1 / 18

Het eerste epeisodion

Het eerste epeisodion. Vs 214-315. Vooroordelen ( vs 214-224). Monoloog Medea: Geeft een beeld van verschillende soorten mensen Wil niet oppervlakkig beoordeeld worden Koor: verwacht een radeloze en wanhopige Medea (door gedragen Medea en door voedster) Zeer rationeel.

cale
Download Presentation

Het eerste epeisodion

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Het eerste epeisodion Vs 214-315

  2. Vooroordelen (vs 214-224) • Monoloog Medea: • Geeft een beeld van verschillende soorten mensen • Wil niet oppervlakkig beoordeeld worden • Koor: verwacht een radeloze en wanhopige Medea (door gedragen Medea en door voedster) • Zeer rationeel

  3. Vooroordelen (vs 214-224) • Medea wil arrogantie/onverschilligheid voorkomen: memyhsq’ • Koor zou dit denken als ze zonder uitleg binnen zou blijven.

  4. Vooroordelen (vs 214-224) • Tegenstelling: • xenos (vs 222)versus aston (vs 223) • Ringcompositie: • ‘Want er is geen rechtvaardigheid’ … ‘terwijl hij helemaal niet rechtvaardig behandeld wordt’ • Dikh (vs 219) met hdikhmenos

  5. Vrouwen in het nadeel (vs 225-240) • Monoloog Medea: • Vertelt waarom vrouwen het zwaar hebben, geeft daarvoor 2 redenen: • De enorme bruidsschat (vs 231 ‘dei crhmatwnuperbolhiposinpriasqai’) • Een ziener zijn (vs 229 ‘dei mantineinai’): ze heeft geen maatstaven om te vergelijken

  6. Vrouwen in het nadeel (vs 225-240) • Probeert op solidariteit van de Corintische vrouwen te doen (koor): • Vriendinnen (vs 227 ‘jilai’) • ‘Zijn wij vrouwen het ongelukkiste schepsel’ (vs 231 ‘gunaikesesmenaqliwtatonjuton’)

  7. Vrouwen in het nadeel (vs 225-240) Men … de Of je een goede man krijgt en om goed met hem om te gaan als je eenmaal getrouwd bent (vs 235 en 238)

  8. De man in het voordeel (vs 241-251) • Monoloog Medea: • Laat zien wat voor opties een man heeft en wat voor opties een vrouw heeft in een huwelijk • Man: vrienden en hoeren • Maar een man, wanneer hij ontevreden is terwijl hij samenleeft met zijn huisgenoten, laat zijn hart ophouden met zijn afkeer door naar buiten te gaan [door zicht te wenden naar een vriend of leeftijdgenoot] (vs 244-246)

  9. De man in het voordeel (vs 241-251) • Vrouw: niemand, dus sterven • ‘Maar voor ons is het noodzakelijk naar één persoon te kijken’ (nl de man) (vs 247) • ‘Niet met tegenzin’ (vs 242) = litotes • Vs 250-251: ‘ws tris … tekeinapax’ = vergelijking mannen en vrouwen

  10. Een belofte (vs 252-270) • Monoloog Medea: • Ik heb niemand meer • Een plan maken • Kwaliteiten vrouw • Koor: • Staat aan Medea’s kant • Kondigt Creon aan

  11. Een belofte (vs 252-270) • Metafoor (vs 255-258): scheepvaart • ‘om een veilig heenkomen te zoeken uit dit ongeluk’  meqormisasqai  kan ook vertaald worden met: ‘van ankerplaats te veranderen uit’ • Thsd’ symjoras= ellende/storm • Trikolon en anafoor (vs 257): • oumhter, oukadeljon, oucisuggenh • Broer: heeft ze zelf gedood  betreuren

  12. Een belofte (vs 252-270) • [ton donta t’ autwiqugaterhn t’ aghmato] (vs 262) • Omschrijving van Creon en Glaukè • ‘sidhroneisoran’ (vs 264): naar ijzer kijken =

  13. Een hartvochtig bevel (vs 271-315) • Dialoog tussen Creon en Medea • Creon zegt dat Medea het land uit moet • Medea vraag om welke redenen ze weg moet • Creon zegt waarom • Medea reageert

  14. Een hartvochtig bevel (vs 271-315) • ‘De vijand zet nu alle zeilen bij. Ik zie geen haven waar ik deze rampen ontvluchten kan’ (vs 277-279) = metafoor scheepvaart • Vaak gebruikt in Medea

  15. Een hartvochtig bevel (vs 271-315) Creon zegt waarom: • ‘Ik ben bang – ik hoef er niet omheen te draaien – bang dat u mijn kind iets onherstelbaars aandoet.’ (vs 282-284) • Prospectie: Medea doodt ook Glaukè

  16. Een hartvochtig bevel (vs 271-315) • ‘Ik heb redenen genoeg voor deze angst’ (vs 284) • Redenen: • ‘U bent knap en op de hoogte van veel kwade zaken’ (vs 285-286) • ‘en het steekt u dat u door uw man verlaten bent’ (vs 286) • ‘Ik hoor ook dat u dreigt, zoals men mij bericht, de bruid, haar vader en de bruidegom iets aan te zullen doen’ (vs 287-289)

  17. Een hartvochtig bevel (vs 271-315) Medea reageert: Zoveel kennis heeft ze niet (‘En ik heb niet eens zo veel kennis’) ‘Nee, mijn echtgenoot haat ik’ (vs 310-311) ‘Want wat heeft ú mij misdaan?’ (vs 309) Al met al: waarom is Creon bang?

  18. Een hartvochtig bevel (vs 271-315) Leugen: ‘Ook al is mij onrecht aangedaan, ik zwijg en geef me aan de machtigen gewonnen.’ (vs 314-315)

More Related