290 likes | 664 Views
Crowd control & Massapsychologie. Lezing Politieacademie Apeldoorn. Een massa bestaat uit veel dyades, of triades, uit groepjes dus. Nieuwe inzichten over rellen. Voorgeschiedenis is belangrijk (preventie) Verschillende soorten wanorde (differentiatie)
E N D
Crowd control & Massapsychologie Lezing Politieacademie Apeldoorn
Een massa bestaat uit veel dyades, of triades, uit groepjes dus
Nieuwe inzichten over rellen Voorgeschiedenis is belangrijk (preventie) Verschillende soorten wanorde (differentiatie) Ontstaan van tegenstellingen (vermijden provocatie) Verlies van rationaliteit valt mee (contact houden) Spanning is centraal concept (deëscalatie) Twee soorten benaderingen: Tegenhouden of remmingen wegnemen(spanningsmanagement) Flexibele sturing operaties (autonomie) Verantwoordelijkheid gedeeld met publiek (delegeren) Kennis van andere partij belangrijk (respecteren)
MASSA PSYCHOLOGIE: OUDE THEORIEEN • MASSA IS MENTALE EENHEID • INDIVIDUELE RATIONALITEIT VERDWIJNT • MASSA IS EENHEID MET EEN EIGEN ‘ZIEL’ • NIEUW EENHEID HEEFT NEGATIEVE EIGENSCHAPPEN • INTELLECTUEEL EN MOREEL INFERIEUR • DESTRUCTIEF EN CRIMINEEL • FANATIEK. SOMS HOGE ZELF OPOFFERING • PERSOONLIJKHEID VAN MASSALEDEN VERANDERT • IRRATIONEEL AND EMOTIONEEL • HET ONBEWUSTE SPEELT BELANGRIJKE ROL • IMPULSIEF EN MAKKELIJK BEINVLOEDBAAR
25 25 30 25 40 25
Rellen in Frankrijk 1830-1960 Bron: Tilly & Tilly, 1975 20 23 22 10 32 33
Soorten massaverschijnselen: Snelheid x Motivatie • Intern motief Extern doel • Plotseling Vechtpartijen Rassenrel Mass Psychogenic Illness Ontsnap. Paniek Hooliganisme Voedselrellen Lynchings • Verwacht Manifestaties Demonstraties Traditionele rellen Krakersrellen Voetbalrellen Emigratiestromen Blokkade/Staking
drie dimensies waarop massaverschijnselen geordend kunnen worden MANIFESTATIE PANIEK DOELGERICHT DEMO OPSTAND CONCERT LYNCH LOTSCONTROLE FEEST REL SPEELS GEDRAGSCONTROLE VRIENDVIJAND
Gedragspatronen • Agonistisch (Vecht/vlucht, Jagen, Doden, Dreigen) • Voortplanting (Hofmaken, Paring) • Kinderzorg (Temperatuur, Voedsel, Veiligheid) • Fourageren (Zoeken, Eten, Delen, Herkauwen, Verteren) • Bouwen (Hol, Nest, Val, Dam) • Verkennen (Omgeving, Wacht houden, Vijanden) • Lichaamsverzorging (Gladstrijken, Wassen, Vlooien) • Afwachten (Pauzeren,Wachten op, Uitrusten, Zonnen) • Migratie (Trek, Nomadisme) • Spel (Agonistisch, Voortplanting, Kinderzorg, Fourageren, Bouwen, etc)
Intergroepsconflict EXT.ATTRIBUTIE C O N F L I C T C O N F L I C T MISPERCEPTIE COMPETITIE RECIPROCITEIT IN- OUT BIAS STEREOTYPEN MOREEL (DIABOLISERING) VIRIEL MACHTS TACTIEKEN COMMITMENT COHESIE CATEGORISATIE IN-G-COOPERATIE AROUSAL
Quasi-stationnaire evenwichten (Lewin, 1952) • Begintoestand: • Na verhogen druk in gewenste richting: • Na verlagen druk in ongewenste richting:
Arousal & Stress: Oorzaken en gevolgen • Oorzaken • Arousal: Korte termijn verhoging activatieniveau, Ontstaat in crisis situaties (fight-flight). Voorbereiding actie • Stress: Lange termijn hoog activatieniveau zonder oplossing, Ontstaat in langdurende onoplosbare crisis situaties (tobben), komt voort uit waargenomen verliessituatie. • Gevolgen • Arousal: Vernauwing aandacht, (Schijn) zekerheid, Ongevoeligheid straf en pijn, Andere tijdsbeleving, Emotionaliteit, gedrag moeilijk te stoppen. • Stress: Onzekerheid, fatalisme,Lichamelijke klachten, drinken, drugs, Terugtrekken,
Hoe ontstaan geruchten? Algemene onzekerheid Stress Spanning Belangrijk onderwerp Geloof- waardigheid Levelling Sharpening Assimilation Bij doorvertellen: Wordt geloofd als: Plausibel Verrassend Aansprekende details In dat geval even grote invloed als écht nieuws
FASEN BIJ MASSA VERSCHIJNSELEN • PLANNING(TIJD VOORAFGAAND AAN DAG T) • INDIVIDUEN OF KLEINE GROEPEN • DOELGERICHT GEDRAG • MOBILISATIE(DAG T TOT BEGIN ACTIE) • CONVERGENTIE, CO PRESENCE • ATTITUDES & EMOTIES NEMEN VORM AAN • DOELZOEKEND GEDRAG • ACTIE(DAG T NA BEGIN ACTIE) • INDIVIDUEN OF KLEINE GROEPEN • DOELGERICHT (WINNEN OF VERLIEZEN) • GEDEINDIVIDUALISEERD
Drie soorten crowd control Problemen Worden Steeds Groter 1) Crowd management Begeleiding menigten doel: Scheppen gewenste orde 2) Crowd control Voorkomen rellen doel: Handhaven bestaande orde 3) Riot control: Neerslaan rellen doel: Herstellen niet bestaande orde
Drie soorten crowd control in tijdschema 1) Crowd management 2) Crowd control 3) Riot control MOBILISATIE ACTIE PLANNING
