1 / 58

Inleiding Adaptieve Systemen

Inleiding Adaptieve Systemen. Cellulaire automaten. Inhoud. Conway’s game of life Periodiciteit, notie van verdichtingspunt E én-dimensionale cellulaire automaten Ruimte van regelverzamelingen Chaos vs. complexiteit ( → Turing-volledigheid)

bridie
Download Presentation

Inleiding Adaptieve Systemen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Inleiding Adaptieve Systemen Cellulaire automaten Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  2. Inhoud • Conway’s game of life • Periodiciteit, notie van verdichtingspunt • Eén-dimensionale cellulaire automaten • Ruimte van regelverzamelingen • Chaos vs. complexiteit (→ Turing-volledigheid) • Langton’s λ-parameter als maat voor CA-compexiteit • Reversibiliteit, Garden of Eden Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  3. Waarom cellulaire automaten? Modelleren, simuleren, begrijpen en ontwerpen van: • Fysische systemen (gassen, vloeistoffen) • Aardbevingen, het weer • Biologische patroonvorming (tumorweefsel) • Sociaal emergent gedrag (roddels, infectieziekten, paniek-uitbraak bij dodenherdenking 4 Mei 2010 op De Dam) • Verkeersmodellen • Bosbranden • Theorie van berekenbaarheid (Turing-volledigheid) Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  4. Conway’s game of life Als de speelranden worden verbonden krijg je een .. .. of cilinder, of Möbius band, of fles van Klein, of projectief vlak Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  5. Torus, Fles van Klein Fles van Klein (Eng.: Klein bottle) Torus Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  6. Möbius band, projectief vlak Möbius band Projectief vlak Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  7. De meest bekende CA. October 1970 nummer van de Scientific American, in Martin Gardner's “Mathematical Games” column. Een twee-dimensionaal rooster. Elke cel kan aan zijn (bewoond gebied) of uit (onbewoond). Regels: Een lege cel wordt bewoond gebied als er precies drie bewoonde buurcellen zijn. Een bewoonde cel wordt verlaten als Er minder dan twee bewoonde buren zijn (eenzaamheid). Er meer dan drie bewoonde buurcellen zijn (over-bevolking). Conway’s game of life Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  8. Sterfte door Eenzaamheid: Sterfte doorOverbevolking: Geboorte: De ring van de onderste rij blokken wordt gevormd door oude toestanden Enkele typische regels Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  9. Blok Vis Dingetje Blinker Glijder Bill Gosper’s “Gliding Gun” voor het maken van gliders Typische patronen Stabiel: Oscil-lerend: Ver-schui-vend: Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  10. Glider gun factory Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  11. Hoe kwam Conway terechtbij juist deze regels? Aantal mogelijke regels • Er zijn 8 buurcellen die de toestand van de centrumcel bepalen. Elke buurcel kent 2 toestanden: dus 28 = 256 verschillende omgevings-toestanden. • Voor elke omgevingstoestand zijn er ook weer 2 keuzes voor de centrumcel. 256 keer kiezen uit 2 centrumtoestanden geeft 22561E77 verschillende mogelijke regelverzamelingen. • Modulo rotatie en spiegeling: veel minder dan 256 omgevingen. Gebaseerd op aantalburen: nog maar 29 = 512 mogelijke regels. Mogelijke motivatie Conway • Patronen moeten in het begin lekker kunnen groeien. • Lange-termijn gedrag is onvoorspelbaar. Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  12. Martin Gardner, 1970 “Conway chose his rules carefully, after a long period of experimentation, to meet three desiderata: • There should be no initial pattern for which there is a simple proof that the population can grow without limit. • There should be initial patterns that apparently do grow without limit. • There should be simple initial patterns that grow and change for a considerable period of time before coming to an end in three possible ways: Fading away completely (from overcrowding or from becoming too sparse), settling into a stable configuration that remains unchanged thereafter, or entering an oscillating phase in which they repeat an endless cycle of two or more periods. In brief, the rules should be such as to make the behavior of the population both interesting and unpredictable.” Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  13. Hoe eindigen configuraties? Beginpatronen kunnen voor aanzienlijke tijd veranderen. We komen uiteindelijk terecht in één van de volgende situaties • Stabiel. Een configuratie eindigt in een stabiele toestand (er komen geen cellen bij en er gaan geen cellen af). • Bijzonder deelgeval: verdwijning (= stabiel 0). Een configuratie verdwijnt volledig vanwege onder- of overbevolking. • Alle andere gevallen: stabiel > 0. • Periodiek. Een configuratie komt terecht in een cyclus met een bepaalde periode. Na, zeg N, generaties komen we weer terug bij een eerdere generatie. • Chaotisch. (Rest-categorie.) Kenmerken: variërend van ruisig tot complex. Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  14. Vraag Bekijk Conway’s game of life op een 100x100 rooster, met de randen in elkaar overlopend. (Torus.) Een willekeurige beginconfiguratie bestaande uit 6667 levende cellen. We itereren onbeperkt. Piet beweert: “deze configuratie blijft zich chaotisch ontwikkelen”. Waar of niet waar? Antwoord Niet waar. Een rooster bevat een eindig aantal vlakjes, zeg NxN. Elk vlakje kan eindig veel toestanden aannemen, zeg M. Het hele rooster kan hoogstens MNxN patronen doorlopen. Of de randen nu niet (vierkant) of wel (torus) verbonden zijn. Mogelijke scenario’s: Stabiel Periodiek met een periode ten hoogste MNxN. Wanneer chaos in een CA? Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  15. Chaos versus periodiciteit • Net vastgesteld: in eindige CA’s is er geen chaos mogelijk. • Dus chaotisch gedrag in CA’s is op (conventionele) computers is onmogelijk op te roepen. • Het aantal generaties vóórdat een CA in een stabiele toestand of periode terechtkomt, heet de overgangsperiode (eng.: transient period). Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  16. Gedrag op oneindig rooster • Op eindig rooster: alleen convergentie of periodiciteit. • Op oneindig rooster: glider. • Geen convergentie (blijft bewegen). • Geen periodiciteit (komt nooit meer op dezelfde plek terug). • Totale chaos? • Nee: er is tenminste één patroon dat oneindig vaak terugkomt over het hele rooster (!) Benamingen: • limietpunt • verdichtingspunt • ophopingspunt • Let op: • “punt” ≠ “cel” • “punt” = “globale configuratie” Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  17. König’s lemma (voor bomen) “Elke oneindige boom met eindige (niet noodzakelijk begrensde) vertakkingen, bezit een oneindige tak.” Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  18. Jarkko Kari, lecture notes Cellular Automata, 2009 Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  19. Stap 1: Enumereer alle cellen in het oneindige rooster. Dat kan op verschillende manieren. Bewijs van het bestaan van ten minste één terugkerend patroon 27 26 31 30 29 28 25 13 12 11 10 24 14 3 2 9 15 4 1 8 23 22 16 5 6 7 17 18 19 20 21 Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  20. Zo krijg je: (0, 0); (1,0), (-1,0), (0, 1), (0, -1); (2,0) , (1,1), (-1,1), …. …. Als je maar een methode hebt waarvan je inziet dat elke cel uiteindelijk een nummer krijgt. Laat Cn van verzameling van cellen (x, y) zodanig dat |x| + |y| = n. Cn bevat eindig veel elementen. Enumerereer eerst C0, zet daar dan achter C1, dan C2 , etc. Enumereren kan ook in taal: Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  21. 