210 likes | 469 Views
1. MUCIUS SCAEVOLA REDT ROME (II, 12-13.5) a. Gaius Mucius heeft een plan (12.1-5) Obsidio erat nihilo minus et frumenti cum summa caritate inopia , sedendoque expugnaturum se urbem spem Porsenna habebat , cum C. Mucius , adulescens nobilis, cui indignum videbatur
E N D
1. MUCIUS SCAEVOLA REDT ROME (II, 12-13.5) a. GaiusMucius heeft een plan (12.1-5) • Obsidioeratnihilo minus et frumenti cum summa caritateinopia, • sedendoqueexpugnaturum se urbemspemPorsennahabebat, • cum C. Mucius, adulescens nobilis, cuiindignumvidebatur • populumRomanumservientem, • cum sub regibusesset, • nullo bello necabhostibusullisobsessumesse, • De belegering en gebrek aan koren gepaard gaande met de hoogste prijs duurde niettemin voort, • en Porsenna had de hoop dat hij door te blijven (belegeren) de stad zou veroveren, • toen GaiusMucius, een adellijke jongeman, die het schandelijk vond • dat het Romeinse volk toen het slaaf was, • toen het onder de koningen was, • door geen enkele oorlog noch door enige vijanden werd belegerd,
liberumeundempopulumabiisdemEtruscisobsideri, • quorum saepeexercitusfuderit • —itaquemagnoaudaciquealiquofacinoreeamindignitatemvindicandamratus, • primo suaspontepenetrare in hostiumcastraconstituit; • (maar) dat hetzelfde (inmiddels) vrije volk door dezelfde Etrusken werd belegerd, • wier legers het dikwijls heeft verslagen • – dus menend dat met een of andere grote en vermetele/brutale/stoutmoedige daad deze schande moest worden gewroken, • eerst besluit (besloot) om op eigen initiatief het legerkamp van de vijanden binnen te dringen; • [dus: Porsenna had hoop, toen Mucius besloot om…]
cum C. Mucius, adulescens nobilis, cuiindignumvidebatur • populumRomanumservientem, • cum sub regibusesset, • nullo bello necabhostibusullisobsessumesse, • liberumeundempopulumabiisdemEtruscisobsideri, • quorum saepeexercitusfuderit Tegenstellingen: • servientem – liberum • nullo bello obsessumesse – obsideri • abEtruscisobsideri – quorum saepeexercitusfuderit Chiasmes: • populumRomanumservientem – liberumeundempopulum • nullo bello – abhostibusullis
deinmetuens ne, • si consuluminiussu et ignaris omnibus iret, • forte deprehensus a custodibusRomanisretraheretur ut transfuga, • fortunatumurbis crimen adfirmante, • senatumadit. • daarna, vrezend dat hij, • als hij zonder bevel van de consuls en, buiten medeweten van iedereen zou gaan, • toevallig betrapt door de Romeinse bewakers zou worden teruggebracht als overloper, • omdat de situatie van toen de beschuldiging aannemelijk maakte, • gaat hij naar de senaat. • de omstandigheden in Rome zijn zo slecht dat overlopen voor sommige mensen een optie lijkt. • crimen: overlopen.
‘TransireTiberim’ inquit, ‘patres, • et intrare, si possim, castrahostiumvolo, • non praedonecpopulationum in vicemultor; • maius, si di iuvant, in animo estfacinus.’ • ‘de Tiber oversteken’, zei hij, ‘senatoren, • en het kamp van de vijanden, als ik (dat) zou kunnen, binnengaan wil ik, • niet als plunderaar noch op mijn beurt als wreker van de plunderingen; • een grotere daad, als de goden (mij) helpen, ben ik van plan’. • er wordt niet gezegd welk ‘groter plan’, maar door het zwaard (volgende dia) kun je een vermoeden krijgen.
Adprobantpatres; • abdito intra vestemferroproficiscitur. • De senatoren geven hun toestemming; • nadat hij een zwaard heeft verborgen onder zijn kleding, vertrekt hij.
b. De aanslag op de koning mislukt (12.6-11) • Ubieovenit, in confertissimaturbaproperegiumtribunalconstitit. • Toen hij daar kwam, ging hij in de zeer dicht opeengedrongen menigte dichtbij het koninklijk podium staan.
Ibi cum stipendium militibus forte daretur • et scriba cum regesedens pari fereornatumultaageret • eum<que> militesvolgoadirent, • timenssciscitariuterPorsennaesset, • ne ignorandoregemsemetipseaperiretquisesset, • quo temeretraxitfortunafacinus, scribam pro regeobtruncat. • Toen daar toevallig soldij werd gegeven aan de soldaten • en de secretaris met de koning zittend met ongeveer gelijke kleding druk bezig was, • en soldaten met zijn allen naar hem toe gingen, • vrezend te vragen wie van beiden Porsenna was, • om te voorkomen dat hij door de koning niet te kennen zichzelf zou verraden wie hij was, • doodt hij, geleid door het lot, de secretaris in plaats van de koning. • forte: gevolg: Mucius doodt de verkeerde.Ze zien er hetzelfde uit en hij wil niet vragen wie wie is.
