170 likes | 298 Views
Dictee 6.2. succes. Als je iemand haat, wil je niets met hem te maken hebben; je vindt hem erg vervelend. haten. Ergens helemaal niet van houden. ergens een hekel aan hebben . Allemaal nare, vervelende dingen. de narigheid. Lawaai. het kabaal . Niet vriendelijk praten. snauwen.
E N D
Dictee 6.2 succes
Als je iemand haat, wil je niets met hem te maken hebben; je vindt hem erg vervelend. • haten
Ergens helemaal niet van houden. • ergens een hekel aan hebben
Allemaal nare, vervelende dingen • de narigheid
Lawaai • het kabaal
Niet vriendelijk praten • snauwen
Als je de macht hebt, moeten anderen doen wat je zegt. • de macht
Als je spijt hebt van iets, vindt je dat je het niet had moeten doen. • ergens spijt van hebben
Met je hand iemand wegduwen • een duw geven
Iemand die heel dapper is; hij doet gevaarlijke dingen, meestal om anderen te helpen. • de held
Iemand bang maken, zodat hij weg loopt. • wegjagen
Iemand niet pesten of lastig vallen. • met rust laten
Een programma op de televisie, waarin wordt verteld wat er allemaal in de wereld is gebeurd. • het nieuws
Als er vrede is, is er geen oorlog. • de vrede
Er hetzelfde over denken. • het eens zijn over iets
Had je ze allemaal goed? • Ik hoop dat je ze allemaal goed had. • Als dat niet zo was kan je het nog een keer oefenen. Oefenen Stoppen