1 / 17

Kubisme

Kubisme. Ruby, Anne & Dani V4. De geschiedenis van het Kubisme. Paul Cézanne is de voorloper van het kubisme. B ol, kegel en piramide. Het verdere ontstaan van het Kubisme:. 1906  Matisse ; invloed, wees op de schoonheid en waarde van Afrikaanse maskers.

zavad
Download Presentation

Kubisme

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Kubisme Ruby, Anne & Dani V4

  2. De geschiedenis van het Kubisme • Paul Cézanne is de voorloper van het kubisme. • Bol, kegel en piramide.

  3. Het verdere ontstaan van het Kubisme: 1906Matisse; invloed, wees op de schoonheid en waarde van Afrikaanse maskers. zag de combinatie van nieuwe elementen in de nieuwe kunststroming niet meteen zitten.

  4. 1907Pablo Picasso trok zich terug. Braque, Picasso en Gris werden vrienden. Braque Gris Picasso

  5. 1908 Matisse; ‘hij schildert landschappen avec des petits cubes’. • Na 1909 Ordening en de organisatie is de hoofdzaak. • 1912Braque introduceerde de collagetechniek.

  6. Pablo Picasso Picasso experimenteerde constant met nieuwe technieken en werkte aan een minder naturalistische, meer geometrische stijl. Zo ontwikkelde hij het kubisme. Kenmerken: Gebruik van de collagetechniek Weinig kleurgebruik Gebruik van vlakke vormen Fruit Dish, Bottle and Violin 92 x 73 cm. Olieverf op doek

  7. Georges Braque In het werk van Braque zijn de kleuren niet zo sterk, hij gebruikt voornamelijk witte, bruine en grijze tinten, met hoogstens wat olijfgroen of geel. Hij werkt ook met collageachtige afbeeldingen. Kenmerken: Gebruik van collagetechniek Verwarrend perspectief Wordt geen onderscheid gemaakt tussen driedimensionale vormen Gitaar en glas Geschilderd in 1917

  8. Juan Gris Eerst schilderde Gris met monochrome grijstinten en aardkleuren. Toen hij in kubistische stijl ging schilderen werden zijn schilderijen ook kleurrijker. Kenmerken: De kleuren bruin en grijs overheersen Hoekige en kubusachtige vormen Portret van Picasso 93.4 x 74.3 cm Geschilderd in 1912 Olieverf op doek

  9. Roger de la Fresnaye Fresnaye werd beïnvloed door het werk van Braque en Picasso, maar zijn werk is decoratiever dan dat van hen. Hij schilderde volgens zijn eigen stijl. Kenmerken: Grijs en zwart overheersen hoekige vormen Artillery 130.2 x 159.4 cm Olieverf op doek Gemaakt in 1900

  10. Paul Cézanne In het werk van Cézanne speelt licht en kleur een heel grote rol. Door zijn soms hoekige vormentaal wordt zijn werk door sommige al tot het kubisme gerekend. Kenmerken: gebruik van lichte kleuren vormen zijn al een beetje kubusachtig gebruik van platte vormen zonder diepte La montagne Olieverf op doek 63,5 x 83 cmgeschilderd in 1904

  11. Futurisme

  12. De geschiedenis van het Futurisme • 1910 nieuwe dynamische kunststijl. • De ‘futura’ • snelheid waarmee Europa zich had geïndustrialiseerd. • Veel kenmerken van het kubisme in het futurisme. • De futuristen bestudeerden de beweging van een object nauwkeurig.

  13. Giacomo Balla Giacomo Balla past het effect van het cinematisme of cinematografie toe: het bewegende object wordt een aantal keer in verschillende posities herhaald op het doek Kenmerken: Snelheid als thema veel energie in het schilderij Dinamismo di un cane al guinzaglio (=hond aan de lijn) 1912 (100 x 91 cm) Olieverf

  14. Umberto Boccioni Umberto Boccioni houdt zich ook bezig met beeldhouwkunst. Als een van de eerste test hij de mogelijkheden van materiaalcombinatie uit en wordt zo de grondlegger van de assemblage (=het in elkaar zetten van onderdelen tot een geheel). Kenmerken: gebruik van vloeiende vormen asymmetrische compositie Onder de Pergola in Napels1914(83 × 83 cm)Olieverf

  15. Gino Severini Gino Severini hield zich tussen 1909 en 1916 uitsluitend bezig met het vastleggen van dansende figuren, en maakte hij in totaal bijna honderd tekeningen, schetsen en olieverfschilderijen over dit onderwerp. De kunststroming waarin Severini schilderde was kubistisch, maar vooral futuristisch. Kenmerken: assemblage veel energie in het schilderij krachtige lijnen De blauwe danseres1912 (61 x 46 cm) Olieverf

  16. Luigi Russolo Luigi Russolo zoekt in zijn schilderkunst de mogelijkheden van synesthesie toe te passen: hij probeert de ervaring van het ene zintuig over te brengen op het andere, bijv. door parfum of muziek te proberen schilderen. Kenmerken: snelheid als thema veel energie in het schilderij met krachtige lijnen geschilderd Dynamisme d'une automobile1912-1913(104 cm x 140 cm) Olieverf

  17. Carlo Carra Carlo Carra lanceert het idee van totaalkunst met visuele-, gehoor- en smaakindrukken. In 1913 schrijft hij in zijn manifest over schilderkunst van klanken, geluiden en geuren:"Om een totale schilderkunst te bereiken is een actieve samenwerking nodig van alle zintuigen: schilderkunst is het plastisch bewustzijn van het universum.“ Kenmerken: assemblage diagonale compositie PatrioticCelebration1914(38.5 x 30 cm)geplakt papier en krant op een stof op hout

More Related