480 likes | 855 Views
FLIP FLOP. D-latch. eigenschappen. E-ingang = "0" → de flipflop behoudt zijn ingenomen stand; E-ingang = "1" → de flipflop neemt de data- informatie over. E-ingang = "0" → de flipflop behoudt zijn laatst ingenomen toestand. tijdvolgordediagram.
E N D
FLIP FLOP D-latch
eigenschappen • E-ingang = "0" → de flipflop behoudt zijn ingenomen stand; • E-ingang = "1" → de flipflop neemt de data- informatie over. • E-ingang = "0" → de flipflop behoudt zijn laatst ingenomen toestand.
Flipflop Delay flipflop
eigenschappen • Clock "0" → "1" → de aangeboden data wordt in de flipflop opgenomen • Clock "1" → "0" → De opgenomen informatie blijft in de flipflop bewaard
werking • Zolang het kloksignaal "0" is, is de E-ingang van de eerste flipflop "1" en kan de data opgenomen worden in de eerste flipflop. De E-ingang van de tweede flipflop is dan "0" zodat deze geen informatie kan inschrijven. • De uitgang van de schakeling behoudt hierdoor de ingenomen toestand m.a.w. de flipflop bevindt zich in de geheugenstand. • Op het moment dat het kloksignaal verandert van "0"naar "1" wordt het eerste geheugen geblokkeerd. Nu wordt echter de E-ingang van het tweede geheugen logisch "1" zodat de informatie van het eerste geheugen overgenomen wordt door het tweede. De uitgang Q zal hierdoor de ingeschreven informatie opnemen en in geheugen bewaren. • Zolang het kloksignaal "1"is, is het eerste geheugen geblokkeerd terwijl het tweede geheugen de opgenomen informatie bewaart.
flipflop JK-flipflop
eigenschappen • J = 1 en K = 0 → de flipflop set bij het geven van een klokpuls. • J = 0 en K = 1 → de flipflop reset bij het geven van een klokpuls. • J = 0 en K = 0 → de flipflop verandert niet bij het geven van een klokpuls. • J = 1 en K = 1 → de flipflop neemt de tegengestelde toestand aan bij het geven van een klokpuls
excitatietabel • de flipflop bezit de 0-stand en moet "0" blijven na de eerstvolgende klokpuls. • de flipflop bezit de 0-stand en moet "1" worden na de eerstvolgende klokpuls. • de flipflop bezit de 1-stand en moet "1" blijven na de eerstvolgende klokpuls. • de flipflop bezit de 1-stand en moet "0" worden na de eerstvolgende kfokpuls.
JKT-flipflop J 1 Q T Q K
Flankgestuurde JK-flipflop J 1 Q Q K
Flipflop T flipflop
eigenschappen • T = "1“ → de flipflop complementeert bij iedere klokpuls. • T = "0“ → de flipflop verandert niet bij een klokpuls.
flanksturing Stijgende flank CLK CLK a z a CLK z Dalende flank Δ CLK CLK a z a CLK z