290 likes | 968 Views
MEDICATIE VOOR LUTS. Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Functionele Urologie Universitair ziekenhuis Gent. BLAAS CONTRACTILITEIT BLAAS CONTRACTILITEIT TONUS SFINCTERAPPARAAT TONUS SFINCTERAPPARAAT. RPS. Everaert K. BLAAS CONTRACTILITEIT. BETANECHOL CHLORIDE Muscaran
E N D
MEDICATIE VOOR LUTS Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Functionele Urologie Universitair ziekenhuis Gent
BLAAS CONTRACTILITEIT BLAAS CONTRACTILITEIT TONUS SFINCTERAPPARAAT TONUS SFINCTERAPPARAAT RPS Everaert K.
BLAAS CONTRACTILITEIT BETANECHOL CHLORIDE Muscaran Myocholine Glennwood Ubretid s.c. - p.o. p.o. p.o. ZWETEN ROODHEID KRAMPEN DIARREE NAUSEA RPS Everaert K.
BLAAS CONTRACTILITEIT Anticholinergica Oxybutinine: Ditropan, Dridase Tolderodine: Detrusitol, Detrusitol Retard Solufenacine: Vesicare Oxyphencyclimine Imipramine: Tofranyl Spierrelaxantia Flavoxate: Urispas Bijwerkingen: droge mond, constipatie, accomodatie stoornissen, centrale bijwerkingen, glaucoom, carries RPS Everaert K.
Pharmacotherapie: anticholinergica bij de geriatrische patiënt • Constipatie • fecale impactie • Wazig zicht • Droge monde • carries • Cognitieve achteruitgang • Aggressie Nevenwerkingen meer frequent, bij lagere dosis, meer uitgesproken en met grotere impact Lamy PP. Drugs and Aging. 1991;1:385-404. Mintzer and Burns. J R Soc Med. 2000;93:457-462.
Anticholinergica en potentieel cognitieve achteruitgang • Acetylcholine is belangrijke mediator voor korte termijn geheugen • Ook andere medicatie kan cognitieve achteruitgang veroorzaken (antihistaminica, antispasmodica, anti-psychotica) • Dubbel blind, placebo gecontroleerde crossover studie: placebo, oxybutynine 5 mg en 10 mg (n = 12 gezonde vrijwilligers, leeftijd 65–76) • Pleidooi voor tolterodine, solifenacin Drachman DA, et al. Neurobiol Aging. 1980;1:39-43. Katz IR, et al. J AmGeriatr Soc.1998;46:8-13.
Urinaire anticholinergica en cardiaal risico bij patiënten met OAB • Retrospectieve cohort analyse • 14.638 patiënten met urge incontinentie • 65 jaar: mediane leeftijd ~ 79j • Resultaten: geen associatie tussen gebruik urinaire anticholinergica en verhoogd risico op ventriculaire arrythmie of plotse dood Wang PS et al. J Am Geriatr Soc. 2002;50:117-124.
Receptor Selectiviteit van anticholinergica Lager cijfer = hogere receptor selectiviteit *fase 3 studies veelbelovend *Adapted from Gillberg et al., 1998; Nilvebrant et al., 1997.
+ + - - - + + + - - - + Passieve diffusie over de bloedhersenbarrière Vasculature BBB CNS • Lipofiel, diffusie • lading/polariteit, binding aan waterstof, diffusie • Moleculaire afmeting, diffusie Pardridge WM. J Neurochem. 1998;70:1781-92. Habgood MD, et al. Cell Mol Neurobiol. 2000;20:231-52.
Anticholinergica: passage door bloedhersenbarrière Vasculature BBB CNS High lipophilicity, neutral, relatively “small” molecular structure Oxybutynin Low lipophilicity, charged, relatively bulky molecular structure + Tolterodine/active metabolite + + + + + + + + Highly polar Trospium chloride + + + + + + + + + + + + + + + Dimpfel W. J Urol 2000;163(4):226 abstract.
Receptor/orgaan Selectiviteit van anticholinergica • Solufenacin (Vesicare): • M 2-3 selectiviteit (x 2 vs oxy, x 4 vs tolter, << darif) • blaas versus speekselklieren (3 x hoger vs alle andere) • selectiviteit bij dier en mens (phase 2-3) • - Bij dieren geen centrale symptomen tot 3 mg/kg
Oxybutinine TDS • Kentera (UCB) • Minder bijwerkingen door minder N-deoxymetabolieten • Klinische studies minder spectaculair • Sinds kort op de markt in België Darifenacine • Emselex (Novartis), uitgesproken receptorspecifiek Trospium chloride • Regurin (Madaus), orgaanspecifiek, goedkoop!!!!
Biologische neuromodulatie Vanilloieden: Capsaicine, Resiniferatoxine (RTX) Via vanilloied receptoren op C-vezels neurogene OAB en Blaaspijn blokkeren, werkt niet voor idiopatische OAB. Via vanilloied recepto Conotoxine (uit slakken) Blokkeert nicotine receptoren = sfincter paralyse Botuline toxine: Botox, Disport Blokkeert niet enkel Ac Col maar ook norepinephrine, ATP, sub P, CGRP, ATP, NO, glutamaat release Vandaar effect bij idiop OAB, hyperreflexie en IC RPS Everaert K.
