beeld aan klank, in het gebied van Broca wordt het articulatieprogramma aangezet, spieren van het articulatieorgaan wordt via de motorische cortex geprikkeld en het woord wordt uitgesproken.

  12. De talenknobbel • Het aanleren van een tweede taal zorgt voor de aanleg van de extra zenuwknopen in de hersenen

  13. Modules • Losse modules vormen samen het complexe systeem dat we nodig hebben om te spreken en luisteren. • Elke module heeft een specifieke taak die ze snel en efficiënt kunnen uitvoeren en zijn dus zelfstandig (autonoom) • Afhankelijke modules hebben elkaar nodig (bijv. grammaticale regels toepassen)

  14. Brainimaging = Technieken om in de hersenen te kijken: • 1. meten van elektrische activiteit van neuronen in de hersenen. • Voordeel: de toename in elektrische activiteit kan vrijwel direct worden waargenomen. • 2. meten van de toename van doorbloeding van de hersenen. • Voordeel: de plaats in de hersenen waar een betere doorbloeding plaatsvindt in nauwkeurig vast te stellen.

  15. McGurk-effect • Je ‘lipleest’, waardoor je ogen ook ‘horen’, al kan schijn dan bedriegen.

  16. Taalstoornissen • Aangeboren: dyslexie, stotteren • Verworven: afasie • Wernicke • Amnesische afasie: temporaal-occipitaal • Broca

  17. Kunnen dieren een taal leren? • Taal als communicatiesysteem: bewegingen, verschillende lok- of waarschuwingsroepen. • Beperkt tot aangeboren en eenvoudige boodschappen (waarschuwen, lokken, verdedigen) • Dieren hebben geen creatief taalgebruik; ze gebruiken alleen vaststaande boodschappen. • Kanzi

More Related