130 likes | 428 Views
De Middeleeuwen Les 9 – De Islam en de Arabische wereld. H6: § 6:p117-8. Begin van de islam. Mohammed een jonge handelaar kwam omstreeks 570 NC ter aarde Trok mee/leidde handelskaravanen naar van Jemen, Palestina, Syrië en de Middellandse Zee Dus van en naar Byzantijns gebied
E N D
H6:§6:p117-8 Begin van de islam • Mohammed een jonge handelaar kwam omstreeks 570 NC ter aarde • Trok mee/leidde handelskaravanen naar van Jemen, Palestina, Syrië en de Middellandse Zee • Dus van en naar Byzantijns gebied • Komt in aanraking met verschillende culturen & geloven • Raakt gefascineerd door het Christendom en Jodendom • Ziet in deze geloven een middel om zijn verdeelde volk (Arabieren) te binden • Tot dan toe hingen de Arabieren een polytheïstisch geloof aan • In 610krijgt Mohammed zijn eerste openbaring • De aartsengel Gabriel bezoekt hem in de nacht • Hij brengt Mohammed de boodschap het woord van Allah (God) te verspreiden; Mohammed wordt dan een (de) profeet
Vlucht naar Medina • De toenmalige machthebbers in Mekka moesten niets van Mohammed en zijn boodschap weten • Er ontstond een strijd tussen hen, Mohammed en zijn groeide gevolg/groep volgelingen • In 622 moest Mohammed zelf Mekka ontvluchten en kwam via een omweg in Medina aan waren al veel volgelingen waren de zogenaamde hedsjra. Hier begint begin islamitische jaartelling • Na een lange tijd triomfeerde Mohammed en vestigde zich weer in Mekka (630) waar hij twee jaar later stierf
Verspreiding van de islam • Na de dood van Mohammed zien we een snelle verovering van gebieden • Oorzaken • (1) kracht van het woestijnleger • (2) welkom zijn van de legers in veel steden (Byzantijnen en Persen stonden er niet goed op) • (3) populariteit van het geloof (weerbaarheid / gelijkheid) • (4) normale behandeling Joden en Christenen • Tot staan gebracht uiteindelijk in Poitier (732); midden in het Frankische Rijk • Tot tweemaal toe trachtten de Arabieren Constantinopel te veroveren, maar dat mislukt
Bij de verovering van de gebied (lees: stad) ontvouwde zich telkens een zelfde patroon Geloven in veelgoderij werd verboden; onder dwang bekeerd Joden en Christenen (mensen van hét boek) konden hun geloof behouden, maar kregen enkele restricties opgelegd Velen bekeren zich tot de islam Oorzaak/reden Dan werden de genoemde restricties opgeheven Grote mate van vrijheid onder de Arabische heersers Inzet Joden/Christenen als bestuurders Intrinsieke aantrekkingskracht van het geloof (weerbaarheid /gelijkheid) Betrekkelijke verdraagzaamheid
Verspreiding tot ca 750 NC Poitier
De vijf zuilen van de Islam • de geloofsbelijdenis: Er is geen God dan Allah en Mohammed is zijn profeet • Vijfmaal daags bidden • Richting Mekka • Een maal per week naar de Moskee • Geven van Aalmoezen • Vasten in de maand van de Ramadan • Verdieping in het geloof en aandacht voor de zwakkeren in de samenleving • De hadj
Islamitische Cultuur • Hoog beschaafd • Taal: Arabisch door het hele rijk • oorzaak: heilige boek, De Koran was in deze taal geschreven • De islam legde wetenschappelijk vooruitgang niets in de weg • In tegendeel, het werd gestimuleerd! • Bestudering klassieke cultuur • van alles, maar zeker allerlei grote schrijvers (o.a. Grieks én Romeins) • Wetenschap • Geneeskunde (vb. het standaardwerk voor de anatomie geschreven) • Wiskunde (vb. de uitvinding van het cijfer 0) • Sterrenkunde • Geografie • Plantkunde • Muziek • Irrigatiesystemen • Prachtige kunst • Bouwkunst, maar ook voorwerpen
Islamitische Cultuur • Schakel tussen het Oosten en Westen • De kennis uit het Oosten (India, China, Byzantium) werd vertaald en doorgegeven aan het Westen (Europa) • Bijvoorbeeld: het getallensysteem, rekenkunde en alchemie (buskruit) (China & India) • Klassieke werken & bouwkunst (Byzantium) • Iberisch schiereiland ( El Andaluz, ) • De culturele brug tussen het Islamitische rijk en het Europa van de middeleeuwen • Uitwisseling van mensen, kennis en ideeën الأندلس
Cultuur Bouwkunst Kaligrafie Arabisch, taal van de Koran Astronomie
Huiswerk • Opdracht: Hoe werd Europa beïnvloed vanuit ‘het voorportaal van het paradijs?’ (HB, p133) (hoort eigenlijk bij § 6/7)