1 / 33

CAT: Lipoproteïne A

CAT: Lipoproteïne A. Heidi Castryck Imeldaziekenhuis 26/03/2004. Clinical/diagnostic scenario. Lp(a) = apolipoproteïne(a) covalent gebonden aan apolipoproteïne(b) door disulfidebrug

upton
Download Presentation

CAT: Lipoproteïne A

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. CAT: Lipoproteïne A Heidi Castryck Imeldaziekenhuis 26/03/2004

  2. Clinical/diagnostic scenario • Lp(a) = apolipoproteïne(a) covalent gebonden aan apolipoproteïne(b) door disulfidebrug • Apo(a) bestaat uit kringlestructuren, sequentie sterk gelijkend op kringle 4 van plasminogeen komt in multiple kopieën voor • 10 verschillende motieven van kringle 4 zijn te onderscheiden, allemaal komen ze enkelvoudig voor behalve type 2, deze is aanwezig in 3 tot 40 kopieën • =moleculaire basis voor heterogeniteit

  3. Clinical/diagnostic scenario • Grote apo(a) glycoproteïnen (hoog aantal identieke kopieën van K4 motief type 2) lage concentratie Lp(a) • Kleine apo(a) glycoproteïnen (laag aantal identieke kopieën van K4 motief type 2) hoge concentratie Lp(a)

  4. Clinical/diagnostic scenario • Lp(a) concentratie is genetisch bepaald • Rasgebonden: Afro-Amerikaanse bevolking: normale verdeling, Kaukasische en Oostaziatische bevolking: verschuiving naar links • Vrij constant binnen individu, MAAR…

  5. Clinical/diagnostic scenario • Akuut fase reactans • Lp(a) stijgt postmenopauzaal, fluctuaties tijdens zwangerschap en postpartum en daalt onder oestrogeensubstitutietherapie • Lp(a) daalt igv leverziekte en overmatig alcoholgebruik • Lp(a) daalt ook igv diabetische proteïnurie en nefrotisch syndroom

  6. Clinical/diagnostic scenario • Fysiologische functie is ongekend • Interfereert met fibrinolyse, owv structurele gelijkenis met plasminogeen

  7. Three-part question • Wat is de waarde van Lp(a) bepaling in het screenen naar verhoogd risico op coronary heart disease (CHD)? • Is de Lp(a) latex reagens test een betrouwbare test voor het bepalen van Lp(a)? Welke cutoff waarde? • Heeft bepalen van Lp(a) nut in de follow-up van CHD? Is Lp(a)-verlagende therapie zinvol?

  8. 1. Wat is de waarde van Lp(a) bepaling in het screenen naar verhoogd risico op coronary heart disease (CHD)? • Associatie met: • onstabiele angor • complexe coronaire lesies • premature CHD • eindorgaanschade igv arteriële hypertensie, retinale arteriële occlusie • cerebrovasculaire ziekte (enkel bij mannen)

  9. 1. Wat is de waarde van Lp(a) bepaling in het screenen naar verhoogd risico op coronary heart disease (CHD)? • Retrospectieve en cross-sectionele studies suggereren verband tussen Lp(a) en CHD • Prospectieve studies zijn tegenstrijdig • 2 belangrijke meta-analyses van 14 en 27 prospectieve studies:

  10. 1. Wat is de waarde van Lp(a) bepaling in het screenen naar verhoogd risico op coronary heart disease (CHD)? • In 12 van de 14: Hogere Lp(a) waarden bij patiënten die later CHD ontwikkelen • In 18 van de 27: Combined risk ratio van 1,7 van patiënten met waarden in bovenste derde in vergelijking met onderste derde • Geen duidelijke correlatie tussen klassieke vasculaire risicofactoren en Lp(a) • Aanpassing van andere risicofactoren houdt geen verminderde risk ratio in

  11. 1. Wat is de waarde van Lp(a) bepaling in het screenen naar verhoogd risico op coronary heart disease (CHD)? • Aan Lp(a) toegeschreven risico toch afhankelijk van gelijktijdig aanwezige ander risicofactoren; synergistisch effect • Recente prospectieve studie op 65+: onafhankelijk risicofactor voor CVA, cardiovasculaire sterfte en algemene mortaliteit bij mannen, maar niet bij vrouwen • 5de quintiel 3x hoger risico als 1ste quintiel: vermoedelijk neemt risico progressief toe met toenemend Lp(a)

  12. 1. Wat is de waarde van Lp(a) bepaling in het screenen naar verhoogd risico op coronary heart disease (CHD)? • Review over Emerging Risk Factors for Atherosclerotic Vascular Disease (naast Lp(a), ook CRP, fibrinogeen en homocysteïne): • Asymptomatisch, familiale geschiedenis, geen duidelijke conventionele risicofactoren • Prematuur vasculair lijden, geen andere verklarende factoren • Agressief of recurrent vasculair lijden ondanks optimale behandeling van andere risicofactoren • Recent Special Report in Clinical Chemistry: tevens zinvol igv borderline LDL-cholesterol of hoog apo(b)

  13. 1. Wat is de waarde van Lp(a) bepaling in het screenen naar verhoogd risico op coronary heart disease (CHD)? • American Heart Association and American College of Cardiology: Guidelines over onstabiele angor en niet-ST-elevated myocardinfarct: Lp(a) is niet opgenomen • In de guidelines for clinical care naar screening and management of lipids van de University of Michigan: Lp(a) speelt rol bij patiënten met intermediate risk