Vadentem inde, qua per trepidamturbamcruentomucronesibiipsefeceratviam, • cum, concursu ad clamorem facto, comprehensumregiisatellitesretraxissent, • ante tribunalregisdestitutus, tumquoqueintertantasfortunaeminasmetuendusmagisquammetuens, ‘Romanussum’ inquit, ‘civis; • Terwijl hij vandaar/vervolgens ging daarlangs waar hij zelf voor zichzelf door de bange menigte met zijn bebloede zwaard een weg had gebaand, • toen, nadat een oploop op het geschreeuw (omdat de secretaris dood is) was ontstaan, de dienaren van de koning hem, na vastgepakt te hebben terug hadden gehaald, • zei hij, voor het podium van de koning neergezet, ook toen nog te midden van zo grote bedreigingen van het lot (doodstraf?) meer vreeswekkend dan vrezend: ‘Ik ben Romeins burger;
C. Muciumvocant. • Hostishostemocciderevolui, • nec ad mortem minus animiest, quamfuit ad caedem; • et facere et patifortiaRomanumest. • ze noemen mij GaiusMucius. • Als vijand wilde ik een vijand doden, • en ik heb voor de dood niet minder moed dan ik had voor de moord; • én dapper handelen én dapper verdragen is (typisch) Romeins.
Nec unus in te ego hos animosgessi; • longus post me ordoest idem petentiumdecus. • En niet ík alleen had dit voornemen jegens u; • een lange rij achter mij is er van (mannen) die streven naar dezelfde eer. de vijandelijke koning/aanvoerder doden.
Proinde in hoc discrimen, si iuvat, accingere, • ut in singulashorascapitedimicestuo, • ferrumhostemque in vestibulohabeasregiae. • Daarom bereidt u op dit gevaar voor, als het u plezier doet, • zodat u van uur tot uur om uw leven strijdt, • (en) zwaard en vijand in de hal van de koningstent hebt.
Hoc tibiiuventus Romana indicimusbellum. • Nullamaciem, nullumproeliumtimueris; • uni tibi et cum singulisreserit.’ • Deze oorlog zeggen wij, Romeinse jeugd, u aan. • Geen slaglinie, geen gevecht moet u vrezen; • voor u alleen en met (ons) één voor één zal de strijd zijn.’ • speech: maakt het verhaal spannend(er).
c. Porsenna laat Mucius ongedeerd gaan (12.12-16) • Cum rex, simulirainfensuspericuloqueconterritus, circumdariignesminitabundusiuberet, • nisiexpromeret propere, • quasinsidiarumsibiminas per ambagesiaceret, • ‘En tibi’ inquit, • ‘ut sentias, quamvile corpus sit • iis, quimagnamgloriamvident’; • Toen de koning, zowel agressief door woede als door het gevaar hevig verschrikt, dreigend beval hem (=Mucius) op de brandstapel te leggen, • als hij niet snel vertelde, • welke bedreigingen van een aanslag voor hem hij d.m.v. raadselachtige woorden naar voren bracht, • zei hij (Mucius): ‘Kijkt u dan, • opdat u bemerkt hoe waardeloos een lichaam is • voor hen die grote roem voor ogen hebben’;
dextramqueaccenso ad sacrificiumfoculoinicit. • Quam cum velutalienatoabsensutorreret animo, • propeattonitusmiraculo rex, • cum absedesuaprosiluisset • amoveriqueabaltaribusiuvenemiussisset, • ‘Tu veroabi’ inquit, ‘in te magisquam in me hostiliaausus. • zijn rechterhand hield hij in de offerpan, nadat deze was aangestoken voor het offer. • Toen hij deze, alsof hij geen pijn voelde, roosterde, • zeide door het wonder bijna verbijsterde koning, • toen hij van zijn zetel was opgesprongen • en bevolen had de jongeman van het altaar weg te halen: • ‘Jij moet werkelijk weggaan, jij die jegens jezelf meer kwaad hebt durven aan te richten dan jegens mij.
Iuberemmactevirtuteesse, • si pro mea patria istavirtusstaret; • nunciure belli liberum te, intactuminviolatumquehincdimitto.’ • Ik zou je willen gelukwensen met je moed, • als die moed voor míjn vaderland werd betoond; • nu stuur ik je hiervandaan weg gevrijwaard van het oorlogsrecht, ongestraft en ongedeerd.’ • iurebelli, intactum, inviolatum - trikolon
TuncMucius, quasi remuneransmeritum, • ‘Quandoquidem’ inquit, ‘estapud te virtutihonos, • ut • beneficiotuleris a me, • quodminisnequisti: • Toen zeiMucius, als het ware een wederdienst bewijzend (alsof hij een wederdienst bewees): • ‘Omdat althans er bij u een eerbewijs is voor moed, • om te bewijzen dat • u door uw weldaad van mij hebt verkregen (verkrijgt) • wat u met dreigementen niet kon, (zeg ik u): • Remunerans: door het zogenaamde verbond te verklappen van 300 Romeinen die in de rij staan om Porsenna te doden. • Beneficio: wijst terug naar nunciure belli liberum te, intactuminviolatumquehincdimitto (10-11); contrasteert met r. 14 minis. • Minis: wokst terug maar regel 2: circumdariignes.
trecenticoniuravimus principes iuventutisRomanae, • ut in te hac via grassaremur. • Mea prima sorsfuit; • wij, driehonderd leiders van de Romeinse jeugd, hebben ons door een eed verbonden • om tegen u op deze manier te werk te gaan. • Mijn lot was de eerste / het eerste lot trof het mijne; • Pure bluf; Mucius verzint dit ter plekke. Hij had alleen het plan opgevat Porsenna te doden en dit wel even aan de senatoren meegedeeld, maar verder aan niemand.
ceteri, ut cuiusquececideritprimi, • quoad te opportunumfortunadederit, suoquisque tempore aderunt.’ • de anderen zullen, al naar gelang ieder aan de beurt zal zijn, • ieder op zijn eigen tijd aanwezig zijn, totdat het lot u (ons) in handen zal hebben gespeeld’. • = tekst b regel 17: ferrumhostemque in vestibulohabeasregiae en regel 19 uni tibi et cum singulisreserit.