1 / 30

Kiesssytemen

Kiesssytemen. - Verkiezingen zijn een essentieel onderdeel van een representatieve democratie (zie hfdst pol. part. en boek p 141-143)

nubia
Download Presentation

Kiesssytemen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Kiesssytemen - Verkiezingen zijn een essentieel onderdeel van een representatieve democratie (zie hfdst pol. part. en boek p 141-143) • Kiessystemen bepalen hoe de vertegenwoordigende vergadering (parlement, gemeenteraad) wordt samengesteld op basis van de stemmen van de kiezers; of hoe een president wordt aangeduid op basis van de stemmen van de kiezer? (o.a.: hoe wordt er gestemd? ; wie wordt er gekozen en hoe worden de zetels verdeeld) • Kiessystemen bepalen mede hoe het politieke debat wordt gevoerd, hoe campagne wordt gevoerd en hoe er bestuurd kan worden (= kiessysteem als onafhankelijke variabele – explanans)

  2. Verschillende kiessystemen • Meerderheidssystemen • Proportionele (of evenredige) systemen • Gemengde systemen

  3. Meerderheidssystemen - Oudste kiessysteem, en dat met relatieve meerderheid, het éénvoudigste - Doel om tot een duidelijke meerderheid te komen om te regeren Onderscheid tussen Uninominaal systeem 1 ronde – Uninominaal 2 ronden Plurinominaal systeem 1 ronde – Plurinominaal 2 ronden (1 ronde: relatieve meerderheid volstaat: 2 ronden: absolute meerderheid is vereist)

  4. Uninominaal meerderheidssysteem met één kiesronde Andere benaming: uninominaal meerderheidssysteem met relatieve meerderheid (first past the post) Meest éénvoudige kiessysteem, niet in véél landen toegepast maar wel in enkele grote: GB, USA (voor kamer en senaat), Canada, India, … Uninominaal systeem: elke zetel wordt afzonderlijk toegewezen : één verkozene per kiesdistrict De kiezer stemt maar één maal Belangrijkse logica: eerste zijn, niet hoeveel stemmen je haalt is belangrijk, maar winnen

  5. Résultat de l’élection dans la circonscription de Glasgow-sud

  6. Résultat de l’élection dans la circonscription d’Edimbourg-sud

  7. Belangrijk gevolg: disproportionaliteit • Disproportionaliteit tussen het % van de stemmen en het % van de zetels (oververtegenwoordiging van zetels tov het aantal stemmen voor de eerste partij) • Onder-vertegenwoordiging in zetels tov het aantal stemmen van de tweede partij en de volgende partijen

  8. Résultat de l’élection en Grande-Bretagne en 2005

  9. Résultat de l’élection en Grande-Bretagne en 2001

  10. Election canadienne du 14 octobre 2008

  11. Het belang van de geografische concentratie • Voor de twee eerste partijen is een homogene verdeling van hun resultaten belangrijker dan op bepaalde plaatsen héél sterk te zijn en op andere zwak • Als er sterke geografische verschillen zijn in de verkiezingsuitslagen, kan het voorkomen dat een partij een meerderheid van stemmen haalt en géén meerderheid in zetels • Voor derde partijen is het beter om in enkele kieskringen héél sterk te staan en zo daar een zetel te behalen • Dit kiessysteem leidt tot een twee-partijen systeem (neiging tot nuttige stem) • Wordt gebruikt voor verkiezing van parlementen; ook rechters en sheriffs in VSA; soms ook presidentsverkiezingen (1 kieskring): Ierland

  12. Plurinominaal meerderheidssysteem met één kiesronde: winner takes it all Andere benaming: plurinominaal meerderheidssysteem met relative meerderheid • Meerdere zetels te verdelen per kieskring, diegene die een relatieve meerderheid haalt alle zetels • De kiezer stemt maar één maal • In dit kiessysteem is de disproportionaliteit tussen het percentage stemmen en het percentage zetels van de winnaar nog groter • Het vb bij uitstek: de presidentsverkiezingen in de VSA (indirecte stemming: kiezers kiezen president niet rechtsreeks, maar electoral college of grand electors) • -elke staat beschikt over een bepaald aantal grand electors die een presidentskandidaat ondersteunen, varieert ifv demografische sterkte •

  13. - De logica: winnen in elke staat om de kiesmannen te verdienen, relatieve meerderheid volstaat • - Belang van geografische verdeling van de stemmen : zoveel mogelijk grote staten winnen

  14. Gevolg: disproportionaliteit tussen aantal stemmen en aantal zetels voor winnaar • Clinton-Dole 1996 • Bill Clinton behaalde 70, 48% van de kiesmannen met 49,2 % van de stemmen • Bob Dole behaalde 26, 5 % van de kiesmannen met 40 % van de stemmen • Ross Perot (onafhankelijke) 0 % van kiesmannen met 8, 8% van de stemmen • Reagan-Mondale 1984 • Ronald Reagan behaalde 97,5% van de kiesmannen met 58,8 % van de stemmen • Walter Mondale behaalde 2,5 % van de kiesmannen met 40 % van de stemmen • Verschil in stemmen was 18 %, verschil in kiesmannen 95%

  15. -hoe meer afstand tussen de kandidaten, hoe groter de disproportionaliteit tussen % stemmen en % kiesmannen voor de winnaar -ook hier is diegene die het meest aantal stemmen haalt (popular vote) niet noodzakelijk deze die het meest aantal kiesmannen behaalt (electoral vote) en dus de verkiezingen wint; vb bij uitstek: presidentsverkiezingen 2000 Bush-Gore -

  16. Swing states: twijfelachtige staten die zowel door de democratische kandidaat als door de republikeinse kandidaat kunnen gewonnen worden; (versus safe states) • Derde kandidaat kan zo goed als niet verkozen worden (vb: Ross Perot , 1992 (Bush senior versus Clinton) : 19 % van stemmen geen enkele staat); maar kan wel verkiezingsuitslag beïnvloeden (2000: Ralph Nader, groene kandidaat haalde 2,7 % van de stemmen, heel nipt verschil tussen Bush en Gore, wat als hij er niet was geweest, zou Gore het gehaald hebben?)

  17. Overwining van Obama in de Swing States

  18. Resultaten van de presidentsverkiezingen in de VSA van 4 november 2008

  19. Uninominaal meerderheidssysteem met twee kiesronden • Andere benaming: uninominaal meerderheidssysteem met absolute meerderheid • Eén verkozene per kiesdistrict, absolute meerderheid is nodig in eerste ronde, als niet behaald (ballotage), 2e ronde, géén absolute meerderheid meer vereist • Vb bij uitstek: Franse parlementsverkiezingen/presidentsverkiezingen • Logica : eerste zijn in de tweede ronde : hier is het percentage relatief

  20. Wie mag deelnemen aan de tweede ronde: regels verschillen per land: in Frankrijk , zij die min. 12,5 van de stemmen van de ingeschreven kiezers haalt • Belang van afspraken in de 2e ronde • Dit systeem wordt ook gebruikt voor de Franse (en andere) presidentsverkiezingen

  21. Dynamiek van het meerderheidssysteem met 2 kiesronden • Disproportionaliteit tussen het aantal zetels en het aantal stemmen (sterke vermenigvuldiging voor eerste kandidaat) • Belang van akkoorden: moeilijkheden voor partijen die niet in staat zijn of niet wensen allianties aan te gaan • Neiging tot bi-polarisatie: onstaan van 2 grote blokken

  22. Natioale verkiezingen Frankrijk 2007

More Related