410 likes | 680 Views
Prijsindexcijfer. Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg?. Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit ga je met de pijltjestoets (of ). Werk alle sheets en voorbeelden rustig door.
E N D
Prijsindexcijfer Klik om verder te gaan
Hoe gebruik je deze uitleg? • Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. • Vooruit ga je met de pijltjestoets (of ). • Werk alle sheets en voorbeelden rustig door. • Als je iets niet meteen snapt kun je terug gaan naar een vorige uitleg met de pijltjestoets (of ). Klik om verder te gaan.
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Het CBS (Centraal Bureau voor de statistiek) onderzoekt het consumentengedrag. Ze bestudeert hoe de consument zijn inkomen besteedt (= budgetonderzoek). Per uitgavensoort wordt onderzocht hoeveel procent van het inkomen de consument aan die categorie van bestedingen uitgeeft. Dit percentage noemen we de: Wegingsfactor Per uitgavensoort wordt ook onderzocht hoeveel de prijsstijging voor die uitgavecategorie is. Dit noemen we het: Partiële indexcijfer
Wegingsfactoren Per uitgavensoort wordt onderzocht hoeveel procent van het inkomen de consument aan die categorie van bestedingen uitgeeft. Dit percentage noemen we de: Wegingsfactor Voorbeeld: Als iemand van een inkomen van 1.200 euro maandelijks 120 euro uitgeeft aan uitgaan en dergelijke, dan is de wegingsfactor van “ontspanning”: (120 / 1.200) x 100% = 10%
Partiële indexcijfers Per uitgavensoort wordt ook onderzocht hoeveel de prijsstijging voor die uitgavecategorie is. Dit noemen we het: Partiële indexcijfer Voorbeeld: Als de prijs van benzine stijgt van € 1,50 (basisjaar) naar € 1,75 kunnen we het partiële indexcijfer als volgt berekenen:
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie In het volgende vereenvoudigde voorbeeld gaan we methodiek die het CBS hanteert ook gebruiken. In het voorbeeld gaan we uit van een zeer beperkt aantal producten en diensten. Het CBS gebruikt de informatie van alle producten en diensten die in Nederland te koop zijn, om de consumentenprijsindex te berekenen. Voorbeeld Een leerling ontvangt / verdient per maand € 50 die hij/zij volledig besteedt aan een aantal zaken (zie tabel op de volgende slide):
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Een leerling ontvangt / verdient per maand € 50 die hij/zij volledig besteedt aan:
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 1: bepaal de wegingsfactoren
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 1: bepaal de wegingsfactoren
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 1: bepaal de wegingsfactoren
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 1: bepaal de wegingsfactoren
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 1: bepaal de wegingsfactoren
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 1: bepaal de wegingsfactoren
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 1: bepaal de wegingsfactoren
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 1: bepaal de wegingsfactoren
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 1: bepaal de wegingsfactoren
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 2: bepaal de partiële indexcijfers
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 2: bepaal de partiële indexcijfers
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 2: bepaal de partiële indexcijfers
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 2: bepaal de partiële indexcijfers
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 2: bepaal de partiële indexcijfers
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 2: bepaal de partiële indexcijfers
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 2: bepaal de partiële indexcijfers
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 2: bepaal de partiële indexcijfers
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 3: bepaal W x I
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 3: bepaal W x I
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 3: bepaal W x I
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 3: bepaal W x I
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 3: bepaal W x I
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 3: bepaal W x I
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 3: bepaal W x I
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 3: bepaal W x I
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 3: bepaal W x I
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 4: consumentenprijsindex =
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 4: consumentenprijsindex = 11.740 / 100 = 117,40
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 5: consumentenprijsindex = 11.740 / 100 = 117,40 Inflatiepercentage: Het inflatiepercentage kan worden berekend door de stijging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie (t.o.v. het vorige jaar) te berekenen. In dit voorbeeld (t.o.v. 2005): Inflatie 2005-2010 =
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Stap 5: consumentenprijsindex = 11.740 / 100 = 117,40 Inflatiepercentage: Het inflatiepercentage kan worden berekend door de stijging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie (t.o.v. het vorige jaar) te berekenen. In dit voorbeeld (t.o.v. 2005): Inflatie 2005-2010 = 117,40 – 100 = 17,4 %
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Inflatiepercentage: Inflatie 2005-2010 = 117,40 – 100 = 17,4 % Inflatie t.o.v. andere jaren dan het basisjaar altijd berekenen met:nieuw – oud / oud x 100% Stel dat prijsindexcijfer 115 was in 2009. Inflatie 2009-2010 =
Prijsindexcijfer v.d. gezinsconsumptie Inflatiepercentage: Inflatie 2005-2010 = 117,40 – 100 = 17,4 % Inflatie t.o.v. andere jaren dan het basisjaar altijd berekenen met:nieuw – oud / oud x 100% Stel dat prijsindexcijfer 115 was in 2009. Inflatie 2009-2010 = (117,40 – 115 ) / 115 x 100% = 2,087%
Indexcijfers EINDE