1 / 4

De coniunctivus

De coniunctivus. Basis: het verschil met de indicativus is dat de coniunctivus een zekere mate van onzekerheid toevoegt aan de mededeling. Het is maar de vraag of de gedane mededeling waar is / wordt. coniunctivus vorming gebruik in hoofdzinnen in bijzinnen.

Download Presentation

De coniunctivus

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De coniunctivus • Basis: het verschil met de indicativus is dat de coniunctivus een zekere mate van onzekerheid toevoegt aan de mededeling. Het is maar de vraag of de gedane mededeling waar is / wordt. coniunctivus vorming gebruik in hoofdzinnen in bijzinnen

  2. Coniunctivus - vorming

  3. Coniunctivus in hoofdzinnen • Aansporing (con. adhortativus) cantemus – laten wij zingen • Verbod (con. prohibitivus) ne cantes! – zing niet! • Wens (con. optativus) vervulbaar (con praes.): vivat regina! – leve de koningin! onvervulbaar (con. impf / plqmpf): utinam regina viveret - Ach leefde de koningin nog maar. • Twijfel (con. dubitativus) Quid faciam? – Wat moet ik doen? • Mogelijkheid (con. potentialis) van het heden (con. pr./pf.): Aliquis dicat /dixerit – Iemand zou kunnen zeggen van het verleden (con. impf): Aliquis diceret – Iemand had kunnen zeggen • Niet-werkelijkheid (con. Irrealis) van het heden (con. impf.): Numquam hoc facerem – Dat zou ik nooit doen van het verleden (con. plqmpf): Numquam hoc fecissem – Dat zou ik nooit gedaan hebben

  4. Coniunctivus in bijzinnen • Na bepaalde voegwoorden (bv. ut, cum) ut – opdat, zodat cum - toen, nadat, omdat, hoewel • In de afhankelijke vraag Rogo an Lucius domum eat – Ik vraag of Lucius naar huis gaat • Na een betrekkelijk vnw. (finale bijsmaak) Dominus servos, qui cibum emerent, in forum misit – De heer zond slaven naar de markt om eten te kopen • In potentiële of irreële conditionele bijzinnen (met si / nisi/sin) si dives essem, domum emerem – als ik rijk zou zijn, zou ik een huis kopen • Na ww van vrezen of verhinderen (met ne) Timeo ne Lucius non veniat – Ik ben bang dat Lucius niet komt

More Related