1) Crowd management • Doel: ordelijk en profijtelijk verloop massabijeenkomst • Regeling en begeleiding • Aan en afvoer; Voorkomen verstopping en stremming • Dranghekken, barricades, draaihekken, wegwijzers • Veiligheidsdiensten, gidsen, stewards • Continue monitoring van massa • Regelgeving, communicatie van regels, plan bijstelling regels • Noodplannen, calamiteitenplannen (+ nodige reserves) • Communicatie met massa, communicatie tussen personeel en met leiding • Sfeermakers, kleuren, verlichting, muziek • Catering, toiletten, garderobes, voertuigstalling • Bescherming tegen weer: Temperatuur, neerslag, wind
2) Crowd control • Doel: voorkomen rellen en andere uitbarstingen • Preventie en proactie • Kundige en ervaren leiding. Afwezigheid groupthink en routinedenken • Informatie over sfeer, plannen betrokkenen. Inzicht in statistische kansen • Kennis over soorten geweldsuitbarstingen (amusement vs. onderhandeling) • Heldere draaiboeken met verschillende scenario’s en noodplannen • Coordinatie tussen diensten • Adequate verbindingen (betrouwbaar, niet afluisterbaar) • Beschikbaarheid getrainde verkenners/observatoren + procedures • Gerichtheid op spanningsverlaging (Geen hoorns, heli’s etc, alcoholbeleid) • Snelle en onopvallende verwijdering ‘harde kern’ • Vermijden anonimiteit (ME helm etc), en ‘oorlogsvoorbereiding’ • Contact hebben en houden met publiek, beleefd, open, correct, en met gein • Handhaaf tolerantiegrenzen vroeg en strikt • Vermijdt Win-Verliessituaties tot het uiterste
3) Riot control • Doel: uitschakelen tegenstander • Gevechtsactie • Zorg voor heldere en eenduidige strategie • Kies omgeving waar weinig stuk kan • Ken je tegenstander, en pas strategie en tactieken daaraan aan • Gebruik misleiding • Tracht tegenstander te concentreren ipv verspreiden • Probeer eigen mensen onder controle te houden • Leg zoveel mogelijk beslissingsbevoegdheid in het veld • Wees duidelijk in communicatie naar tegenstander • Tracht zoveel mogelijk de ‘leiders’ uit te schakelen • Bedenk dat bluffen niet meer helpt • Heb geduld
Rapportage? 9 8 8 11 9 9 12 11 10 7 7
Opleidingen lang Selectie op bestuurlijke capaciteiten Carriere gebaseerd op foutvermijding Doelen langere termijn Democratische instelling en leiderschap Zorg voor correcte procedures Sancties voor relatief kleine afwijkingen Rivaliteit tussen diensten Opleidingen kort Selectie op inspiratie en enthousiasme Carriere gebaseerd op prestaties Doelen korte termijn Autoritaire instelling en leiderschap “Cutting the red tape” Polarisatie in sancties Overkoepelend doel reduceert rivaliteit vredesorganisatie en oorlogsorganisatie
Reversal Theory (Apter, 1980) aangenaam paratelisch onaangenaam telisch rustig sensatie
APPROACH-AVOIDANCE CONFLICT STERKTE MOTIEF NADEREN/VECHTEN VERMIJDEN/VLUCHTEN AFSTAND
Nieuwe inzichten over rellen Voorgeschiedenis is belangrijk (preventie) Verschillende soorten wanorde (differentiatie) Ontstaan van tegenstellingen (vermijden provocatie) Verlies van rationaliteit valt mee (contact houden) Spanning is centraal concept (deëscalatie) Twee soorten benaderingen: Tegenhouden of remmingen wegnemen Flexibele sturing operaties (autonomie) Verantwoordelijkheid kan gedeeld (delegeren) Kennis van andere partij belangrijk (respecteren)
Een fundamentele persoonseigenschap (Koolhaas, 2000) • Proactief • Eerst doen, dan denken, • Initiatiefrijk, • Stoort zich niet aan bezwaren, • Niet gauw bang. • Raakt in war bij onverwachte, • Gesteld op vaste patronen en voorspelbaarheid. • Grote druk: Overactief • Reactief • Voorzichtig, kat uit boom kijken • Opmerkzaam op omgeving, gevoelig voor indrukken • Passen gedrag handig aan omgeving aan • Grote druk: Verlamming
Een fundamentele persoonseigenschap (Koolhaas, 2000) • Organisaties overvragen wanneer ze uitgaan van groot aanpassingsvermogen medewerkers: mensen zijn moeilijk fundamenteel te veranderen. • Training en coaching verhoogt zelfinzicht maar fundament blijft gelijk • Gedreven en ongeduldige managers zijn ongevoelig voor omgeving Is tegelijk kracht (in normale situaties) en zwakte (in crisis). Typische reactie op mislukking: Verrassing, gekrenkt, boos. • Gedreven en ongeduldige managers reageren alleen op krachtige feedback vanuit directe omgeving • Beide types hebben een hekel aan zelfsturende teams: Proactieven wegens voorkeur voor baas spelen, Reactieven wegens weerzin tegen eigen initiatief. Dus: mixen!