260 likes | 419 Views
Opdracht 6. Procesmodel Domeinmodel Regels. Procesmodel. Casus oplossen (classificatie). Casusinformatie. Casusoplossing. - Schadevergoedingsplicht - Onrechtmatigheid - Type_onrechtmatigheid: rechtsinbreuk,wetsschending, onzorgvuldigheid - Toerekenbaarheid - Type_toerekenbaarheid:
E N D
Opdracht 6 • Procesmodel • Domeinmodel • Regels
Procesmodel Casus oplossen (classificatie) Casusinformatie Casusoplossing
- Schadevergoedingsplicht - Onrechtmatigheid - Type_onrechtmatigheid: rechtsinbreuk,wetsschending, onzorgvuldigheid - Toerekenbaarheid - Type_toerekenbaarheid: schuld, wet, verkeersopvattingen, - Schade - Causaal_verband - Relativiteitsvereiste - Rechtvaardingsgrond - Doen_of_nalaten: doen, nalaten - Leeftijd_dader_14 - Geestelijke_of_lichamelijke _tekortkoming Domeinmodel Klasse: Casus Attributen: (boolean tenzij anders aangegeven)
Regels • Zoek bij representatie nauwe aansluiting bij het domein • Houd de regels declaratief, dat wil zeggen neem er geen procedurele code in op
Art. 6:162 BW. 1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
Volgens art. 6:162 lid 1 BW is er een schadevergoedingsplicht op grond van onrechtmatige daad als • V1: er sprake is van een onrechtmatige gedraging, en • Zie art. 6:162 lid 2 BW • V2: de gedraging aan de dader kan worden toegerekend, en • Zie art. 6:162 lid 3 BW • V3: ten gevolge van de gedraging V4: schade is ontstaan, en • V5: er voldaan is aan het relativiteitsvereiste (art. 6:163 BW) • Zie art. 6: 163 BW
RULE art6_162_lid_1_BW • IFRULE • pCasus.Onrechtmatigheidand pCasus.Toerekenbaarheidand pCasus.Schadeand pCasus.Causaal_verbandand pCasus.Relativiteitsvereiste • THEN • pCasus.Schadevergoedingsplicht • END
Art. 6:162 BW.2. Als onrechtmatige daad wordt aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
Volgens art. 6:162 lid 2 BW is een gedraging onrechtmatig als • V1.1a: er sprake is van een inbreuk op een recht, of • V1.1b: gehandeld is in strijd met een wettelijke bepaling, of • (doen of nalaten) • V1.1c: gehandeld is in strijd met het ongeschreven recht • (doen of nalaten) • V1.2: en er geen sprake is van een rechtvaardigingsgrond
RULE art6_162_lid_2_BW • IFRULE • (pCasus.Type_onrechtmatigheid = "rechtsinbreuk"or pCasus.Type_onrechtmatigheid = "wetsschending"or pCasus.Type_onrechtmatigheid = "onzorgvuldigheid")and not pCasus.Rechtvaardigingsgrond • THEN • pCasus.Onrechtmatigheid • END
Art. 6:162 BW.3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Volgens art. 6:162 lid 3 BW is een gedraging toerekenbaar aan de dader als • V3.a: de gedraging te wijten is aan de schuld van de dader, of • V3.b: de gedraging toerekenbaar is op grond van de wet, of • Zie art. 6: 165 lid 1 BW • V3.c: de gedraging toerekenbaar is op grond van verkeersopvattingen
RULE art6_162_lid_3_BW • IFRULE • pCasus.Type_toerekenbaarheid = "schuld"or pCasus.Type_toerekenbaarheid = "wet"or pCasus.Type_toerekenbaarheid = "verkeersopvattingen" • THEN • pCasus.Toerekenbaarheid • END
Art. 6:164 BW. Een gedraging van een kind dat de leeftijd van veertien jaren nog niet heeft bereikt, kan aan hem niet als een onrechtmatige daad worden toegerekend.
Volgens art. 6:162 lid 3 BW is een gedraging toerekenbaar aan de dader als • V3.1a: de gedraging te wijten is aan de schuld van de dader, of • V3.1b: de gedraging toerekenbaar is op grond van de wet, of • Zie art. 6: 165 lid 1 BW • V3.1c: de gedraging toerekenbaar is op grond van verkeersopvattingen • V3.2 en het betreft niet een gedraging van een kind dat de leeftijd van veertien jaren nog niet heeft bereikt (art 6:164 BW).
RULE art6_162_lid_3_BW_en_art6_164_BW • IFRULE • (pCasus.Type_toerekenbaarheid = "schuld"or pCasus.Type_toerekenbaarheid = "wet"or pCasus.Type_toerekenbaarheid = "verkeersopvattingen")and not pCasus.Leeftijd_dader_14 • THEN • pCasus.Toerekenbaarheid • END
Volgens art. 6:163 BW is aan het relativiteitsvereiste voldaan als • V5.1 de geschonden norm strekt tot bescherming van de schade zoals de benadeelde die heeft geleden.
Volgens art. 6:165 BW is een gedraging toerekenbaar op grond van de wet als • V3.1b.1 de gedraging als een doen te beschouwen is en • V3.1b.2 de gedraging is verricht onder invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming en • V3.1b.3 de dader is veertien jaar of ouder.
Art. 6:162 BW. 1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. • 2. Als onrechtmatige daad wordt aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. • 3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Art. 6:163 BW. Geen verplichting tot schadevergoeding bestaat, wanneer de geschonden norm niet strekt tot bescherming van de schade zoals de benadeelde die heeft geleden. • Art. 6:164 BW. Een gedraging van een kind dat de leeftijd van veertien jaren nog niet heeft bereikt, kan aan hem niet als een onrechtmatige daad worden toegerekend. • Art. 6:165 lid 1 BW. De omstandigheid dat een als een doen te beschouwen gedraging van een persoon van veertien jaren of ouder verricht is onder invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming, is geen beletsel haar als een onrechtmatige daad aan de dader toe te rekenen.