1 0 0 1 0 0 0 1 1 1 0 0 Stap 2:König’s lemma Immers, in een oneindige rij 0,1,1,0,0,1,1,1,0,1,0,1,0,1,1,1,0,1, … komt 0 hetzij 1 oneindig vaak voor Immers, in een oneindige rij 00,01,01,00,00,01,01,00,01,01,00, … komt 00 hetzij 01 oneindig vaak voor Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  22. Jarkko Kari, lecture notes Cellular Automata, 2009 Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  23. Conway’s game of lifeis Turing-compleet Een computer kan worden gezien als een elektrische stroom die, gesynchroniseerd door een pulsklok, vloeit door een groot aantal logische schakelingen. • Stroom: reeks gliders (1) vs. geen reeks gliders (0). • Pulsklok: alle glider-reeksen zijn gesynchroniseerd. Gevolg: als twee reeksen elkaar ontmoeten doven deze elkaar uit. • Logische schakelingen: het slim tegen elkaar opzetten van input en glider-reeksen. Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  24. Een Not-Gatein Conway’s game of life Het is belangrijk dat beide stromen in fase zijn Als input 0 is, vindt deze glider ongehinderd doorgang. Als input 1 is, heffen beide gliders elkaar op dit kruispunt op. Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  25. Constructie not-gate en and-gate ¬ A ¬B ¬A B A  B X A X A X Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  26. Constructie or-gate A  B X B X A X Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  27. Conway’s game of lifeis Turing-compleet Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  28. Variaties op Conway’s life • Meer toestanden per cel. I.p.v. “aan” en “uit”: • Bosbrand: begroeid, minder begroeid, kaal, begroeid en hevig brandend, etc. • Brian’s brain: actief, (tijdelijk) inactief, dood. • Andere connectiviteit van buren: • In 3D. (Hoeveel buren? Hoeveel mogelijke regels? Welke regelset correspondeert met 2D-life?) • In 2D hexagonaal grid (honingraat). • Is er een maximum connectiviteit in 2D? • Andere timing van updates: • Nu: synchroon. Alternatieven: serieel geordend, serieel ongeordend, of random asynchroon • Non-deterministische toestandovergangen • Zg. probabilistische of stochastische cellulaire automaten. Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  29. Conway’s game of life in 3D Geen triviale (rechtoe-rechtaan) uitbreiding mogelijk naar 3D Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  30. Brian’s Brain • Cellen stellen neuronen voor. I.p.v. twee, drie toestanden: • In rust (zwart). • Activatie (wit). • Net geactiveerd (rood). • Regels: • Witte cellen worden rood. • Rode cellen worden zwart. • Een zwarte cel wordt geactiveerd door twee witte buren. • Verschillen met Conway’s game of life: • Activiteit “golft” over het rooster en is aanmerkelijk directioneel. • Doet (in de verre verte) denken aan neurofysiologische signaal-overdracht in zenuwen. Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  31. Brian Silverman in 1987. Kan elke logische poort simuleren. Daardoor Turing-compleet. Regels: Zwart: achtergrond, invariant. Geel: “draad”. Wordt rood als buur rood is. Rood: “electron”. Maakt gele buren rood. Blauw: “uitdovend electron”. Wire world Twee diodes. Twee klokken en een XOR-poort.

