120 likes | 266 Views
Les 6. Voor de poes. Bewerkt door Jalien, Lorraine en Eveline 2004-2005. O, bietje, batje, bootje, boe, in het weiland loopt een koe. 1. O, nichtje, nachtje, nochtje, nas, de boer die maait het malse gras. 2. O, riempje, raampje, rompje, ruis, de boer die stopt en gaat naar huis. 3.
E N D
Les 6 Voor de poes Bewerkt door Jalien, Lorraine en Eveline 2004-2005
O, bietje, batje, bootje, boe, in het weiland loopt een koe. 1
O, nichtje, nachtje, nochtje, nas, de boer die maait het malse gras. 2
O, riempje, raampje, rompje, ruis, de boer die stopt en gaat naar huis. 3
O, biempje, bampje, boompje, bouw, in het huis daar is zijn vrouw. 4
O, schrikje, schrakje, schrokje, schram, de vrouw die smeert een boterham. 5
O, kipje, kapje, kopje, koning, op de boterham smeert zij honing. 6
O, prinsesje, pransje, pronsje, praas, op de honing doet zij kaas. 7
O, lichtje, lachtje, lochtje, lorst, op de kaas komt nog wat worst. 8
O, vliegje, vlagje, vlogje, vlond, de boterham valt op de grond. 9
O, schriftje, schraftje, schroftje, schrat, de boterham is voor de kat. 10
O, filmpje, falmpje, folmpje, fluit,hiermee is dit versje uit. 11