1 / 21

De afgeleide

d y d x. De afgeleide. is de snelheid waarmee y verandert voor x = x A de richtingscoëfficiënt van de raaklijn van de grafiek van f in het punt A de helling van de grafiek van f in het punt A .

zahi
Download Presentation

De afgeleide

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. dydx De afgeleide • is • de snelheid waarmee y verandert voor x = xA • de richtingscoëfficiënt van de raaklijn van de grafiek • van f in het punt A • de helling van de grafiek van f in het punt A. • Werkschema: het algebraïsch berekenen van maxima en minima • Bereken de afgeleide • Los de vergelijking = 0 algebraïsch op. • Schets de grafiek van y en kijk in de schets of je met een maximum • of met een minimum te maken hebt. • Vul de gevonden x-waarde in de formule van y in. • Je weet dan ymax of ymin. dy dx dy dx 16.1

  2. E(n) = 0,48n – 0,006n2 geeft E’(n) = 0,48 – 0,012n E’(40) = 0,48 – 0,012 · 40 = 0 Uit de schets volgt dat de effectiviteit maximaal is bij n = 40. E(n) = 0,48n – an2 geeft E’(n) = 0,48 – 2an E’(16) = 0 geeft 0,48 – 2a · 16 = 0 0,48 – 32a = 0 –32a = –0,48 a = 0,015 opgave 8 a b

  3. E’(n) = 0,48 – 2an E’(nmax) = 0 geeft 0,48 – 2anmax = 0 –2anmax = –0,48 nmax = opgave 8 c

  4. Minimale snelheid waarmee K verandert • In het punt B waar de grafiek van K van afnemend stijgend overgaat • in toenemend stijgend, is de snelheid waarmee K verandert minimaal. • De bijbehorende q-waarde volgt uit 16.1

  5. en opgave 10 a geeft dN dt Uit de grafiek hiernaast volgt dat voor t = 2 maximaal is. Na 2 uur is de snelheid maximaal.

  6. = –3 · 02 + 12 · 0 + 15 = 15 Los op –3t2 + 12t + 15 = 15 –3t2 + 12t = 0 –3t(t – 4) = 0 t = 0 ⋁ t = 4 Dus na 4 uur mag een werknemer pauzeren. opgave 10 b

  7. dydx Het verband tussen de grafieken van y en dy dx • Ligt de grafiek van boven de x-as, dan is y stijgend. • Ligt de grafiek van onder de x-as en is de grafiek van • bovendien afnemend stijgend, dan is de grafiek van y dalend, • waarbij de daling minder snel verloopt naarmate x toeneemt. • Hieronder zie je nog een voorbeeld van het verband tussen • de grafieken van en y. dy dx dy dx dy dx 16.1

  8. t = 63 geeft N = 97,63 • · 290 ≈ 143 miljoen was man. • = 0,000135t2 – 0,2295 • Uit de schets hiernaast van volgt: • de grafiek van ligt eerst onder de t-as, • dus de grafiek van N is eerst dalend • de grafiek van snijdt dan de t-as en ligt daarna boven de t-as, • dus de grafiek van N gaat van dalend over in stijgend en • heeft dus een minimum. opgave 16 a 97,63 197,63 dN dt b dN dt dN dt dN dt

  9. dN dt = 0 geeft 0,000135t2 – 0,2295 = 0 0,000135t2 = 0,2295 t2 = 1700 t≈ 41,2 Uit de schets van de grafiek van N volgt dat N voor t = 41,2 minimaal is. Nmin = 94,5 Het percentage mannen in 1981 is × 100% ≈ 48,6%. opgave 16 c 94,5 194,5

  10. Regels voor het differentiëren • f(x) = axn geeft • f’(x) = n ·axn – 1 • g(x) = a· f(x) geeft • g’(x) = a · f’(x) • s(x) = f(x) + g(x) geeft • s’(x) = f’(x) + g’(x) somregel • p(x) = f(x) · g(x) geeft • p’(x) = f’(x) · g(x) + f(x) · g’(x) productregel • geeft • quotiëntregel • kettingregel 16.2

  11. y = (x + 3)(2x – 5)2 = [(x + 3)]’· (2x – 5)2 + (x + 3) · [(2x – 5)]’ Apart de afgeleide van y = (2x – 5)2 = u2 met u = 2x – 5. = · = 2u · 2 = 4(2x – 5) = 1 · (2x – 5)2 + (x + 3) · 4(2x – 5) = (2x – 5)2 + 4(x + 3)(2x – 5) opgave 19 a dy dx dy du dy dx du dx dy dx dy dx dy dx dy dx

  12. opgave 24 a Apart de afgeleide van met u = 3 + 2x

  13. 3 + 3x = 0 3x = –3 x = –1 Uit de schets volgt dat f minimaal is voor x = –1 f(–1) = –1 Dus het minimum van f is –1 k: y = ax + b met a = f’(3) = k: y = 4x + b yA = f(3) = dus A(3, 9) Dus k: y = 4x – 3 opgave 24 b c 4 · 3 + b = 9 b = –3

  14. P(4,5) ≈ 140,91 • P(6,5) ≈ 143,33 • De procentuele toename is • Uit de schets hiernaast van volgt: • de grafiek van ligt boven de x-as, • dus de grafiek van P is stijgend. • de grafiek van is bovendien dalend, • dus de grafiek van P is afnemend stijgend. opgave 29 a dP dx b dP dx dP dx dP dx

  15. dP dx opgave 29 c < 0,8 geeft < 0,8 Voer in y1 = en y2 = 0,8. De optie intersect geeft x≈ 6,9 Uit de schets volgt dat < 0,8 voor x > 6,9 dP dx 0,8 dP dx x O 6,9

  16. dy dx opgave 35 a dy dx = 0 geeft • Uit de schets volgt • y is maximaal voor x = 0 en ymax = y(0) = 0 • y is minimaal voor x = 4 en ymin = y(4) = 8. 16.3

  17. y = ax + b met a = y = –3x + b yA = = 9, dus A(3, 9) Dus y = –3x + 18. opgave 35 b –3 · 3 + b = 9 –9 + b = 9 b =18 16.3

  18. a t = 0 geeft V≈ 54,9 Dus de verkoop was ongeveer 55 stuks per maand. 3,9 > 0 dus op t = 0 stijgt de verkoop nog. dV dt b

  19. dV dt = 0 geeft opgave 38 c Uit de schets volgt dat V maximaal is voor t = 2, dus na 2 maanden gaat de omzet dalen. V(10 000) ≈ 8,10 V(50 000) ≈ 8,02 V(100 000) ≈ 8,01 Dus op den duur is de verkoop 8 stuks per maand. d

  20. In ΔAEP is Voor de kosten K geldt

  21. Apart de afgeleide van met u = x2 + 40 000. Uit de schets volgt dat de aanlegkosten minimaal zijn voor x = 241 Dus in het geval AP≈ 241 meter. opgave 47 b dy du dy dx du dx = · dK dx

More Related