  32. Maximum connectiviteit in 2D? Constant Neighbor Dihedral Tilings with 15, 32, and 43 Neighbors Friedman, Erich and Zwaag van der, Berend Jan (2002) Constant Neighbor Dihedral Tilings with 15, 32, and 43 Neighbors. Geombinatorics, XI (3). pp. 74-77. Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  33. Algemene definitie van een CA • Eindig of oneinding veel cellen. • Elke cel kan zich in een bepaalde toestand bevinden. Mogelijkheden: • Eindig veel toestanden (komt in 98% van de gevallen voor). • Aftelbaar oneindig veel mogelijke toestanden (N) (1%). • Overaftelbaar oneindig veel mogelijke toestanden ([0,1], of R) (1/2%). • De toestandruimte kan eigenlijk iedere verzameling zijn! • De toestandruimte kan homogeen (elke cel dezelfde toestandruimte) of niet homogeen (elke cel een andere verz. mogelijk toestanden) zijn. • De cellen zijn met elkaar verbonden door een connectiviteitspatroon (= elke cel kan vertellen wie zijn buren zijn). • Connectiviteit kan symmetrisch of a-symmetrisch zijn. • Connectiviteit kan uniform of gedifferentieerd zijn. • Er is een transitiefunctie gedefinieerd. Deze bepaalt de volgende toestand van een cel op basis van zijn huidige toestand, en de huidige toestanden van zijn buren. • Een transitiefunctie kan deterministisch of non-deterministisch (≈ er zit een random element in) zijn. • De toestandsovergangen kunnen simultaan (synchroon) plaatsvinden, serieel geordend, serieel ongeordend, of random asynchroon (stochastisch). Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  34. Deel II: back to the basics 1-dimensionale cellulaire automaten Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  35. Eén-dimensionale CA’s • Een één-dimensionale CA is een eindig rijtje van N cellen die elk K toestanden kunnen aannemen. De toestanden worden aangeduid met met { 0, …, K  1 }. • We nemen weer aan dat randcellen elkaars buren zijn. • Laat R een niet-negatief geheel getal zijn, de zogenaamde radius. De volgende toestand wordt bepaald door de toestand van de cel zelf en de toestand van haar 2R buren. • In de tekening hierboven is N = 14, K = 2 (en R onbekend) Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  36. t = 0 t = 1 t = 2 t = 3 t = 4 t = 5 Progressie ééndimensionale CA Progressie is in 2D te volgen (analoog zou je progressie in Conway’s life in 3D kunnen visualiseren). Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  37. Voorbeeld progressie 1-dim. CA Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  38. De regelverzameling van een één-dimensionale CA kan worden gevisualizeerd als boven: Het aantal toestanden, K, is 2. Wit = Toestand 0, Zwart = Toestand 1. De radius, R, is hier 1. De omvang van de omgeving is dus 3. Er zijn (dus) 23 = 8 regels. Er zijn (dus) 28 = 256 mogelijke regelverzamelingen. In het algemeen: De omvang van een omgeving is 2R+1. Het aantal verschillende omgevingen voor een CA met radius R en aantal toestanden K is K(2R+1). Een regelverzameling bestaat (dus) uit K(2R+1) regels. Er zijn (dus) K mogelijke regelverzamelingen. Er zijn (dus) evenveel mogelijke CAs met K toestanden op een omgeving van 2R+1 cellen. Regelverzameling van eenéén-dimensionale CA ( K(2R+1) ) Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  39. Bekijk de regelverzamelingen die gebaseerd zijn op de som van de toestanden. (N.B. in 2D diskwalificeert dit Conway’s life!!) Minimum som: (2R+1) x 0 = 0. Maximum som: (2R+1) x (K  1). Grootte regelverzameling is nu dus: (2R+1)(K1) + 1. Omvang regelverzamelingen Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  40. Speciale codering van 1-dim. CA • Voorbeeld (Flake, p. 237). Het aantal regels in een regelverzameling voor K = 5 en R = 3 is (2R+1)(K1) + 1 = 7 x 4 + 1 = 29. (Dus 529mogelijke regelverzamelingen.) • Voor een regelverzameling worden alle specifieke 29 regels op een rij gezet: • Alleen de consequenten van die 29 regels geven eigenlijk informatie. Elke regelverzameling correspondeert dus uniek met een rijtje cijfers uit { 0,.. 4 } ter lengte 29. • Voorbeeld: 00040001002000200020030000004 Σ = 0 → 0 Σ = 1 → 0 Σ = 2 → 0 Σ = 3 → 4 Σ = 4 → 0 Σ = 5 → 0 Σ = 6 → 0 ….. Σ = 28 → 4 Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  41. Wolfram’s Class I-IV typeringen • Class I automata: monden uit in een stabiele toestand. • Class II automata: monden uit in periodieke structuren. • Class III automata: monden uit in chaotisch gedrag (static white noise). • Class IV automata: monden uit complexe patronen met locale structuren. Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  42. Class I automata Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  43. Class II automata Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  44. Class II automata (vervolg) Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  45. Class III automata Witte ruis (als bij slechte TV ontvangst). Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  46. Class IV automata Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  47. Rule 110 is Turing-compleet 01101110binair = 110decimaal Twee gliders interacteren en vormen een nieuwe glider Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  48. Langton’s λ-parameter • Motivatie: vind een eenvoudig kenmerk dat de complexiteit van een CA aangeeft. • Langton: λ =Def1 – het deel regels met een toestand van rust (de “nul-toestand”) in de consequent / totale aantal regels • Extrema: • λ = 0 : dooie boel • λ = 1 : totale chaos • Wolfram’s vier klassen: • Klasse I (stabiel): λ = 0.27, 0.19, 0.23 : dicht bij nul. • Klasse II (periodiek): λ = 0.52, 0.43, 0.33, 0.44, 0.43, 0.48 : verder van nul af. • Klasse III (chaos): λ = 0.82, 0.79, 0.85, 0.82. • Klasse IV (complex): λ = 0.43, 0.51, 0.56. Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  49. Langton’s indeling van de regelruimte Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

  50. Reversibiliteit Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk

More Related