1 / 20

Spijsvertering

Spijsvertering. Nodig voor de cellen. Glucose (enkelvoudig koolhydraat) als brandstof. Aminozuren als bouwstof voor de aanmaak van eiwitten. Vetzuren als bouwstof en brandstof. Cholesterol Vitamines, mineralen en spore-elementen Water. Voedsel bevat. Eiwitten (polypeptiden) Koolhydraten

ceana
Download Presentation

Spijsvertering

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Spijsvertering

  2. Nodig voor de cellen • Glucose (enkelvoudig koolhydraat) als brandstof. • Aminozuren als bouwstof voor de aanmaak van eiwitten. • Vetzuren als bouwstof en brandstof. • Cholesterol • Vitamines, mineralen en spore-elementen • Water

  3. Voedsel bevat • Eiwitten (polypeptiden) • Koolhydraten • Enkelvoudige suikers (monosachariden) • Tweevoudige suikers (disachariden) • Meervoudige suikers (polysachariden) • Vetten en cholesterol • Vitamines, mineralen en sporenelementen • Water

  4. Vertering • Eiwitten splitsen in losse aminozuren. • Meervoudige suikers splitsen in enkelvoudige suikers • Vetten splitsen in losse vetzuren. Gebeurt door enzymen in de verschillende spijsverteringssappen

  5. Mond • Vermalen van het voedsel m.b.v. het gebit. • Vermengen met speeksel • Afkomstig uit de speekselklieren • 1000 – 1500 ml per etmaal • Bevat water, slijm en amylase • Hoeveelheid en samenstelling hangt af van de aard van het voedsel • Amylase splitst koolhydraten

  6. Keel (pharynx) • Buisvormige ruimte die over gaat in de slokdarm (oesophagus) en aan de boven-kant in verbinding staat met de neusholte. • De wand is gespierd. • De spierlaag doet mee aan de slikreflex. • Door de slikreflex gaat voedsel vanuit de mond de slokdarm in. • Tijdens het slikken is het strottenhoofd afgesloten.

  7. Maag (gaster) • Tijdelijk voedselreservoir met een meng- en kneedfunctie. • Produceert maagsap: • Ongeveer 2000 ml per etmaal • Bevat water, slijm, zoutzuur, enzymen (pepsine) en intrinsic factor • Pepsine splitst eiwitten, zoutzuur helpt bij de vertering van eiwit en doodt bacteriën • Intrinsic factor is nodig voor opname van vit. B12

  8. 12-vingerige darm (duodenum) • Eerste stuk van de dunne darm. • Hier toevoeging van gal en pancreassap. • Tussen maag en duodenum zit de maag-portier (pylorus) • De pylorus gaat dicht als er zuur in het duodenum komt en open als het zuur in het duodenum geneutraliseerd is. • Gal en pancreassap neutraliseren zuur

  9. Pancreas • Ligt in de bocht van het duodenum. • Produceert insuline en glucagon. • Produceert pancreassap: • Ongeveer 1000 ml per etmaal • Bevat water, slijm, natriumbicarbonaat • Bevat veel enzymen: • Amylase (splitst koolhydraten) • Trypsine (splitst eiwitten) • Lipase (splitst vetten)

  10. Gal • Geproduceerd door de lever (hepar) en tijdelijk opgeslagen in de galblaas. • Ongeveer 750 ml per etmaal. • Samenstelling: • Water en slijm • Natriumbicarbonaat • Galzouten en galkleurstoffen • Cholesterol

  11. Dunne darm • Bestaat uit 3 stukken: • Duodenum (20 – 25 cm) • Jejunum (2,5 m) • Ileum (3,5 m) • Produceert darmsap: • 2000 - 3000 ml per etmaal • Bevat enzymen voor de “eindvertering” • Bevat water en slijm

  12. Dunne darm • Enzymen: • Erepsine: mengsel van eiwitsplitsende enzymen dat zorgt dat er uiteindelijk alleen nog losse aminozuren overblijven. • Disacharidasen: splitsen disachariden in monosachariden • Opname: vetzuren in de lymfevaten en de overige stoffen in het bloed.

  13. Dunne darm • Voor en goede opname is een zo groot mogelijk oppervlak nodig • Slijmvlies is geplooid • Slijmvlies heeft darmvlokken

  14. Dikke darm (colon) • Bestaat uit 6 stukken • Blinde darm (coecum) • Opstijgend deel (colon ascendens) • Dwarse deel (colon transversum) • Afdalend deel (colon descendens) • S-vormig deel (colon sigmoïdeum) • Endeldarm (rectum) • Aan de blinde darm hangt de appendix.

  15. Dikke darm (colon) • Bevat veel bacteriën (darmflora) • Belangrijkste functies: • Onttrekken van water aan de onverteerbare resten van ons voedsel • Vorming van ontlasting

  16. Ideale voeding • Koolhydraten: 55 – 65% van de energie-behoefte • Eiwitten: ongeveer 11% van de energie-behoefte • Vetten: 25 – 35% van de energiebehoefte. • Voldoende vitamines, mineralen, sporen-elementen, water, etc.

More Related