1 / 21

Hoofdstuk 6 paragraaf 1

NL na 1945: Sober en spaarzaam. Hoofdstuk 6 paragraaf 1. Na WO II was NL een chaos: Duitsers hadden alles kapotgemaakt of geroofd. NL moest opnieuw herbouw worden: wederopbouw. Tekort aan geld, voedsel en brandstof Wel hulp van VS, Marshallhulp. Vanaf jaren ‘50 enige economische groei.

sydnee
Download Presentation

Hoofdstuk 6 paragraaf 1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. NL na 1945: Sober en spaarzaam Hoofdstuk 6paragraaf 1

  2. Na WO II was NL een chaos: Duitsers hadden alles kapotgemaakt of geroofd. NL moest opnieuw herbouw worden: wederopbouw. Tekort aan geld, voedsel en brandstof Wel hulp van VS, Marshallhulp. Vanaf jaren ‘50 enige economische groei. NL na WO II:

  3. Veel mensen hadden oneerlijk geld verdiend in de oorlog. Zwarte handel in voedsel en brandstof. Verkopen van joodse bezittingen. = Oneerlijk geld Dit moet verdwijnen! Geld

  4. Alle Nederlanders moesten hun bankbiljetten inleveren bij de bank. (binnen 1 week) • Dat geld kwam op een rekening te staan, die werd geblokkeerd. • Staat ging uitzoeken hoe je aan dit geld was gekomen. • Om toch geld te hebben, kregen alle Nederlanders 10 gulden om voedsel te kunnen kopen. • Rest van geld was ongeldig. Oplossing:

  5. Het tientje van Lieftinck

  6. We moesten veel gaan handelen met het buitenland Je producten moeten dan goedkoop zijn Dus de regering besloot om de lonen laag te houden. Ook de prijzen moesten laag blijven. Dus de overheid bepaalde tijdelijk de lonen en prijzen Economie

  7. Overheid regelde lage lonen De bevolking ging hiermee akkoord. Mensen moesten sober leven; geen luxe Voor gezamenlijke afspraken: 1945: Stichting van de Arbeid. Werkgevers en werknemers gingen overleggen. Dit is het harmoniemodel: Afspraken

  8. Harmoniemodel: overheid Regelt sociale wetten zoals pensioen Betalen geld voor sociale wetten werkgevers werknemers Werken voor lage lonen, zonder staken

  9. Ging huizen bouwen Goedkope rijtjeshuizen Overheid

  10. NL kreeg ook Marshallhulp, dus rond 1950: Onze economie groeide! Economie groeit!

  11. Vanaf 1900: verzuiling Mensen hoorden bij een groep In NL: 4 groepen: Katholiek Protestants Socialistisch De rest/ neutraal. Verzuiling

  12. Als je katholiek was: • Je ging naar een katholieke school • Katholieke voetbalvereniging • Katholieke krant • Katholieke radiozender • Katholieke vakbond • Katholieke politieke partij • Katholieke dokter • Katholieke winkels • Zo ook voor protestanten en socialisten en de rest Verzuiling

  13. Na komst van radio: • Elke zuil kreeg eigen radiozender. • Protestanten: NCRV (Nederlandse Christelijke Radio Vereniging) • Katholieken: KRO (Katholieke Radio Omroep) • Socialisten: VARA (Vereeniging van Arbeiders Radio Amateurs) • Moderne protestanten: VPRO (Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep) • Rest: AVRO (Algemene Vereniging Radio Omroep) • Dit worden later ook de tv-zenders op Nederland 1,2 en 3 Verzuiling radio

  14. Politieke partijen moesten gaan samenwerken om Nederland weer op te bouwen. Maar door bestaande verzuiling was dat lastig. 1951: eerste landelijke programma op TV. Iedereen was nieuwsgierig naar zo’n “beeldbuis”. Na WO II

  15. Overheid wilde het gezin beschermen Ouders kregen toeslag: kinderbijslag. Gezinspolitiek: alles regelen voor het gezin! (vooral confessionele partijen vonden dit belangrijk) Vrouw ging niet werken, maar zorgde voor de kinderen. Dagelijkse leven:

  16. Er kwam wat meer welvaart. Er waren ook meer arbeiders nodig. Dus vrouwen konden ook gaan werken. Minder controle thuis Maar wel sociale controle op straat: Eind jaren ‘50

  17. Iedereen kende elkaar Kerk, familie en vrienden controleerden elkaar. Jongeren hielden zich aan de geldende Normen en waarden. Dit zijn ongeschreven regels in de samenleving. Sociale controle

  18. The end

More Related