1 / 27

Valeriana officinalis L.

Valeriana officinalis L. Valeriana officinalis L. Valeriaan Valerianaceae. Valeriaan. Van deze plant: gedroogde ondergrondse delen (wortel, rhizoom) gedroogd <40°C vochtige omgevingen in Europa (grachten, rivierbedding), ook geteeld Inhoudsstoffen sesquiterpenen en iridoiden

winola
Download Presentation

Valeriana officinalis L.

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Valeriana officinalis L. • Valeriana officinalis L. Valeriaan Valerianaceae

  2. Valeriaan • Van deze plant: gedroogde ondergrondse delen (wortel, rhizoom) gedroogd <40°C • vochtige omgevingen in Europa (grachten, rivierbedding), ook geteeld • Inhoudsstoffen • sesquiterpenen en iridoiden • sesquiterpenen: cyclopentyl-carboxylzuren • valeriaanzuur = valereenzuur, acetoxyvaleriaanzuur en hydroxyvaleriaanzuur: stabiel en niet vluchtig • vluchtige: bvb valeranon • niet wateroplosbaar

  3. Inhoudsstoffen isoV isovaleraat

  4. Inhoudsstoffen (vervolg) • Iridoiden = valepotriaten • zeer specifiek • niet geglycosyleerd, lipofiele esters van triolen • valtraat, isovaltraat, acevaltraat • dihydrovaltraat • iso-valeroxy-hydroxy-dihydrovaltraat • moeilijk oplosbaar mengsel • onstabiel, ontbinden onder invloed van licht, hitte en zuur, na 2 weken bij 20°C blijft slecht 1/3 valepotriaten over

  5. Farmacologische eigns • Mineur kalmeermiddel • verantwoordelijke substantie is niet gekend, waarschijnlijk combinatie • valepotriaten: • vermindering in motorische act • minder agressie • spasmolytisch • in vitro: inhibitoren van nucleinezursynthese, zeer cytotoxisch, mutageen en teratogeen, waarschijnlijk geen risico in vivo door afbraak valepotriaten in GI-tractus

  6. Farmacologische eigns • sesquiterpenen • valeranon: sedatief, hypotensief en anticonvulsief • valereenzuur: spasmolyticum • Meest recente onderzoeken op totaal extract • in vitro: • stimulatie van vrijstelling en heropname van GABA (gamma-aminoboterzuur) in zenuwuiteinden • inhibitie van GABA receptoren door valereenzuur

  7. Farmacologische eigns • in vivo: • objectief bewijs dat de slaaptijd verhoogd • verbetering slaapkwaliteit • afname alertheid • geen residuele effecten

  8. Gebruik • In de gebruikte Galenische vormen, geen valepotriaten aanwezig • verbeteren symptomen van neurotonische aandoeningen: minuere slapeloosheid • overspanning • GI-krampen

  9. Farmaceutische specialiteiten • bevatten alle valeriaanextract en worden verkocht voor hun kalmerend en slaapinducerend effect: • Dormiplant, • Noctisan, • Relaxine, • Sediphym, • Seneuval, • Tranquophym, • Valdispert en Valerial.

  10. Echinacea purpurea L. • Echinacea purpurea L. Rode zonnehoed Asteraceae

  11. Echinacea • Van deze plant: gedroogde ondergrondse delen, als tinctuur • Inhoudsstoffen • essentiele olien • pyrrolizidine alkaloiden • fenolische bestanddelen afgeleid van caffeïnezuur • onverzadigde alifatische verbindingen: • alifatische amides, • isobutylamides van polyenyne en polyeenzuren • polysacchariden

  12. Farmacologische eigns • Uitwendig: wondhelend • inwendig: pijnstillend en antitussief • Farmacologische indicaties zijn niet bewezen

  13. Gebruik • bij griepachtige toestanden • verhoging van weerstand tegen infecties van de bovenste luchtwegen • preventie en behandeling van verkoudheden en griep • adjuvant therapie bij chemotherapie • profilactiesch tegen opportunistische infecties bij immuungesupprimeerde patiënten • mag behandeling met antibiotica NIET vervangen

  14. Zingiber officinalis Roscoe • Zingiber officinalis Roscoe Gember Zingiberaceae

  15. Gember • Van deze plant: gedroogde wortelstok als farmaceutische grondstof • voorkomen: inheems in Indië en gecultiveerd in Indië, China, Azië • Vrij veel gebruikt in voeding: • zeer scherpe en verfrissende smaak • in Oosterse keuken bvb bij Sushi, wok gerechten • soft-drinks vooral in VS: “Ginger ale”...

