100 likes | 198 Views
Indonesië. Planning voor deze les:. Uitleg paragraaf 3.2 Zelfstandig werken hst 3 (nakijken hst 2) Terugblik p3.1: Primaire sector: Boskap Exportvalorisatie Mijnbouw Joint ventures Planten Plantagelandbouw Rijstbouw Agrarische transitie Rurale differentiatie
E N D
Planning voor deze les: • Uitleg paragraaf 3.2 • Zelfstandig werken hst 3 (nakijken hst 2) Terugblik p3.1: • Primaire sector: • Boskap • Exportvalorisatie • Mijnbouw • Joint ventures • Planten • Plantagelandbouw • Rijstbouw • Agrarische transitie • Rurale differentiatie • Nog vragen hierover of andere zaken?
Paragraaf 3.2 Schroeven en schrobben • In deze paragraaf komt aan bod: • Industriële sector (vandaag) • Dienstensector (volgende les) • Industriële sector/Secundaire sector: Verwerken van grondstoffen en/of halffabricaten tot eindproducten • Industrie heeft zich pas goed ontwikkeld vanaf de onafhankelijkheid. • Waarom? • IMPORTSUBSTITUTIE (letterlijk: Import vervangend) • Overheid besloot om eindproducten zelf te produceren, omdat invoer van eindproducten vaak duur was. • Hoe deden ze dit? • Markt actief beschermen • Eigen industrie stimuleren (subsidiëren) • VB: buurland Maleisië: Automerk Proton.
Importsubstitutie • 3 voordelen importsubstitutie • Besparing deviezen (nu veel geld kwijt door wisselkoersen) • Minder afhankelijk van buitenlandse leningen (goederen duur, daardoor vaak leningen) • Eigen industrie biedt veel werkgelegenheid en veel kennis. • 2 Nadelen importsubstitutie • Markt is snel verzadigd. • Doelmatigheid neemt af door te weinig concurrentie (bedrijven worden ‘laks’).
Na 1980, 2 belangrijke ontwikkelingen in de industrie • Het streven naar autarkie, zelfvoorziening door importsubstitutie, maakte plaats voor exportgerichtheid.Andere woorden: Van sterke overheidsbemoeienis naar open economie. • Voor buitenlandse ondernemingen zijn lage loonkosten in Indonesië erg aantrekkelijk (denk aan Mexico – VS) • Bovendien is het voor Multinationals interessant omdat Indonesië een grote interne markt kent (Groot bevolkingsaantal)Toch blijft de hoofdmoot van MNO’s produceren voor de wereldmarkt. • Uitvoer van ruwe grondstoffen werden verboden. Gevolg: Exportvalorisatie • Exportgerichte verwerkende industrie is tegenwoordig de motor van Indonesische economie. Vooral de textiel en kleding industrie • Veel werkgelegenheid hierin, komt goed uit voor Indonesië • Export Processing Zones (EPZ) (zones waar geen tariefmuren gelden) [kaart 155 D]. • EPZ liggen vaak in de buurt van lucht en zeehavens.
EPZ • Geschiedenis EPZ China • Baby born
Succes en Crisis • Vanaf de jaren 80 ging Indonesië een voortvarende tijd tegemoet. Het gaf Indonesië (en de rest van Azië) hoop op een mooie toekomst. • Dit werd hard onderbroken door de Azië-crisis van 1998. (zie ook Fig 3.11). • Indonesië krabbelt weer op maar corruptie en de grote werkeloosheid blijven een bron van zorgen.
Gastarbeiders • Gastarbeid is voor Indonesië van groot belang, vooral aan omliggende landen zoals Maleisië. • Arbeidsmigratie heeft enkele voordelen: • De druk op interne arbeidsmarkt wordt verminderd • De geld overmakingen versterken plaatselijke economie • Het verdiende geld word gebruikt om een bedrijfje op te starten. • Gastarbeiders (2.30 – 4.15)
Arbeidsmigranten • Arbeidsmigranten over het algemeen ongeschoold en slecht betaald • Merendeel is vrouw • Word slecht behandeld onder meer in Saoedi Arabië. • Vaak kettingmigratie uit 1 dorp of streek • Veel Indonesiërs gaan vaak illegaal buiten het land werken omdat door de bureaucratische rompslomp het vaak lang duurt. • Ze verzinnen redenen zoals een pelgrimsreis • Of als toerist
Volgende les: • Vervolg paragraaf 3.2 • Werk aan opdrachten Hst 3 en/of nakijken Hst 2