1 / 16

Natuur- weten-schappen

Natuur- weten-schappen. Pag. 62. Wat je ogen niet meer kunnen zien. 12. Om te weten uit welke delen de organen opgebouwd zijn, heb je hulpmiddelen nodig die vergroten . Som enkele hulpmiddelen op:. vergrootglas. bril. microscoop. Opdracht 1. Werk met de microscoop. Partnerwerk:

tameka
Download Presentation

Natuur- weten-schappen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Natuur-weten-schappen

  2. Pag. 62 Wat je ogen niet meer kunnen zien. 12 Om te weten uit welke delen de organen opgebouwd zijn, heb je hulpmiddelen nodig die vergroten. Som enkele hulpmiddelen op: vergrootglas bril microscoop Opdracht 1 Werk met de microscoop. Partnerwerk: Volg de 6 stappen! Werk HEEL voorzichtig met het materiaal! Glas = breekbaar!!

  3. Pag. 63 krantenpapier • Preparaat: ……………………….. • Vergroting: • ooglens: ……………………... • Voorwerplens: ……………… • Totale vergroting: • ……..…………………………………………… x10 x4 x40

  4. Pag. 64 Opdracht 2 Onderzoek de eigenschappen van het beeld. Sommige toestellen vertekenen de werkelijkheid. PROEF: (per 2) Uitvoering: Bestudeer het preparaat onder de microscoop. Maak er een tekening van. - preparaat: - totale vergroting: 3. Beweeg het preparaat zoals de onderstaande pijlen: De letter ‘R’ x40

  5. R

  6. Pag. 64 Besluit: Het beeld is: 1) ………………………….. 2) ………………………….. 3) ………………………….. Als je het preparaat verplaatst , beweegt het beeld in dezelfde/ tegengestelde richting. Als je het preparaat verplaatst, beweegt het beeld in dezelfde/ tegengestelde zin. vergroot gespiegeld omgekeerd

  7. Pag. 65 HOE MAAK JE EEN PREPARAAT? Neem een voorwerpglas. Leg wat je wil onderzoeken op het voorwerpglas. Laat één kleine druppel lugol op het voorwerp vallen. Plaats het dekglaasje.

  8. Pag. 66 Wat zijn de kleinste levende bouwstenen van een organisme? 13 Organisme  stelsels  organen Opdracht 1 Herken een weefsel. • Doorsnede orgaan: • verschillende lagen met elk hun typische vorm en kleur. • = weefsel • Opdracht: • kleur twee weefsels van de tong + blad

  9. Pag. 67

  10. Pag. 67 Opdracht 2 Herken een cel. • Weefsels opgebouwd uit ‘hokjes’ = cellen • cel = kleinste levende bouwsteen waaruit organisme is opgebouwd. • Cellen met dezelfde vorm en kleur vormen een weefsel •  Cellen in hetzelfde weefsel hebben dezelfde functie • Opdracht: • Maak een tekening van een cel.

  11. PLANTENCEL DIERENCEL

  12. PLANTENCEL DIERENCEL • Besluit: • Een orgaan is opgebouwd uit cellen die gegroepeerd zijn inweefsels. In een weefsel hebben alle cellen dezelfde vorm, kleur e functie. •     organisme stelsels organen weefsel cellen

  13. Pag. 68 Hoe verschillen cellen van elkaar? 14 Weefsels bestaan uit cellen. Uit welke delen bestaat een cel? Opdracht 1 Herken de delen van een cel. PARTNERWERK: Schrijf in elk vakje van figuur 4 en 5 het juiste nummer.  LEERKRACHT CONTROLEERT 3) Kleur de verschillende delen in de kleur uit de tabel.

  14. Even testen! De plantaardige cel bladgroenkorrel celwand celkern celplasma cel- membraan vacuole

  15. Even testen! De dierlijke cel celplasma vacuole celkern celwand

  16. Pag. 69 Opdracht 2 Vergelijk een plantaardige en een dierlijke cel X X X X X X X X X X Welke delen zie je zowel bij plantaardige als bij dierlijke cellen? ……………………………………………………………………………………… Welke delen zie je enkel bij plantaardige cellen? ……………………………………………………………………………………… Celmembraan, celplasma, celkern en vacuole Celwand en bladgroenkorrels

More Related