1 / 55

Paulus' eerste brief aan Korinthe (26)

Paulus' eerste brief aan Korinthe (26). 8 mei 2014 Bodegraven. de vorige keren: spreken in talen is de laatste in de rij van charisma's (hfst.12); spreken in talen behoort (evenals profeteren) tot de kinderlijke fase (hfst. 13); spreken in talen is minder dan profeteren (hfst.14).

norina
Download Presentation

Paulus' eerste brief aan Korinthe (26)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Paulus' eerste brief aan Korinthe (26) 8 mei 2014 Bodegraven

  2. de vorige keren: • spreken in talen is de laatste in de rij van charisma's (hfst.12); • spreken in talen behoort (evenals profeteren) tot de kinderlijke fase (hfst. 13); • spreken in talen is minder dan profeteren (hfst.14).

  3. 1Korinthe 14 16 Want anders, indien gij een zegen uitspreekt met uw geest, hoe zal iemand, die als toehoorder aanwezig is, op uw dankzegging zijn amen spreken? Hij weet immers niet, wat gij zegt.

  4. 1Korinthe 14 17 Want gij dankt wel goed, doch de ander wordt er niet door gesticht.

  5. 1Korinthe 14 18 Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek; vaker? of beter, d.w.z. met verstand

  6. 1Korinthe 14 19 maar in de gemeente wil ik liever vijfwoorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong. getal van genade

  7. 1Korinthe 14 19maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong.

  8. 1Korinthe 14 19 maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong. Gr. myriaden = tienduizenden

  9. 1Korinthe 14 20 Broeders, weest geen kinderen in het verstand, maar in de boosheid; wordt in het verstand volwassen.

  10. 1Korinthe 14 20Broeders, weest geen kinderen in het verstand, maar in de boosheid; wordt in het verstand volwassen. lett. in het kwaadkinderen > klein en onervaren

  11. 1Korinthe 14 20Broeders, weest geen kinderen in het verstand, maar in de boosheid; wordt in het verstand volwassen. in 13:8 "volmaakt"

  12. 1Korinthe 14 21In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here. Jesaja 28:11

  13. Jesaja 28 9Wie wil Hij kennis lerenen wie wil Hij een openbaring doen verstaan? Hun die van de melk gespeend, aan de borst ontwend zijn. 10 Want het is wet op wet, wet op wet, eis op eis, eis op eis, hier wat, daar wat.' 11 Voorwaar, door mensen die een onverstaanbare taal spreken, en in een vreemde tongval zal tot DIT VOLKspreken Hij, die tot hen gezegd heeft:

  14. Jesaja 28 12 Dit is de rust, geeft de vermoeide rust, en dit is de verademing. Maar zij wilden niet horen. 13 Zo zal voor hen het woord des HEREN zijn: wet op wet, wet op wet, eis op eis, eis op eis, hier wat, daar wat, opdat zij bij hun gaan achterwaarts struikelen en te pletter vallen, verstrikt en gevangen worden.

  15. 1Korinthe 14 21In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here.

  16. 1Korinthe 14 21In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here.

  17. 1Korinthe 14 21In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here.

  18. 1Korinthe 14 22 Derhalve zijn de tongen een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen; de profetie echter is niet voor de ongelovigen, maar voor hen, die geloven. d.w.z. het ongelovige Israël

  19. 1Korinthe 14 22Derhalve zijn de tongen een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen; de profetie echter is niet voor de ongelovigen, maar voor hen, die geloven.

  20. 1Korinthe 14 23 Indien dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt? = het huis van Gajus Rom.16:23

  21. 1Korinthe 14 23Indien dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt?

  22. 1Korinthe 14 23Indien dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt?

  23. 1Korinthe 14 23Indien dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt? jullie zijn gek(gr. maniak)

  24. 1Korinthe 14 24 Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond,

  25. 1Korinthe 14 24Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond,

  26. 1Korinthe 14 24Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond,

  27. 1Korinthe 14 24Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond,

  28. 1Korinthe 14 25 het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is.

  29. 1Korinthe 14 25het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is.

  30. 1Korinthe 14 25het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is.

  31. 1Korinthe 14 25het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is.

  32. 1Korinthe 14 26Hoe staat het dan, broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden.

  33. 1Korinthe 14 26Hoe staat het dan, broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden.

  34. 1Korinthe 14 26Hoe staat het dan, broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden.

  35. 1Korinthe 14 26Hoe staat het dan, broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden. lett. laat-het-geschieden

  36. 1Korinthe 14 27 Indien er in tongen spreken, laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat een uitleg geven.

  37. 1Korinthe 14 27Indien er in tongen spreken, laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat een uitleg geven.

  38. 1Korinthe 14 27Indien er in tongen spreken, laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat een uitleg geven.

  39. 1Korinthe 14 28 Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken. lett. in het geval echter hij geen uitlegger is

  40. 1Korinthe 14 28Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken. lett. laat hem zwijgen

  41. 1Korinthe 14 28Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken. d.w.z. zachtjes

  42. 1Korinthe 14 29 Wat de profeten betreft, twee of drie mogen het woord voeren, en de anderen moeten het beoordelen.

  43. 1Korinthe 14 29Wat de profeten betreft, twee of drie mogen het woord voeren, en de anderen moeten het beoordelen. >>

  44. 1Thessalonika 5 19 Dooft de Geest niet uit, 20 veracht de profetieen niet, 21 maar toetst alles en behoudt het goede.

  45. 1Korinthe 14 30 Maar indien aan een ander, die daar gezeten is, een openbaring ten deel valt, moet de eerste zwijgen.

  46. 1Korinthe 14 31 Want gij kunt allen een voor een profeteren, opdat allen lering en allen opwekking erdoor ontvangen.

  47. 1Korinthe 14 31Want gij kunt allen een voor een profeteren, opdat allen lering en allen opwekking erdoor ontvangen.

  48. 1Korinthe 14 32 En de geesten der profeten zijn aan de profeten onderworpen, • vergl. 1Kor.12:2: • Gij weet, dat gij, • toen gij nog heidenen waart, • u blindelings naar • de stomme afgoden liet heendrijven.

  49. 1Korinthe 14 33 want God is geen God van wanorde, maar van vrede.

More Related