180 likes | 343 Views
Diabetes I. Prof.R.Rubens Universiteit Gent. Araetius van Cappadocië(81-138).
E N D
Diabetes I Prof.R.Rubens Universiteit Gent
Araetius van Cappadocië(81-138) • “Diabetes is een wonderbaarlijke ziekte, niet zo frekwent bij de mens; het bestaat uit het wegsmelten van het lichaam en ledematen in de urine. Na het vaststellen is het leven kort, zeer onaangenaam en zeer pijnlijk, de dorst is onstelpbaar”
Diabetes: Definitie • Diabetes mellitus is chronische stoornis metabolisme van koolhydraten, vetten en eiwitten met relatief of absoluut insulinegebrek , gevolgd door gestegen glycemie • KLINIEK : vermagering, spierzwakte, moeheid , polydipsie, polyurie, polyfagie • Hoge morbiditeit en toegenomen mortaliteit
Classificatie DM (dl1) • Insulinedependente type 1 diabetes (IDDM) (= vroeger juveniele type) 15 % van de gevallen , 2,5 / 1000 • autoimmuun : Type 1a voorafgaandelijke bekende patronen: • Niet autimmuun type 1b
Classificatie DM (dl II) • Niet Insulindependente type 2(NIDDM) 85 %, prevalentie 2 % , geen neiging tot ketose erfelijkheid is uitgesproken (monozygotische tweelingen tot 90 %, dizygotische 30 tot 40 %, verder MODY types, beide ouders type 2 dan 60 tot 70 % kans) • Zwaarlijvigheid is dikwijls uitlokkende factor type 2B in oude nomenclatuur
Classificatie DM (Dl III) • Ondervoedingsdiabetes • Diabetes geassocieerd met andere pathologie: pancreasziekten, acromegalie, cushing enz.
Aanvullende KH stoornis • Gestoorde Glucosetolerantie : obees, niet obees en met andere pathologie • Zwangerschapsdiabetes
Risicogroepen DM • Gestoorde GTT bij zwangerschap en stress • Potentiële stoornis GTT: ander lid tweeling, vroeger macrosoom kind
Diagnose DM 1 • Meestal acuut tot subacuut : dorst, polyurie, snelle vermagering met boulimie. • Groot risico tot ketoacidose • Bevestiging: glycemie en meting van graad van acidose
Diagnose DM 2 • 3 p’s : polyurie, polydipsie en polyfagie. Niet zelden veel fruster: chronische moeheid, slecht genezende en recidiverende infecties, soms enkel verwikkeling: visus, vasculo of neuropathie • Risicofactoren: familiaal, macrosomie, zwaarlijvigheid, diabetogene farmaca • Onverklaarbare vermagering • Bevestigen met glycemie
Klinisch onderzoek DM • Aspecifiek • Vermagering, deshydratatie • Vasculopathie en neuropathie
Laboratorium DM • Glucosurie • Glycemie • Ketolichamen
GTT Voorzorgen • 3 dagen 150 tot 300 g KH per dag • Normale fysische activiteit • Na zware stress 6 weken tot 2 maand wachten • Opgelet met resorptiestoornissen, koorts, hepatitis enz
Uitvoering GTT • Nuchter niet roken, geen alcohol • Test in de voormiddag • Dosis nu standaard 75 g glucose, bij kinderen 1,75 g /Kg tot maximum 75 g. • Zwangeren : 100 g of 75 g
Interpretatie GTT • Veneus bloed, Capillair bloed of veneus plasma • Bewaring met fluoride 2mg/ml • Strips niet goed voor diagnostiek
Limietwaarden GTT • Nuchter(WHO 1980)140 mg/dl, nu 126 mg/dl (= 7,0 moml/L) (ADA 1997) • At random > 200 mg/dl of 11,1 mmol/L • Op 2 uur postprandiaal > 200 mg/dl • Gestoorde GTT : 110-126 mg/dl en glycemie tussen 140 en 200 mg/dl na 2 uur
Dilemma DM diagnose • Sensitiviteit en specificiteit • Probleem van verwikkelingen • Teveel ongediagnosticeerde diabeten in de bevolking
Betekenis HB A1 en HB A1 c • Niet klassiek diagnostisch, probleem van standaard • Sommige gebruiken circa 1 % boven standaard • Steeds bevestigen met klassieke methode