420 likes | 547 Views
Tafelmanieren. Start de vragen. Stelling 1. Ik eet mijn eten op met veel gesmak. WAAR. NIET WAAR. Stelling 2. Als ik klaar ben met eten, moet ik heel mijn bord schoon schrapen. WAAR. NIET WAAR. Stelling 3. Aan tafel praat ik niet over naar de wc gaan. WAAR. NIET WAAR. Stelling 4.
E N D
Tafelmanieren Start de vragen
Stelling 1 Ik eet mijn eten op met veel gesmak. WAAR NIET WAAR
Stelling 2 Als ik klaar ben met eten, moet ik heel mijn bord schoon schrapen. WAAR NIET WAAR
Stelling 3 Aan tafel praat ik niet over naar de wc gaan. WAAR NIET WAAR
Stelling 4 Vork en mes leg ik naast elkaar op het bord als ik klaar ben: - de vork met de tanden naar beneden - het mes met de snijkant naar de vork WAAR NIET WAAR
Stelling 5 Het bestek naast mijn bord bij een feestmaal gebruik ik van de binnenkant naar buiten. WAAR NIET WAAR
Stelling 6 Ik mag pas beginnen met eten als iedereen aan mijn tafel zijn eten heeft gekregen. WAAR NIET WAAR
Stelling 7 Ik zeg “Smakelijk” voor het eten. WAAR NIET WAAR
Stelling 8 Ik mag aan tafel zitten eten met mijn ellebogen op tafel. WAAR NIET WAAR
Stelling 9 Bij warm eten blaas ik. WAAR NIET WAAR
Stelling 10 Ik mag mijn neus in het servet snuiten. WAAR NIET WAAR
Stelling 11 Als ik soep eet, slurp ik niet. Ik eet de soep van de zijkant van de lepel. WAAR NIET WAAR
Stelling 12 Als ik bij iemand ga eten, wacht ik altijd tot de gastheer/gastvrouw begint met eten of aangeeft dat er gegeten kan worden. WAAR NIET WAAR
Stelling 13 Zuchten, zeuren, wiebelen en roepen aan tafel kan best. WAAR NIET WAAR
Stelling 14 Ik blijf aan tafel zitten totdat iedereen klaar is of ik vraag netjes of ik van tafel mag. WAAR NIET WAAR
Stelling 15 Ik eet eerst mijn mond leeg voordat ik drink of iets zeg. WAAR NIET WAAR
Stelling 16 Als ik nog niet gedaan heb met eten, maar even wacht, leg ik mijn bestek in een kruis op mijn bord. WAAR NIET WAAR
Stelling 17 Als ik het zout aan de andere kant van de tafel wil gebruiken, sta ik rustig recht en ga ik het nemen. WAAR NIET WAAR
Stelling 18 Ik hang mijn servet altijd rond mijn nek als ik begin te eten. WAAR NIET WAAR
Stelling 19 Ik eet met mijn mond dicht. WAAR NIET WAAR
Stelling 20 Het mes neem je in je linkerhand en de vork in je rechterhand. WAAR NIET WAAR
Stelling 1 Smakken tijdens het eten is in België zeer onbeleefd. Er zijn landen waar dit wel mag. Volgende
Stelling 2 Als ik klaar ben met eten, schraap ik mijn bord niet helemaal schoon. Ik mag best wat saus of restjes eten laten liggen. Volgende
Stelling 3 Aan tafel praat ik niet over naar de wc gaan. Dat is geen proper onderwerp voor de mensen die aan het eten zijn. Volgende
Stelling 4 Vork en mes leg ik naast elkaar op het bord als ik klaar ben: - de vork met de tanden naar beneden - het mes met de snijkant naar de vork Volgende
Stelling 5 Bij een feestmaal begin ik eerst met het buitenste bestek en ik eindig met het binnenste. Volgende
Stelling 6 Het is beleefd om te wachten tot iedereen zijn eten heeft gekregen. Volgende
Stelling 7 “Smakelijk” zeggen voor het eten is beleefd. Ik zeg hiermee dat ik wil dat iedereen van zijn eten geniet. Volgende
Stelling 8 Ik mag mijn ellebogen enkel op de tafel zetten tussen de gangen door, als de borden zijn opgehaald. Nooit tijdens het eten. Volgende
Stelling 9 Blazen op warm eten is niet beleefd. Als het eten te warm is, wacht ik heel even tot het eten wat afgekoeld is. Volgende
Stelling 10 Een servet gebruik ik niet om mijn neus te snuiten, maar om mijn mond proper te vegen. Volgende
Stelling 11 Slurpen is niet beleefd. Soep eet ik van de zijkant van de lepel. Volgende
Stelling 12 Als ik bij iemand ga eten, wacht ik altijd tot de gastheer of gastvrouw begint met eten. Volgende
Stelling 13 Aan tafel gedraag ik mij op mijn best. Ik zit rechtop en praat rustig met de mensen aan tafel. Volgende
Stelling 14 Ik blijf aan tafel zitten totdat iedereen klaar is of ik vraag netjes of ik van tafel mag. Volgende
Stelling 15 Ik eet eerst mijn mond leeg voordat ik drink of iets zeg. Ik spoel mijn eten niet weg met een drankje. Volgende
Stelling 16 Als ik nog niet gedaan heb met eten, maar even wacht, leg ik mijn bestek in een kruis op mijn bord. Ik leg het bestek nooit terug op tafel. Volgende
Stelling 17 Als ik iets aan de andere kant van de tafel wil gebruiken, vraag ik het beleefd aan mijn buur om het door te geven. Volgende
Stelling 18 Mijn servet leg ik mooi op mijn schoot als ik mijn eten krijg. Volgende
Stelling 19 Met de mond dicht eten is beleefd. De anderen hoeven niet te zien hoe ik mijn eten kauw. Volgende
Stelling 20 Het mes neem je in je RECHTERhand en de vork in je LINKERhand. Begin
Oeps! Dit is niet juist. Probeer nog eens! Ga terug