1 / 21

WINDHANDEL

WINDHANDEL. Ton van Schaik Januari 2006. Price-Earnings Ratio U.S. (1881-2005). Amsterdam in de 17de eeuw (I). Amsterdamse Beurs (geopend in 1611) was in de zeventiende eeuw het zenuwcentrum van de gehele internationale economie.

trilby
Download Presentation

WINDHANDEL

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. WINDHANDEL Ton van Schaik Januari 2006

  2. Price-Earnings Ratio U.S. (1881-2005)

  3. Amsterdam in de 17de eeuw (I) • Amsterdamse Beurs (geopend in 1611) was in de zeventiende eeuw het zenuwcentrum van de gehele internationale economie. • Er werd permanent in goederen, aandelen en obligaties gehandeld. Ook werden er continu verzekeringen afgesloten en vrachten geregeld. • Hieraan lag een permanente stroom van informatie ten grondslag. • Amsterdam was het knooppunt in deze informatievoorziening.

  4. Amsterdam in de 17de eeuw (II) • Informatie was niet kosteloos, maar wel relatief goedkoop door de schaal waarop informatie binnenkwam. Er bestonden bijvoorbeeld inlichtingennetwerken tussen kooplieden. • Twee hoofdvormen van het samenbrengen en en analyseren van informatie waren: • (1) de afstandelijke analyse van gegevens die in archieven opgeslagen lagen en/of door het ambtelijk apparaat verzameld werden; • (2) de verspreiding van tips en geruchten en het kweken van stemming op de beurs, in de herberg, enzovoort.

  5. Amsterdam in de 17de eeuw (III) • Het ontstaan van een permanente markt aan de Amsterdamse beurs schiep een situatie, waarin speculatieve praktijken zich konden ontwikkelen en verbreiden. • Er ontstond termijnhandel voor een breed scala aan goederen. • Bij het afsluiten van de contracten hadden de kopers in toenemende mate helemaal niet de bedoeling om de goederen af te nemen, en de verkopers bezaten de goederen niet eens en hadden ook niet de bedoeling die te verwerven. • Het meest dramatische hoogtepunt van deze speculatieve handel was de tulpenwindhandel van 1636-1637.

  6. Tulpenmanie (1636-1637) • Bloembollen waren een betrekkelijk nieuwe waar, die erg gewild was en van nature een karakter had dat zich voor gokken leende. Het was mogelijk om de toekomstige bollen vóór de tijd van het rooien nog in de grond te verkopen. • In de zomer van 1636 verbreidde deze activiteit zich buiten de kring van de tulpenkwekers, waarbij de speculatiekoorts door het uitbreken van een ernstige pestepidimie werd aangewakkerd. • Februari 1637 bereikte de opwinding haar hoogtepunt, toen 100den gewone burgers in herbergen samenstroomden om tulpenbollen die zij niet wilden hebben of leveren, te kopen en te verkopen. Deze termijnhandel klapte plotseling in elkaar.

  7. Price-Earnings Ratio • Robert Shiller heeft twee tijdreeksen samengesteld (voor de VS, vanaf 1880): • (1) real S&P composite stock price index • (2) real S&P composite earnings. • De verhouding tussen deze reeksen is de Price-Earnings ratio. • Deze verhouding kent vier pieken: 1901, 1929, 1966 en 2000. • Typerend is dat de aanloopperioden naar deze pieken veel overeenkomsten laten zien, zoals geloof in een nieuwe economie, ongebreideld optimisme en tunneldenken. • Shiller spreekt in dit verband over New Era Economic Thinking.

  8. De piek van 1901 (I) • Januari 1901 werd als het begin van de 20ste eeuw gezien. • Er werd toen veel over de toekomst en over ‘high technology’ gesproken. • Men had het over treinen die 150 mijl per uur zouden gaan rijden. • Op een tentoonstelling in Buffalo, New York, waren de wonderen van met name electriciteit te zien. • Er waren hoge verwachtingen, bijvoorbeeld over reizen naar de maan. • “In a sense, the high-tech age, the computer age, and the space age seemed just around the corner in 1901, though the concepts were expressed in words different from those we would use today”.

  9. De piek van 1901 (II) • Er was nog een andere reden waarom mensen dachten dat aandelen steeds meer waard zouden worden: de concentratiegolf in het bedrijfsleven. • Men geloofde dat door concentratie monopolie-winsten zouden ontstaan. • Er was een ‘new economy’ denken dat sterk gevoed werd door het laatste nieuws. • Aan alternatieve scenario’s voor de toekomst werd nauwelijks aandacht besteed. • De stemming leek sterk op die van bijna een eeuw later, de periode 1995-2000.

  10. De piek van 1901 (III) • Men geloofde ook niet in het gevaar van paniekverkopen van aandelen, omdat aandelen in ‘sterke handen’ waren. • “The ownership of stocks has changed hands. The public speculators do not own them. They are owned by people who are capable of protecting them under any circumstances, such as the Standard Oil, Morgan, Kuhn Loeb, Gould and Harriman Interests. These people who are the foremost financiers of the country evidently know when they go into a proposition what ultimate results may be expected.” (New York Times, 1901) • Dit heeft de beurs crash van 1907 echter niet kunnen voorkomen.

