430 likes | 676 Views
Noach. 5 okt . 2013 1 chesjwan 5774 Gen.6:9-11:32 Jesaja 54:1-55:5 Luc.1:1-80. Noach - Gen.6:9-11:32. xXnl Myhla rmayv Jrah -[a M[y[sm ynnhv Wmhynpm wmx Jrah halm- yk ynfl ab Rsb -lk Jq Wa’jomer elohiem le’noach
E N D
5 okt. 20131 chesjwan5774 Gen.6:9-11:32 Jesaja 54:1-55:5 Luc.1:1-80 Noach - Gen.6:9-11:32
xXnlMyhlarmayv Jrah-[a M[y[sm ynnhvWmhynpmwmxJrah halm-ykynflabRsb-lk Jq Wa’jomerelohiemle’noach qetz kal basarba’lefanai ki malahha’aretschamasme’pnehemwe’hiniechitam et ha’arets 13 Dan zegt God tot Noach: het einde van alle vlees is voor mijn aanschijn gekomen, want de aarde is door hun verschijning vervuld van geweld; ziehier, ik ga hen verderven, met de aarde; 14 jij, maak jij een ark van stammen cipreshout; als een vogelnest moet je de ark maken; bedekken moet je haar binnenshuis en buiten met pekdekking; 15 en zo moet je haar maken: driehonderd el de lengte van de ark, vijftig el haar breedte, dertig el haar opstand; Beresjiet 6:13-15
XxnXKl[h Myhlah [a vy[rdbhyhMym[ qydjsyaxnxn[dlv[ hle ElèhtoldotNoachNoachisjtsadiektamiemhajahbedorotav et haelehiemhitlechaNoach 9 Dit zijn de geboorten uit Noach: Noach is een man oprecht en vol-gaaf geweest onder de generaties mét hem; met Gód ging Noach om. 10 Noach doet een drietal zonen baren: Sem, Cham en Jafet. 11 De aarde blijkt bedorven voor het aanschijn van God: de aarde raakt vervuld van geweld. 12 God ziet de aarde aan, en ziedaar, zij is bedorven; want verdorven heeft alle vlees zijn weg over de aarde. Beresjiet 6:9-12
WhHseNkMyhlahVjrsalLkkxXnseyv Wa’jaasNoachke’cholasjèrtsoeahelohiem ken asah 22 Zodoet Noach; naar al wat God hem heeft geboden, zo heeft hij gedaan. Beresjiet 6:13-15
Hupo-tassestho Hupo = plaatsen of schikken onder, onderwerpen Tasso = ordenen Gezag aanvaarden Rom.13: 1 Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld. 2 Wie zich dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods, en wie dit doen, zullen een oordeel over zich brengen. Leiderschap
1 Samuël 24:7 en hij zei tegen zijn mannen: ‘De HEER verhoede dat ik mijn koning, Gods gezalfde, iets zou aandoen en mijn hand tegen hem zou opheffen. Hij is immers door de HEER zelf als koning aangewezen.’ Leiderschap
Zacharia 4:6 niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! Leiderschap
HOOGMOED Leiderschap
Jes.2:12 Op die dag zal de HEER van de hemelse machten zich keren tegen ieder die hoogmoedig is en trots, tegen ieder die zich verheven acht – ze worden vernederd! Leiderschap
DE GENIEPIGE HOOGMOED Van MIRJAM EN AARON Num.12:2 Heeft de HERE soms uitsluitend door Mozes gesproken, heeft Hij ook niet door ons gesproken? Van KORACH, DATAN EN ABIRAM Num.16:3 Waarom verheft gij u dan boven de gemeente des HEREN? Leiderschap
Breng je leiders uit balans, dan breng je de gemeente uit balans Zet je gemeenteleiders voortdurend onder druk, dan rem je de gemeente af. Wanneer leiders gespannen zijn ontstaat er een gespannen gemeente Leiderschap
EEN NUCHTERE VISIE Houdt uw voorgangers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na. Hebreeën 13:7 Leiderschap
Hoe verhouden oudste opziener voorganger herder zich tot elkaar? Leiderschap
Spreuken 31:23 Haar man geniet bekendheid in de stad, hij vergadert met de oudsten in de poort. Leiderschap
1 Tess.5:12 Wij vragen u, broeders en zusters, diegenen onder u te erkennen die zich op gezag van de Heer ervoor inzetten u te leiden en terecht te wijzen. 13 U moet hun om hun werk veel liefde en respect betonen. Leef in vrede met elkaar. 14 Wij sporen u aan, broeders en zusters, iedereen die zijn dagelijks werk verwaarloost terecht te wijzen, de moedelozen hoop te geven, op te komen voor de zwakken, met iedereen geduld te hebben. 15 Zie erop toe dat niemand kwaad met kwaad vergeldt en streef altijd naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander. Leiden
1 Tim.5: 17 Oudsten die goed leiding geven moeten dubbel worden beloond, vooral degenen die zich veel moeite geven voor de prediking en het onderricht. 18 De Schrift zegt immers: ‘U mag een dorsend rund niet muilkorven’ en ‘De arbeider is zijn loon waard.’ Leiderschap
Hand.20:28 Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft. Leiderschap: van verdroogd gras
1 Tim.3:1 Dit is een betrouwbaar woord: indien iemand staat naar het opzienersambt, dan begeert hij een voortreffelijke taak. 2 Een opziener dan moet zijn onbesproken, de man van één vrouw, nuchter, bezadigd, beschaafd, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen, 3 niet aan de wijn verslaafd, niet opvliegend, maar vriendelijk, niet strijdlustig of geldzuchtig, 4 een goed bestierder van zijn eigen huis, die met alle waardigheid zijn kinderen onder tucht houdt; 5 indien echter iemand zijn eigen huis niet weet te bestieren, hoe zal hij voor de gemeente Gods zorgen? 6 Hij mag niet een pas bekeerde zijn, opdat hij niet door opgeblazenheid in het oordeel des duivels valle. 7 Hij moet ook gunstig bekend zijn bij de buitenstaanden, opdat hij niet in opspraak kome en in een strik des duivels valle. Leiderschap: onbesproken
Titus 1:5 Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling, dat gij in orde zoudt brengen hetgeen nog verbetering behoefde, en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudsten zoudt aanstellen mannen, 6 die onberispelijk zijn, één vrouw hebben, die gelovige kinderen hebben, die niet in opspraak zijn wegens losbandigheid of van geen tucht willen weten. 7 Want een opziener moet onberispelijk zijn als een beheerder van het huis Gods, niet aanmatigend, niet driftig, niet aan de wijn verslaafd, niet opvliegend, niet op oneerlijke winst uit, 8 maar gastvrij, met liefde voor wat goed is, bezadigd,rechtvaardig, vroom, ingetogen, 9 zich houdende aan het betrouwbare woord naar de leer, zodat hij ook in staat is te vermanen op grond van de gezonde leer en de tegensprekers te weerleggen. Leiderschap: onberispelijk
Hebr.13:7 Houdt uw voorgangers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na. 2. overdrachtelijk Effect 1. letterlijk: martelaars dood ek-basin uitkomst afloop Leiderschap
Justin Bieber sagging De voorganger is hij die wilt volgen?
