180 likes | 320 Views
SITUATIEWAARNEMING. Of:. Hoe gedrag en cognitie gekoppeld zijn. Emotie. Aard: Psychologisch proces dat zich in tijd uitstrekt Functie: Organisme voorbereiden op gedrag Opgewekt door: Combinatie van Persoonlijke factoren: Wensen, Doelen, Belangen.
E N D
SITUATIEWAARNEMING Of: Hoe gedrag en cognitie gekoppeld zijn
Emotie • Aard: Psychologisch proces dat zich in tijd uitstrekt • Functie: Organisme voorbereiden op gedrag • Opgewekt door: Combinatie van • Persoonlijke factoren: Wensen, Doelen, Belangen. • Situationele factoren: Mogelijkheden, Aanwijzingen, Normen
Wisselwerking Persoon-Situatie • Wat situatie met persoon doet: Gedragswaarschijnlijkheid veranderen door: • Verschaffen gedrags- (On-)Mogelijkheden • Activeren c.q. onderdrukken vaste gedragspatronen (FAPs) • Persoon op idee brengen (‘Priming’) • Persoon ‘besmetten’ • Wat persoon met situatie doet: • Situatie beinvloeden door bestendigen c.q. veranderen ervan • Andere situatie opzoeken • Situatie ontkennen of fout waarnemen.
Oorzaken gedragsverandering } bein- }vloeden } emotie } en } worden } erdoor } bein- } vloed • Vanuit Persoon: • Opdoemende behoeften • Verveling/gewenning aan huidig gedrag • Angst voor consequenties huidig gedrag • Vanuit Situatie: • Opdoemende cues • Voorbeeld anderen • Uitputting ‘hulpbronnen’ situatie
Appraisal 1 Hoofdsoorten • Arnold (1960)Inhoudelijk • Drie dimensies: Gunstig vs. Schadelijk Aan- of Afwezigheid object Wel vs. Niet benader- of vermijdbaar • Lazarus (1966)Procesgericht • Toegepast op stress. • Twee soorten: Primary (Wat biedt de situatie?) en Secundair (Wat kan ik met die situatie?)
Appraisal 2 Inhoudelijke systemen • Arnold (1960) : Gunstig vs. Schadelijk Aan- vs. Afwezigheid object Wel vs. Niet benader- of vermijdbaar • Roseman (1984): Begeerlijk vs. Ongewenst Aan- vs. Afwezigheid object Zekere vs. Onzekere uitkomst Wie is agent? (Zelf vs. Omstandigheden) Verdiend vs. Onverdiend • De Rivera (1977): Toenadering vs. Verwijdering Object ‘Ik’ vs. Object ‘Het’ Soort relatie (Bv Toebehoren,Erkenning, Zijn) • Solomon (1976): 13 Beoordelingscategorieen (richting, eval. etc)
Appraisal 3 Inhoudelijke systemen • Scherer (1984): Prettig vs. Onprettig Verwacht vs. Onverwacht Equity/Relevance Hanteerbaar vs. Niet hanteerbaar Normconsistentie Zelfconststentie
Appraisal 4 Inhoudelijke systemen • Frijda (1986): • Kerncomponenten (spreekt het me aan? {Pr.App.}) • Objectiviteit, Relevantie, Realiteitsniveau, Moeilijkheid, Urgentie, Ernst, Valentie, Aanspraak, Helderheid, Meervoudigheid. • Contextcomponenten (wat kan ik doen? {Sec.App.}) • Aanwezigheid, Zekerheid, Verandering, Openheid, Intentionaliteit, Beheersbaarheid, Veranderbaarheid, Object vs. gebeurtenis-evaluatie, Focaliteit vs. globaliteit, Bekendheid • Objectcomponenten (wat heeft het veroorzaakt?) • Betekenis voor Ik, Gerichtheid op Ik, Object vs. subject-lot, Waarderelevantie
Appraisal 5 Review vdSande • SOORT INTERACTIEPROCESSEN [32] • Werk(Taak)-Omgang(SE) 10 • Werk-Ontspanning 1 • Werk-Werkomstandigh. 1 • Vriendelijk-Vijandig 8 • Fysiek-Verbaal 3 • Fysiek-Sociaal 1 • Passief-Actief 4 • Intiem-Niet intiem 2 • Focus zelf-Ander 1 • Direct-Indirect 1
Appraisal 6 Review vdSande • NORMERING IN SITUATIE [24] • Zakelijk-Emotioneel 5 • Formeel-Informeel 4 • Gepland-Spontaan 4 • Structuur-Onzekerheid 2 • Waarsch-Onwaarsch 2 • Aangepastheid(Contr) 2 • Bekend-Onbekend 4 • Rechtvaardigbaar 1
Appraisal 7 Review vdSande • MACHTSASPECTEN VAN SITUATIE [11] • Lotscontr-Gedr.contr 5 • Cooperatief-Comp. 2 • Winnen-Compromis 1 • Onth.belon-Geven straf 1 • Machtsafstand 1 • Vertrouwen-Geen Vertr. 1 • INVOLVERENDHEID VAN SITUATIE [11] • Involvering 6 • Belangrijk-Onbelangr. 5 • WAARDERING VAN SITUATIE [9] • Evaluatie 7 • Gespannenheid 2
Reversal Theory (Apter, 1980) aangenaam paratelisch onaangenaam telisch rustig sensatie
drie dimensies waarop massaverschijnselen geordend kunnen worden MANIFESTATIE PANIEK DOELGERICHT DEMO OPSTAND CONCERT LYNCH LOTSCONTROLE FEEST REL SPEELS GEDRAGSCONTROLE VRIENDVIJAND
Gedragspatronen • Agonistisch (Vecht/vlucht, Jagen, Doden, Dreigen) • Voortplanting (Hofmaken, Paring) • Kinderzorg (Temperatuur, Voedsel, Veiligheid) • Fourageren (Zoeken, Eten, Delen, Herkauwen, Verteren) • Bouwen (Hol, Nest, Val, Dam) • Verkennen (Omgeving, Wacht houden, Vijanden) • Lichaamsverzorging (Gladstrijken, Wassen, Vlooien) • Afwachten (Pauzeren,Wachten op, Uitrusten, Zonnen) • Migratie (Trek, Nomadisme) • Spel (Sociaal, Prooi, Vecht/vlucht, Paring)
Van Heck’s taxonomie van situaties • Interpersoonlijk conflict, rampen, gevechten • Samenwerking, ideeenuitwisseling • Intimiteit, relaties en sexuele activiteit • Recreatie, amusement, feest • Reizen • Rituelen, religie, begrafenissen • Sport en competitie • Excessen (sex en drank), gokken, hypnose • Huishouden, bedienen • Kopen, verkopen, handeldrijven
Conflict, rampen Relaties en sex Recreatie, feest Sport en competitie Samenwerking Reizen Rituelen Excessen Bedienen Handeldrijven Agonistisch Voortplanting en kinderzorg Spel Spel Bouwen Migratie Fourageren Verkennen Lichaamsverzorging Afwachten Van Heck’s taxonomie en de gedragspatronen
Acht gedragspatronen geordend op drie dimensies samenwerk doden DOELGERICHT advies sabotage wacht dreigen LOTSCONTROLE verken bluf SPEELS GEDRAGSCONTROLE VRIENDVIJAND