120 likes | 257 Views
Mi vida loca 6 en 7. Repetimos. El verbo ser Ik ben Jij bent Hij/zij/het is Schrijf op: Ik ben een vriend van Wijtse. ¿Ben jij een vriendin van Kassandra ? Hij is een vriend van Moe. Hij is geen vriendin van Sella. ¿Is hij geen vriend van Jelle?. Bepaald, dus met el of la.
E N D
Repetimos • El verboser Ik ben Jij bent Hij/zij/het is Schrijf op: Ik ben een vriend van Wijtse. ¿Ben jij een vriendin van Kassandra? Hij is een vriend van Moe. Hij is geen vriendin van Sella. ¿Is hij geen vriend van Jelle?
Bepaald, dus met el of la • Meervoud: • + s of + es • El periódico– los periódicos • La hermana - las hermanas • La mujer – las mujeres • El comedor – los comedores
Meervoud un-una • Unperiódico – unosperiódicos • Unamanzana –unasmanzanas • Necesitounosperiódicos (ik heb een paar kranten nodig) • Quierounasmanzanas (ik wil een paar appelen)
Uno, dos, tres…. • Uno, dos, tres • Unpasito para delanteMaría • Uno, dos, tres • Unpasito para atras • Als telwoord: uno • Voor mannelijk zelfstandig naamwoord: un • Zelfstandig gebruikt: la linea uno
Uno, dos, tres • Un, dos, tres Ricky Martin • Hier un, voor de mooie vorm, klinkt fijner… • Luister naar het lied en schrijf de woorden op die je kent.
¡contamos! • Un, dos….. • Uno, dos, tres, • cuatro, cinco, seís, • siete, ocho, nueve, diez
11 t/m 20 • Once, doce, trece, catorce, quince • dieciséis, diecisiete, dieciocho, diecinueve, veinte • Let op! Diez y seis wordt dus dieciséis. Normaal y = en. Bij tellen verandert y in i
hablamos • A: ¿ El collar/la pulsera/cuánto es? • B: Son 8 euros • A: ¿ La pulsera, cuánto es? • B: Son 15 euros • A: Quieroestapulsera/estecollar/estospendientes. • A: ¿ Unbillete para Madrid cuánto es? • B: Son 7 con 20
Mi vidaloca 7 la vida loca deel 7 Los días: • sábado, domingo, lunes, martes, miércoles, jueves, viernes
Huiswerk • Leer de grammatica en woordenlijsten van deel 7 goed!