  16. Inhoudsstoffen • Zeer rijk aan zetmeel (60%) • proteïnen • vetten, dit zijn alle reservestoffen voor de plant • essentiële oliën • sespuiterpeen koolhydraten 30-70 % van de essentiële olie: (-)-zingibereen, (+)-ar-curcumeen, (-)-b-sesquiphellandreen, E,E-b-farneseen, b-bisaboleen

  17. Inhoudsstoffen Scherpe smaak 1-(3’-methoxy-4’-hydroxyfenyl) -5-hydroxyalkaan-3-onen = GINGEROLEN [3-6]-, [8]-, [10]- en [12]- resp zijketen van 7-10, 12, 14 of 16 koolstoffen

  18. Inhoudsstoffen • essentiële oliën (vervolg) • monoterpeen aldehyden (citrals) • alcoholen • glycosiden • scherpe smaak: gingerolen

  19. Farmacologische eigns • Reeds lang gebruikt als GM in Indië en China • experimenten bij de RAT tonen aan: • cholesterol verlagende werking • cholagoge • hepatoprotectieve werking • anti-ulceratief • anti-inflammatoir, zouden inwerken op prostaglandine en leukotrieenproductie (NSAID) => gunstig effect op reuma

  20. Farmacologische eigns • studies bij de MENS tonen aan: • anti-emetisch bij reisziekte, postoperatieve nausea en ochtendmisselijkheid bij een dosis van 1 tot 2 gram/dag • spasmolytisch • bevordert pijsvertering: intestinale peristaltiek, speeksel en maagsecreties • niet toxisch • geen eveneffecten • niet gebruiken in dosissen hoger dan voeding tijdens zwangerschap en lactatie

  21. Aconitum napellus L. • Aconitum napellus L. Blauwe monnikskap Ranunculaceae

  22. Aconitum napellus L. • Van deze plant: gedroogde wortel • voorkomen: voldoende in natuur voor oogst, komen voor in bergachtige gebieden van West-Europa tot in de Himalaya-gebergten • Inhoudsstoffen • rijk aan suikers (zetmeel, 50-60%) • alkaloïden (0.5 - 1.5%): • aconitine = diëster alkaloïde nl. Geacetyleerde en gebenzoyleerde derivaat van aconine • aconine: diterpeen, pentagehydroxyleerd alkylamine • gerelateerde structuren vb hypaconitine

  23. Inhoudsstoffen

  24. Farmacologische eigns • Aconitine, • eerst exciterend daarna paralyse van perifere zenuwuiteinden en hersenstam • vertraagt ademhaling • dooft atriale impulsen in AV knoop • werd gebruikt als pijlengif en als vergif tegen wilde dieren en knaagdieren • gebruikt bij moorden • zeer populair als GM in China en Indië

  25. Farmacologische eigns • In Westerse wereld: • aconiettinctuur: • decongestivum in versch GM zoals siropen bij onproductieve hoest. In combinatie met andere ingredienten • aconitine wordt niet meer als zuivere stof gebruikt

  26. Farmacologische eigns • In Oosterse wereld: • anti-rheumatisch • analgetisch bij posttraumatische pijnen, breuken • anesthetisch • door de bereidingsprocedures treed hydrolyse op waardoor minder toxisch

  27. Toxiciteit van de plant • Één van de meest toxische planten: • 2-4 gr wortel, of 3 mg aconitine = lethaal • intoxicaties uitzonderlijk in Europa, wel in Azie (verkeerde bereiding of overdosis) ook in emigratenwijken van grote steden door gebruik in Aziatische geneeskunde • symptomen: • tintelingen in lippen, tong, keel en aangezicht • angst, gevoelloosheid, naussea en myastenia • hartritmestoornissen => ventrikelfibrilate =>  • geen antidoot

More Related