1 / 17

voetsporenonderzoek

voetsporenonderzoek. voetstap-afstand onderzoek . Uit de voetsporen kunnen we zelfs achterhalen hoe snel die dinosauriërs daar liepen. Deze snelheid hangt af van de afstand tussen de voetsporen, De paslengte ,

trixie
Download Presentation

voetsporenonderzoek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. voetsporenonderzoek voetstap-afstand onderzoek

  2. Uit de voetsporen kunnen we zelfs achterhalen hoe snel die dinosauriërs daar liepen. Deze snelheid hangt af van • de afstand tussen de voetsporen, • De paslengte, • en van de grootte van de dinosaurus die het voetspoor achterliet. • Doordat soms hele skeletten gevonden zijn, weten we hoe groot zo’n dier geweest is. Uit examenopgave H5 wiskunde

  3. Voetsporen op plaatsdelict Relatie voetspoorafstand – lengte of snelheid persoon

  4. In dit experiment bepaal je de relatie tussen hoe snel iemand loopt of rent en de afstand tussen zijn voetsporen (de stapgrootte). • Iemand lang met lange benen • Iemand met korte benen • Stappen • Rennen • Stopwatch • Lintmeter • Stappen tellen  afstand per stap voetsporen op de plaats delict

  5. De ene grond is de andere niet. • Verschillen in grondsoorten kunnen ook gebruikt worden in het forensisch onderzoek. • Komt de grond onder de zolen van de verdachte overeen met die van de PD? • En is de grond onder de zolen van het slachtoffer gelijk aan die van de PD? • Wanneer er een andere grondsoortonder de zolen wordt gevonden, •  waarschijnlijk dat het slachtoffer daar na zijn/haar dood gedumpt is. 3.1 Grondeigenschappen

  6. Verschillende soorten zand : • Japans sterrenzand (boven), • glauconietzand(midden) Nederland • obsidiaanzand (onder) uit Punaluu (Hawaii) Onder een vergrootglas

  7. Grond bestaat uit • kleine korreltjes steen, • mineralen en • organisch materiaal. • De verhouding tussen deze componenten en de afkomst maakt dat iedere grondsoort uniek is en dus ook unieke eigenschappen bezit. grond

  8. pH • geleidbaarheid, • Water-absorberendvermogen • uiterlijke kenmerken onder een vergrootglas. • kleur, • structuur, • Korrelgrootte • Hoeveelheid organisch materiaal Hoe kun je onderscheid maken tussen verschillende grondsoorten?

  9. De geleidbaarheid G van een bepaalde grondlaag geeft aan hoe goed die laag elektriciteit kan geleiden. • Het is dus in feite het omgekeerde van de elektrische weerstand R (in Ω): • G  uitgedrukt in Ω-1 nieuwe eenheid = Siemens (S) • De lading stroomt • makkelijker door een grondlaag naarmate de doorsnede A ( in m2 ) groter is • moeilijker naarmate de stroomweg l (in m) langer is. • σ = soortelijke geleidbaarheid • (Deze grootheid geeft dus aan wat de geleidbaarheid is van een hoeveelheid grond met een doorsnede van 1 m2 en een lengte van 1 m.) soortelijke geleidbaarheid σ

  10. Leid af dat de eenheid van σ de S/m is. • G S • L m • A m² Opdracht 3.1

  11. Ionen maken de grond geleidbaar. • De geleidbaarheid is dus een maat voor de hoeveelheid ionen in de grond. • OH- en H+ ionen kunnen de geleidbaarheid ook doen toenemen. • Een bodem kan een lage zoutconcentratie hebben, maar een hoge geleidbaarheid door een lage pH. ( waardoor lage pH? geleidbaarheid

  12. Figuur 3B: proefopstelling • Twee elektroden met afmetingen van 3 bij 4 cm steken in een bakje met rivierzand dat is vervuild. De elektroden staan op 10 cm van elkaar. • Men zet 5,0 V over het bakje en de stroom wordt gemeten. Er blijkt een stroom van 3,0 mA lopen. • Neem aan dat de stroom alleen loopt tussen de twee elektroden en homogeen verdeeld is over de grond tussen de elektroden. • a. Bereken de geleidbaarheid van deze opstelling • b. Bereken de soortelijke geleidbaarheid van dit rivierzand. Opdracht 3.2Bekijk de proefopstelling in figuur 3B.

  13. pH = maat voor de zuurtegraad. • Citroensap is zuurder dan water. lagere pH dan 7( water). • pH lager dan 7 zure oplossing genoemd. • Is de pH hoger dan 7 oplossing basisch. • pH = 7  pH = neutraal • kalk (CaCO3) reageert met water (H2O) tot HCO3- en OH- ionen, die de bodem meer basisch maken • grond met een grote hoeveelheid organisch materiaal is doorgaans zuurder dan grond zonder organisch materiaal. • Veengrondbijvoorbeeld bevat een grote hoeveelheid organisch materiaal en heeft een lage pH • (bacteriën verteren de plantenresten zuurstofarm (anaëroob). Hierbij komen onder andere zuren vrij) pH

  14. kleigrond, bestaande uit kleine deeltjes heeft een groot waterabsorberend vermogen. • Zand bestaat uit grotere korrels en houdt minder water vast dan klei. • De chemische samenstelling van de gronddeeltjes speelt ook een rol. • Kleideeltjes bijvoorbeeld zijn geladen en ‘trekken’ hierdoor gemakkelijker water aan. • Grotere hoeveelheden organisch materiaal (zuren) verhogen het waterabsorberendevermogen eveneens. Waterabsorberend vermogen

  15. De kleur van de grond wordt bepaald door zijn compositie. • Organisch materiaal maakt de grond donkerder. • Mineralen kunnen de grond ook een kleur meegeven. • IJzerionenmaken de grond roder, zoals de Uluru rotsformatie in Australië. Kleur

  16. aardlagen

  17. experiment

More Related