Publicaties bij neurogene blaas BT-A for treating detrusor hyperreflexia in spinal cord injured patients: a new alternative to anticholinergic drugs? Preliminary results. Schurch B, Stöhrer M, Kramer G, Schmid D, Gaul G, Hauri D. J Urol 2000;164:692-7. BT is a safe and effective treatment for neurogenic urinary incontinence: results from a randomised, placebo controlled study. Schurch b, de Sèze M, Denys P, Chartier Kastler E, Haab F, Everaert K, Plante P, Perrouin-Verbe B, Kumar C, Fraczek S, Brin M. J Urol 2005; 174(1):196-200. Trial with non-neurogenic patients under study
Results: UI Episodes * † *† *† † † † Reduction in number of UI episodes compared to baseline (%) † *p<0.05 for differences between BTX (BOTOX®) group and placebo †p<0.05 for difference within-group changes from baseline
Results: Urodynamics – MCC 300 U BTX 200 U BTX Placebo *† *† *† *† *† Mean increase in MCC from baseline (ml) * *p<0.05 for within-group changes from baseline †p<0.05 for pairwise contrasts between BTX (BOTOX®) groups versus placebo
Results: Urodynamics – MDP 300 U BTX 200 U BTX Placebo *† *† *† *† *† Mean reduction in MDP (cmH2O) *† *p<0.05 for within-group changes from baseline †p<0.05 for pairwise contrasts between BTX (BOTOX®) groups versus placebo
Results: Quality of Life 300 U BTX 200 U BTX Placebo *† *† *† *† *† *† *† *† *† Increase in Total I-QoL Score from baseline (%) *† Week 2 Week 6 Week 12 Week 18 Week 24 *p<0.05 for pairwise contrasts between BTX (BOTOX®) groups and placebo †p≤0.002 for within-group differences from baseline
Solifenacin Effect on Incontinence, Urgency and Volume Voided Volume voided/micturition Incontinence/24 hr Urgency/24 hr 50 4 *** 40 *** 3 *** *** 30 Mean decrease in numbers *** 2 Mean increase (ml) ** 20 ** 1 10 0 0 Baseline 2.7 2.7 2.6 2.3 5.3 5.8 5.8 5.4 144 150 147 147 Tolterodine 2 mg bd Solifenacin 5 mg Solifenacin 10 mg Placebo P Values: * <0.05 ** <0.01 *** < 0.001 Chapple et al BJU 2004 93;303-310
Publicaties niet neurogeen? 10-tal rapporten geen duidelijkheid over dosis (wellicht 50-150 units Botox of 250 units Disport), injectieplaats, aantal injecties, veiligheid geen bewijs van veiligheid: risico op urine retentie is reëel, cave: bejaarden antidepressiva Parkinson, hernia, latente MS BPH, prolaps kan onder lokale anesthesie en poliklinisch maakt van een niet neurogene blaas een neurogene blaas
TONUS SFINCTERAPPARAAT EPHEDRINE, PSEUDO EPHEDRINE, NOREPHIDRINE, … PHENYLPROPANOLAMINE : IMIPRAMINE : DULOXETINE Clarinase Cirrus ... Tofranyl Yentreve RPS Everaert K.
Tonus sfincter apparaat Alfa receptor blokkers: Omic, Hytrin, Xatral Bijwerkingen: hypotensie, sufheid, orthostatisme Baclofen (Lioresal), benzodiazepines (Valium) Bijwerkingen: veralgemeende spierzwakte, sufheid Botuline toxine in de sfincter: 3-4 maand effect zelden SI effect op mictie en pijn klachten RPS Everaert K.
RPS Everaert K. OESTROGENEN OESTROGENEN EBM: geen effect! P.O. TRANSDERMAAL VAGINAAL Aacifemine, Premazin Extraderm, Systen, Oestrogel Aacifemine, Premazin P.O. TRANSDERMAAL VAGINAAL Aacifemine, Premazin Extraderm, Systen, Oestrogel Aacifemine, Premazin TONUS BEKKENBODEM SLIJMVLIES VAGINA EN BLAAS BLAASPRIKKELING TONUS BEKKENBODEM SLIJMVLIES VAGINA EN BLAAS BLAASPRIKKELING
Antidepressiva TRICYCLISCHE ANTIDEPRESSIVA: imipramine anticholinerg betamimetisch alfamimetisch centraal effect? antidiuretisch? Bijw: droge mond, constipatie, orthostatisme, cardiotoxicicteit SSRI: duloxetine verhoogt sfinctertonus (centraal) bewezen effect op OAB (centraal) Bijw: nausea, seksuele dysfunctie RPS Everaert K.
Urgency, pijn, inflammatie bij interstitiële cystitis DMSO (25-50%): lokaal anti-inflammatoir pijnlijk vergt instillatie stinkt vreselijk berust op empirie Redomex (diffucaps 25-75 mg/d) RPS Everaert K.
NOCTURIE – desmopressinemeta-analyse Bewezen vermindering nocturie, nachtelijke polyurie en verbetering QOL Risico hyponatriëmie: 7.6% (3-20%) - korte follow-up! - cardiale, renale co-morbiditeit exclusie - geen andere medicatie die hyponatriëmie kan veroorzaken Voorzichtigheid en monitoring aangewezen monitoring!!: bloedanalyse dag 3 en 7 Minirin (1-4 puffs bij slapengaan), Desmopressine Ferring (1-2 pillen 1 uur voor slapengaan) Weatherall M. J Neurourol Urodyn 2004;23:302-305.
Reductie in nocturie episodes bij behandeling met solifenacin Solifenacin Exposure Time (weeks) Median baseline = 1.7 episodes/day Median Change (%) -50% Yamanouchi Data on File
Complete Remissie* van nocturie bij behandeling met solifenacine 23.5% Percent Solifenacin Exposure Time (weeks) *For nocturia, a subject in remission is defined as one who had at least one episode of nocturia at baseline but no episodes of nocturia during the specified on-treatment diary period. Yamanouchi Data on File