Titus 1:5 Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling, dat gij in orde zoudt brengen hetgeen nog verbetering behoefde, en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudstenzoudt aanstellen mannen, 6 die onberispelijk zijn, één vrouw hebben, die gelovige kinderen hebben, die niet in opspraak zijn wegens losbandigheid of van geen tucht willen weten. 7 Want een opziener moet onberispelijk zijn als een beheerder van het huis Gods, niet aanmatigend, niet driftig, niet aan de wijn verslaafd, niet opvliegend, niet op oneerlijke winst uit, 8 maar gastvrij, met liefde voor wat goed is, bezadigd,rechtvaardig, vroom, ingetogen, 9 zich houdende aan het betrouwbare woord naar de leer, zodat hij ook in staat is te vermanen op grond van de gezonde leer en de tegensprekers te weerleggen. oudste = opziener = voorganger
Accenten Een gemeente heeft oudsten De taak van de oudsten is toezien (opziener) Wanneer ze voorgaan op de weg (voorganger) . oudste = opziener = voorganger
1 Thess.5:12 Wij verzoeken u, broeders, hen, die onder u zich moeite getroosten, die u leiden in de Here en u terechtwijzen, te erkennen,13 en hen zeer hoog te schatten in liefde, om hun werk. Houdt vrede onder elkander. . oudste = opziener = voorganger
paraklesis erbij roepen ernstig verzoek vermanen aansporen bemoedigen, troosten 1 Tim.4: 13 In afwachting van mijn komst moet gij u toeleggen op het voorlezen, het vermanen en het leren. 14 Veronachtzaam de gave in u niet, die u krachtens een profetenwoord geschonken is onder handoplegging van de gezamenlijke oudsten. . oudste = opziener = voorganger
Mnemoneuete gedachtig zijn zich herinneren melding maken van als voorbeeld peitho overreden overtuigen overhalen gehoorzamen Hebr.13: 7 Houdt uw voorgangers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na.. Hebr.13: 17Gehoorzaamt uw voorgangers en onderwerpt u (aan hen), want zij zijn het, die waken over uw zielen, daar zij rekenschap zullen moeten afleggen. Laten zij het met vreugde kunnen doen en niet al zuchtende, want dat zou u geen nut doen. hup-eiko hupo-onder eiko-wijken toegeven schikken onderwerpen Hebr.13: 24 24 Groet al uw voorgangers en al de heiligen. oudste = opziener = voorganger
Hand.20: 28 Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente, die hij verworven heeft door het bloed van zijn eigen Zoon. Leiderschap
Jes.40:11 (JHWH als herder) als een herder weidt hij zijn kudde,met zijn arm vergadert hij lammeren,in zijn boezem draagt hij hen,-zogendengeleidt hij. [NV] Hher ra’ah weiden grazen kaalgrazen Matth.4:4 Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat. (Deut.8:3) hsn nasah dragen optillen lhn nahal leiden verzorgen Hlhny [vleasyvqyxbvvmyaltJbqyverzbheryvrdeherk Ke’roehedrojirehbizrojaqabetztelaimoe we cheqojisaalot je nahel Leiderschap
1. Oudsten in de oertijd Gen.50:7 Toen trok Jozef heen om zijn vader te begraven, en met hem trokken alle dienaren van Farao, de oudsten van zijn huis, en al de oudsten van het land Egypte, 2. Oudsten in de eerste gemeente Hand.15:6 En de apostelen en de oudsten vergaderden. 3. Oudsten in de eindtijd Openb.19:4 En de vierentwintig oudsten en de vier dieren wierpen zich neder en aanbaden God Ieder gaat z’n eigen gang
Zij die het fundament van de gemeente leggen stellen aan (Paulus en Barnabas) Hand.14: 21 En toen zij aan die stad het evangelie verkondigd en er verscheidene discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystra, Ikonium en Antiochië, 22 om de zielen der discipelen te versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnengaan. 23 En nadat zij voor hen in elke gemeente oudsten hadden aangewezen, droegen zij hen onder bidden en vasten de Here op, in wie zij geloofd hadden. Ieder gaat z’n eigen gang