  11. Pieken en dalen • Juni 1901: 214 • November 1907: 132 • Augustus 1921: 69 • September 1929: 343 • Juni 1932: 66

  12. De piek van 1929 (I) • De jaren twintig werden gekenmerkt door sterk stijgende aandelenkoersen, gepaard aan hoge economische groei. • Er was sprake van een brede verspreiding van technische vindingen die voorheen alleen voor de rijken beschikbaar waren. • Het autobezit steeg van 1,7 miljoen in 1914 via 8,1 miljoen in 1920 naar ruim 23 miljoen in 1929. De auto bracht een nieuw gevoel van vrijheid en kansen met zich mee. • De jaren twintig brachten de grootschalige verspreiding van electriciteit en electrische apparaten, zoals wasmachines. • Ook de radio ontwikkelde zich razendsnel. In 1920 waren er maar drie radiostations in de VS, in 1923 al meer dan vijfhonderd. • Films werden met geluid uitgebracht.

  13. De piek van 1929 (II) • Deze vindingen drongen door tot in alle uithoeken van de maatschappij, op het werk, thuis en in de vrije tijd. • De jaren twintig werden gekenmerkt door een golf van optimisme. Dat leidde uiteindelijk tot massaal tunneldenken. • Dice (1929) schreef over “a new world of history, referring to techniques of mass production, large research departments, the beginning of the electrical age, the emergence of large scale production, and the mechanization of agriculture. “ • Dice schreef niet alleen over “new world of industry”, maar ook over “new world of finance”, en “new world of distribution”, een soort voortgangsgeloof dus over alle aspecten van het economisch leven. • Het boek van Dice verscheen in augustus 1929, precies een maand voor de piek van 1929.

  14. De piek van 1929 (III) • “Professor Irving Fisher at Yale, who has been described as one of America’s most eminent economists, argued that the U.S. stock market was not at all overvalued. • He was quoted as saying just before the peak in 1929 that ‘stock prices have reached what looks like a permanently high plateau’. • Yet Fisher was still able to be optimistic after the crash (Black Thursday), especially since the market had gone down only a fraction of the distance it ultimately would by 1932, and the crash did not yet seem to signal anything like the end of an era. • Fisher argued that the outlook was for rapidly increasing earnings for a number of reasons, some of them parallel to those cited by Dice (for example: merger movement of the 1920s allowed economies of large-scale production).

  15. De piek van 1966 (I) • Tussen september 1953 en december 1955 stegen de reële aandelenkoersen in de VS met bijna 100%. • Er ontstond plotseling een nieuwe golf van optimisme. • Analoog aan de verspreiding van de radio als voertuig voor een massale nationale cultuur in de jaren twintig, lieten de jaren vijftig de wijde verbreiding van televisie zien. • In 1948 had maar 3% van de Amerikaanse gezinnen televisie, in 1955 was dat al 76%. • Net als later bij het Internet werd televisie gezien als een technologische vernieuwing, waar niemand omheen kon. • De inflatie was laag en er was weinig vrees voor conjuncturele depressies. • De Baby Boom van na de oorlog was een andere belangrijke factor die voor economische groei zorgde.

  16. De piek van 1966 (II) • John Kennedy, die in 1960 president werd, wakkerde het vuur verder aan. Zijn aanvaardingstoespraak van 1961 zat vol optimisme, vertrouwen en nationale symbolen zoals de belofte om voor 1970 de eerste mens op de maan te zetten. • De aandelenkoersen gingen omhoog. Men sprak van “The Kennedy Market”. • De initiatieven van Kennedy werden gevolgd door het “Great Society” programma van zijn opvolger Lyndon Johnson in 1964. • Beleggers geloofden in die tijd dat inflatie geen probleem was, omdat aandelenkoersen deze zouden verwerken. • Een psychologisch belangrijke factor was dat de Dow in de richting van de magische grens van 1000 ging.

  17. De piek van 1966 (III) • Maar: de Dow kwam tot 1982 nooit echt boven de 1000 uit. • En…… • In reële termen werd het niveau van januari 1966 pas weer in januari 1992 bereikt. • 26 jaar later dus!

  18. AEX: 1997-2005 • 453,78: 7 augustus 1997 (oude 1000 punten grens) • 701,56: 4 september 2000: (piek van 2000: ‘all times high’) • 218,44: 12 maart 2003 • 441,37: 13 januari 2006

  19. De piek van 2000 (I) • Shiller beschrijft twaalf factoren die elkaar in de periode 1980-2000 versterkt hebben en die uiteindelijk tot de windhandel in aandelen hebben geleid. • Deze factoren hebben niet alleen betrekking op de aandelenmarkten, maar ook op de woningmarkten. • Daarbij gaat het niet om rationele reacties van economische actoren, maar om de minder rationele reacties van het algemene publiek (general public). • Deze factoren zijn:……

  20. De piek van 2000 (II) • (1) De kapitalistische explosie en het ontstaan van een maatschappij met een brede verspreiding van eigendom. • (2) Culturele en politieke veranderingen, waardoor de maatschappelijke waardering voor zakelijke successen is toegenomen. • (3) De nieuwe informatietechnologie. • (4) De monetaire politiek van de Amerikaanse Centrale Bank (Alan Greenspan). • (5) De echo-effecten van de na-oorlogse geboortegolf. • (6) De enorme groei van de verspreiding van zakennieuws via de media.

  21. De piek van 2000 (III) • (7) De aanhoudende stroom van optimistische voorspellingen van deskundigen (Nederland: poldermodel). • (8) De expansie van het kapitaaldekkingsstelsel ter financiering van pensioenen. • (9) De groei van beleggingsfondsen. • (10) De steeds lagere inflatie. • (11) De wereldwijde expansie van de handel op financiële markten (afnemende transactiekosten). • (12) De wereldwijde groei van gokmogelijkheden, vaak aangestuurd door overheden.

More Related