90 likes | 191 Views
Rapport Opvangvormen en het gebruik (bij gezinnen met kinderen onder 3 jaar in het V laamse Gewest). Naomi Dekeyzer klas: 1BaSW c Academiejaar: 2013-2014 ( Gebaseerd op het rapport van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin). Inhoudstafel. 1 . Gebruik van opvangvormen door:
E N D
Rapport Opvangvormen en het gebruik (bij gezinnen met kinderen onder 3 jaar in het Vlaamse Gewest) Naomi Dekeyzer klas: 1BaSW c Academiejaar: 2013-2014 ( Gebaseerd op het rapport van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin)
Inhoudstafel 1. Gebruik van opvangvormen door: 1.1. Kinderen uit kansarme gezinnen 1.2. Allochtone gezinnen 2. Profiel van gebruikers van zelfstandige voorzieningen 3. Opvangvorm bij kinderen tussen 1maand en 3 maanden 4. Tweede en derde belangrijkste opvangvorm 5. Beperkte gebruikers van opvangvormen
1.Gebruik van opvangvormen door gezinnen: 1.1. Kinderen uit kansarme gezinnen • Gelijk aan gebruik van opvangvormen zoals niet-kansarmen • Forse daling opvang door grootouders → stijging formele voorzieningen ( gesubsidieerde of zelfstandig) tegenover onderzoek uit het jaar 2004 • Geen stijging van deze groep in opvang gesubsidieerde voorzieningen ondanks inspanningen om doelgroep te bereiken → vaak door voorrangsbeleid
1.Gebruik van opvangvormen door gezinnen:1.2. Allochtone gezinnen • grootouders als opvang wordt minder gebruikt dan Belgische groep minder beschikbaar door: actief leven, mantelzorg,…. • Stijging gebruik kinderdagverblijven door het specifiek richten van lokale diensten op de doelgroep • Daling in vergelijking met 2004 in opvang door grootouders ten voordele van onthaalouders
2. Profiel van gebruikers van zelfstandige voorzieningen • De meeste gebruikers komen uit West-Vlaanderen (34,2%), Vlaams-Brabant (28,6%) en Oost-Vlaanderen (28,3%). → in overeenstemming met de aanwezige capaciteit • Overgrote deel hogere opleiding en hoger inkomen • Alleenstaanden maken minder gebruik van dan koppels • Wordt evenveel door kansarme gezinnen, allochtone gezinnen als andere gezinnen gebruikt dankzij vzw’s of publieke instanties die zich inzetten
3. Opvangvorm bij kinderen tussen 1 maand en 3 maanden • 1/3 wordt opgevangen door grootouders • 1/3 door onthaalouders • 1/4 door kinderdagverblijven • Grootouders dalen in opvang dit wordt vooral ingevuld door zelfstandige kinderdagverblijven
4. Tweede en derde belangrijkste opvangvorm • 41,9% van de regelmatige gebruikers van opvangvormen doen ook beroep op een tweede instantie • Meestal is de tweede opvangmogelijkheid de grootouders hierin komen grootouders nog meer naar voor dan in 2004. bevestigt Hiva-onderzoek: grootouders meer complementair door toenemende activeringsgraad • 9% van de regelmatige gebruikers van opvangvormen doen ook beroep op een derde instantie
5. Beperkte gebruikers van opvangvormen • = beperkt gebruik maken van opvang • Grootouders zijn meest gebruikte opvangvorm ( dubbele van niet-beperkte gebruikers) • Op tweede plaats onthaalouders • In vergelijking met 2004: daling opvang grootouders en stijging formele voorzieningen