  14. 1. Wat is de waarde van Lp(a) bepaling in het screenen naar verhoogd risico op coronary heart disease (CHD)? • UpToDate: indicaties voor screenen naar Lp(a): • CHD zonder andere geassocieerde dyslipidemieën • Familiale geschiedenis van CHD zonder andere dyslipidemieën • Hypertensie met vroegtijdige eindorgaan schade • Hypercholesterolemie die niet beantwoordt aan statines of resines

  15. 2. Is de Lp(a) latex reagens test een betrouwbare test voor het bepalen van Lp(a)? Wat is de cutoff waarde? • Heterogeniteit van apo(a) glycoproteïne resulteert in significante over- en onderschatting, bij respectievelijk grote en kleine apo(a) partikels

  16. 2. Is de Lp(a) latex reagens test een betrouwbare test voor het bepalen van Lp(a)? Wat is de cutoff waarde? • IFCC ism National Heart, Lung and Blood Institute studie naar standaardisatie van Lp(a) • Doel: referentiemateriaal evalueren • 16 producenten en 6 laboratoria namen deel • Immunoturbidimetrische assay van Denka Seiken vertoonde bijna perfecte correlatie met de referentiemethode • Positieve bias wanneer >25 K4 motieven

  17. 2. Is de Lp(a) latex reagens test een betrouwbare test voor het bepalen van Lp(a)? Wat is de cutoff waarde? • Besluit van de studie: • 80ste percentiel (van blanke populatie) werd als cutoff gekozen, k.o.m. 75nmol/L of +/- 30mg/dL • Heterogeniteit van apo(a) beïnvloedt resultaat en compromitteert daardoor klinische toepassing • (Testen onderhevig aan apo(a) heterogeniteit zouden moeten bevestigd worden door referentiemethode indien bekomen waarde > 50nmol/L) • Bewaring is belangrijk, Lp(a) verdwijnt met de tijd. Bij ons: dagelijks op vers staal

  18. 3. Heeft bepalen van Lp(a) nut in de follow-up van CHD? Is Lp(a)-verlagende therapie zinvol? • Lp(a) varieert weinig binnen een individu, toch studies die tonen dat Lp(a) zou dalen igv dieetmaatregelen • Lp(a) verlagen meest effectief door aferese • Niet aangetoond dat Lp(a) verlagen extra voordeel biedt naast verlagen van LDL tot <130mg/dL

  19. 3. Heeft bepalen van Lp(a) nut in de follow-up van CHD? Is Lp(a)-verlagende therapie zinvol? • Niacine verbetert volledig lipidenprofiel, inclusief Lp(a) • Nicotinezuur en Neomycine zijn specifiek Lp(a)-verlagend (additief) • Nuttig indien LDL niet onder 130mg/dL geraakt • Aspirine zou ook Lp(a) verlagend zijn… • UpToDate: streefdoel Lp(a)<30mg/dL • Geen evidentie dat klinische outcome verbetert!

  20. Clinical bottom line • Screening in algemene bevolking niet zinvol • Wel nuttig om bijkomend risico te kennen en andere risicofactoren te corrigeren • Latex immunoturbidimetrische test correleert zeer goed met referentiemethode • Lp(a) verandert weinig met dieet of andere factoren + verlagende therapie geeft geen bewezen voordeel follow-up is voorlopig niet zinvol

  21. Bij ons… • Van 01/01/2003 tot en met 31/10/2003: 690 aanvragen • 397 (57,5%) door huisartsen (2 huisartsen nemen 88,7% voor hun deel) • 106 (15,4%) aanvragen van cardiologie en cardiochirurgie

  22. Verdeling artsen

  23. Bij ons… • 24,4% van de waarden > of = aan 30mg/dL • K.o.m. 75ste percentiel (29,3mg/dL) • Mediaan = 15,7mg/dL

  24. Verdeling Lp(a)-waarde

  25. Validatie • Intrarun repeteerbaarheid • Between day repeteerbaarheid • Lineariteit • Interferentie van hemolyse en lipiden

  26. Intrarun repeteerbaarheid • 10 bepalingen van zelfde staal in één run • Gemiddelde = 28,7mg/dL • Standaarddeviatie = 0,65 • CV = 2,26

  27. Between day repeteerbaarheid • Dagelijkse controles, beurtelings low en high

  28. Controle low Mean: 20,56mg/dL SD: 2,26 mg/dL CV: 11,01 Controle high Mean: 41,47 mg/dL SD: 3,36 mg/dL CV : 8,10 Between day repeteerbaarheid

  29. Lineariteit • Verdunningsreeks (1, ¾, ½, ¼, 1/8, 1/16, 1/32) in triple • R²= 0,9995

  30. Interferentie hemolyse • 0µL, 5µL en 10µL hemolysaat aan staal toegevoegd en in duplo bepaald

  31. Invloed van lipiden • 0µL, 5µL en 10µL intralipid aan staal toegevoegd en in duplo bepaald

  32. Prijs • Ruwe schatting! • Aangekochte reagentia van 22/01/2003 tot en met 23/10/2003: 1155,43 euro • 690 bepalingen, dit komt neer op 1,67euro per test enkel voor reagentia • + MLT, cupjes, onderhoud… • Niet in de nomenclatuur opgenomen

  33. To do • Overleg met de dienst cardiologie (evt cardiochirurgie) over hun richtlijnen. Welke zijn hun indicaties? Vinden zij dit nuttig? • Overleg met (enkele) huisartsen, test is niet geschikt voor eerstelijnsgeneeskunde, herhaalde bepalingen zijn niet zinvol • Igv herhaalde aanvragen de voorgaande bepaling in het LIS systeem doorgeven met datum

More Related