Fotoclub Deerlijk

1. FotoclubDeerlijk Amakunde 6 mei 2012

2. Soorten toestellen • Compact • Bridge • Reflex

3. Soorten toestellen • Compact camera

4. Soorten toestellen • Bridge camera

5. Soorten toestellen • Reflex camera

6. Werking van een camera

7. Basisbegrippen • ISO • Diafragma • Sluitersnelheid • Belichtingsdriehoek • Beeldcompositie

8. ISO • De ISO waarde berust op de hoeveelheid licht die nodig is om de zwakste impressie van licht op de fotografische film of sensor te doen ontstaan. Hun definitie is gebaseerd op een gemiddelde gradatie bij normaal ontwikkelen. • Hoe hoger de ISO waarde, hoe ‘lichtgevoeliger’, dwz. dat er minder licht nodig is. • Hou er evenwel rekening mee dat hoe hoger de ISO waarde, hoe korreliger de opname zal zijn.

9. Diafragma • Het diafragma werkt in stappen. Elke stap heeft een halvering / verdubbeling van het licht tot gevolg (stop of EV genoemd). • Als je het diafragma kleiner maakt (minder licht), moet je om dezelfde belichting van het onderwerp te krijgen de sluitertijd verlengen. • Laat het diafragma meer licht door dan moet de sluitertijd worden verkort om dezelfde belichting te krijgen. • Diafragma bepaalt de scherptediepte in een opname (evenals gebruikte lens) • Wordt uitgedrukt met f-getal.

10. Sluitertijd • Bij fotografie staat of valt alles met licht en belichting. Per slot van rekening betekent fotograferen ’schrijven met licht’. Te weinig licht betekent dat je detail verliest (verdwijnt in zwart), te veel licht ook (verdwijnt in wit). • De sluitertijd van de camera bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt en dus ook hoeveel detail je in een foto ziet. Maar ook hoe scherp of onscherp de foto er uit komt te zien. Sluitertijd is daarmee één van de belangrijkste elementen in de belichtingsdriehoek. • Een ezelsbruggetje, om tot op zekere hoogte een scherpe foto te kunnen garanderen, is dat 1 gedeeld door de focale lengte van de lens de minimum sluitertijd is. Dus, als je met een 70-300mm zoomlens op 200mm fotografeert, dan moet je sluitertijd ruwweg 1/200s zijn om een beeld zonder onbedoelde bewegingsonscherpte te kunnen garanderen.

11. Belichtingsdriehoek 1” – ½ - ¼ - 1/8 – 1/15 – 1/30 – 1/60 – 1/125 – 1/250 – 1/500 – 1/1000 – 1/2000 1.4 – 2 – 2.8 – 4 – 5.6 – 8 – 11 – 16 – 22 – 32 50 – 100 – 200 – 400 – 800 – 1600 – 3200

12. Beeldcompositie - Kader / hoofdmotief - Standpunt - Gulden Snede / Regel van Derden - Diagonaal Methode

13. Beeldcompositie • Kader / hoofdmotief • Het ‘onderwerp’ zodanig in beeld brengen dat het het hoofdmotief wordt van het beeld. • Overbodige informatie wordt hierdoor weg gefilterd of creëert een bepaald beeld / gevoel en de opname komt sterker over.

14. Beeldcompositie • Kader / hoofdmotief

15. Beeldcompositie • Standpunt / gebruik van lijnen Standpunt van de fotograaf tov. het onderwerp bepaalt voor een groot deel hoe het hoofdmotief in beeld wordt gebracht. • Kikkerperspectief (laag standpunt) • Vogelperspectief (hoog standpunt) • Profielopname (zijaanzicht) • Getrokken opname (over de schouder meekijkend)

16. Beeldcompositie • Standpunt / gebruik van lijnen

17. Gulden Snede / Regel van Derden • Sterke punten in een beeld op een snijpunt weergeven De gulden snede, ook wel de verdeling in uiterste en middelste reden genaamd, is de verdeling van een lijnstuk in twee delen in een speciale verhouding. Bij de gulden snede verhoudt het grootste van de twee delen zich tot het kleinste, zoals het gehele lijnstuk zich verhoudt tot het grootste.(a tov b zoals AB tov a) De Gulden Snede is eigenlijk een wiskundige berekening die uitkomt op 0,61. Gezien 0,66 (= 2/3) iets eenvoudiger te formuleren en te tekenen is werd hieruit de ‘Regel van Derden’ gemaakt.

18. Gulden Snede / Regel van Derden • Sterke punten in een beeld op een snijpunt weergeven * De Gulden Snede (gele lijnen). * De Regel van Derden (groene stippellijnen) * De Diagonaal Methode (lichtblauwe lijn)

19. Diagonaal methode (DM) • Vrij nieuwe compositieregel / Nederlandse fotograaf Edwin Westhoff • Na bestudering van vele foto's, schilderijen en etsen kwam hij tot de ontdekking dat de aandachtspunten veelal gelegen zijn op de diagonalen van een vierkant. Een foto bestaat doorgaans uit de verhoudingen 4:3 of 3:2 en kan gezien worden als bestaande uit twee elkaar overlappende vierkanten. • De aandachtspunten bevinden zich volgens de DM vaak op een millimeter nauwkeurig op een of meer diagonalen uit een van de vier hoeken van de afbeelding. De diagonaal vanuit de linkerbovenhoek is voor de Westerse mens de meest bepalende diagonaal. Men leest een tekst van links naar rechts en van boven naar beneden, maar doet dit ook bij het bekijken ("lezen") van een afbeelding. • In tegenstelling tot andere compositieregels zoals de regel van derden en de gulden snede hecht de DM nauwelijks waarde aan de plaatsen waar de lijnen kruisen, en staat de DM toe dat een aandachtspunt op een willekeurige positie op de diagonaal komt te liggen.

20. Diagonaal methode (DM) • Vrij nieuwe compositieregel / Nederlandse fotograaf Edwin Westhoff

21. Diagonaal methode (DM) • Vergelijkingen tussen ‘Gulden Snede’ en DM methode

22. Diagonaal methode (DM) • Vergelijkingen tussen ‘Gulden Snede’ en DM methode

23. Diagonaal methode (DM) • Vergelijkingen tussen ‘Gulden Snede’ en DM methode

24. Diagonaal methode (DM) • World Press Photo 2006

25. Meer info ? www.fotoclubdeerlijk.be Maandelijkse vergaderingen eerste dinsdag van de maand 19u30 in d’Iefte of contacteer één van onze leden