380 likes | 624 Views
HIV/AIDS Verpleegkundig perspectief. Geert Peuskens. Tropische geneeskunde Pneumologie. 10 bedden Tropische geneeskunde. Gemiddeld 6 à 8 HIV/AIDS-patiënten Tropische ziekten (oa. Malaria) 20 bedden Pneumologie. HIV op andere verpleegafdelingen. UZA : Hospitalisaties HIV+.
E N D
HIV/AIDSVerpleegkundig perspectief. Geert Peuskens
Tropische geneeskunde Pneumologie • 10 bedden Tropische geneeskunde. • Gemiddeld 6 à 8 HIV/AIDS-patiënten • Tropische ziekten (oa. Malaria) • 20 bedden Pneumologie. • HIV op andere verpleegafdelingen.
Reden hospitalisaties. • Therapiefalen : Therapie-ontrouw / Resistentie/ Nevenwerkingen behandeling • Laattijdige diagnose • HIV in combinatie met andere aandoeningen. • Psychosociale problemen
HIV : Acute of chronische aandoening? Van ‘Leven met HIV’ naar ‘Het leven is meer dan HIV’.
De beleefde ervaring. • Chronische ziekte is een individuele aangelegenheid. • Chronische ziekte is een omgevingsaangelegenheid. • Relatie tussen persoon met HIV - omgeving - verpleegkundige.
Omgevingsaangelegenheid. • Diagnose + reactie. • Omgaan als individu en als groep. • Liefde en plicht als motivatie voor zorgverlening. • Dubbel lijden van omgeving.
Verpleegkundig zorgenpakket Holistische benadering Somatisch/Psychologisch Sociaal/Spiritueel
Verpleegkundige functiedifferentiatie & HIV. • Verpleegkundig specialist. • Referentieverpleegkundige. • Primary nurse. • Binnen instelling, consultatie, thuisverpleging, sociaal verpleegkundige. • Associate nurse. • Verpleeghulpen, verpleegassistenten,...
Signaalfunctie. • Somatische klachten : arts - dietiste - kinesist • Psychosociale klachten : maatschappelijk werker – psycholoog • Spirituele klachten: levensbeschouwelijk begeleider / intercultureel bemiddelaar.
Rol van verpleegkundige. • Helpen bij proces naar ‘leven is meer dan HIV alleen’. • Ziekte een plaats geven in leven. • Helpen bij ‘invulling’ dagelijkse leven. • Management therapeutisch regime. • Management van zorg.
Rol van de verpleegkundige. • Periode rond diagnose. • Existentiele crisis. • Onbetrouwbare lichaam. • ADL-zorg en dagelijkse problemen. • Afhankelijk-zijn.
Periode rond diagnose. • Onduidelijkheid, onzekerheid, twijfel, angst. • Ambivalentie. • Onzekerheid. • Positie van omgeving. Reacties kunnen zeer lang nawerken!
Existentiele crisis. • Het leven in zijn fundamenten aangetast. • De dood komt in vizier; levensverwachting. • Instorten wereldbeeld. • Waarom ik? • Onrealistische hoop als verdediging
Het onbetrouwbare lichaam. • Andere relatie tot lichaam. • Niet vanzelfsprekend, overleg, zorg, laat afweten op kritische momenten. • Scheiding lichaam en persoon. • Gezondheidszorg als bondgenoot of vijand.
Afhankelijkheid van hulp. • Voor iedereen moeilijk om dragen. • Acceptatie vs. afwijzen hulp. • Opgeven van weerstand maakt ruimte voor aangepaste doelen. • Rechten ontlenen aan onrechtvaardigheid.
ADL en problemen dagelijkse leven. • Vanzelfsprekendheid verdwijnt. • Onverwachte problemen. • Op ervaring gebaseerde strategieen. • Bewuste keuzes; ook om problemen te veroorzaken. Hulpverlening kan dit vergemakkelijken of bemoeilijken.
Activiteiten van het dagelijks leven. • Hygiëne • Voeding • Voedings- & Vochttekort. • Uitscheiding • Diarree. • Mobiliteit • Inactiviteit / vermoeidheid.
Voeding. • Voedings- & Vochttekort. • Slikstoornissen. • Nausea / braken. • Anorexie. Gewichtscontrole minstens 1x/week!
Uitscheiding. • Diarree. • Oorzaak. • Hulpmiddelen. • Bestrijding. • Hygiëne. Controle stoelgangpatroon!
Mobiliteit • Inactiviteit. • Vermoeidheid.
Neurologische klachten (1/4) • Aantasting zenuwstelstel. • Virussen, parasieten, schimmels, bacteriën en tumoren. • Medicatie. • Immobilisatie.
Neurologische klachten (2/4) • Observaties. • Epilepsie. • Uitvalsverschijnselen. • Motorische, spraak- en gedragsstoornissen. • Verwardheid. • Gevoelsstoornissen. • Polyneuropathie.
Neurologische klachten (3/4) • Begeleidende symptomen. • Dubbelzien. • Hoofdpijn. • Tintelingen. • Pijn. • Slikstoornissen. • Incontinentie.
Neurologische klachten (4/4) • Gevolgen. • Immobilisatie. • Aidsdementie. • Invloed op somato-psycho-socio-spiritueel vlak. • Invloed op activiteiten van het dagelijks leven.
Koorts. • Omgevingstemperatuur. • Inspanning. • Infectie. • Medicatie (Drug-fever). Temperatuurcontrole minstens 2x/dag!
Weefseldefect. • Huiddefecten. • Dermatitis, rash, herpes, Kaposi sarcoom, decubitus,… • Mond. • Schimmelinfecties / ontstekingen. • Gastro-intestinaal.
Psychologisch. • Desoriëntatie / Verwardheid. • Coping / aanpassing / ontkenning. • Negatief zelfbeeld.
Sociaal. • Verstoorde verbale communicatie. • Sociaal isolement. • Wijziging in seksuele patronen en/ of seksueel dysfunctioneren. • Overbelasting van mantelzorgverleners.
Spiritueel. • Geestelijke nood.
Valkuilen. • Tijd. • Vertrouwen. • Kennis en kunde. • Afhankelijkheid.
Adherence. • Kennis en kunde. • ‘Tijd’. • Materiaal. • Medewerking - Samenwerking.