1 / 94

De jaarrekening doorgelicht Basis BE-GAAP met nadurk op IFRS toepassing

De jaarrekening doorgelicht Basis BE-GAAP met nadurk op IFRS toepassing. 1. Inleiding. De jaarrekening doorgelicht: Financiële analyse en interpretatie in de praktijk ______________________________________. 2. Inleiding. Doel van financiële analyse

Download Presentation

De jaarrekening doorgelicht Basis BE-GAAP met nadurk op IFRS toepassing

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De jaarrekening doorgelicht Basis BE-GAAP met nadurk op IFRS toepassing

  2. 1. Inleiding De jaarrekening doorgelicht: Financiële analyse en interpretatie in de praktijk______________________________________ 2

  3. Inleiding Doel van financiële analyse Is de financiële toestand van een onderneming door te lichten.Hieruit worden dan previsies afgeleid voor de toekomstige financiële situatie Financiële analyse is een instrument om informatie te verstrekken aan verschillende belangengroepen Analyse wordt gebaseerd op Externe informatie zoals de jaarrekening Interne informatie

  4. Inleiding In deze seminarie wordt de analyse enkel gebaseerd op externe informatie: de jaarrekening als belangrijkste informatiebron over het vermogen, het resultaat en de financiële positie van de onderneming: Balans Resultatenrekening Toelichting Sociale balans

  5. Inleiding De jaarrekening moet een getrouw beeld geven Regelgeving het Wetboek van Vennootschappen (7 mei 1999) en haar uitvoeringsbesluiten, voornamelijk het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen; de Wet op de boekhouding van de onderneming (17 juli 1975) en haar uitvoeringsbesluiten; de adviezen en aanbevelingen vastgelegd door de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN); de International Financial Reporting Standards of IFRS-normen, van toepassing op geconsolideerde jaarrekeningen van beursgenoteerde entiteiten of dochters van entiteiten.

  6. Inleiding Neerlegging van de jaarrekening bij de Nationale Bank (Balanscentrale) Voorwaarden: zie www.NBB.be Schema’s: Grote ondernemingen: volledig schema, inclusief jaarverslag en verslag van de commissaris Kleine ondernemingen: verkort schema Zeer kleine ondernemingen: vereenvoudigde boekhouding – geen openbaarmakingsverplichtingen Opmerking: criteria grote – kleine – zeer kleine onderneming zijn gebaseerd op: Jaargemiddelde personeelsbestand Jaaromzet Balanstotaal

  7. groottecriteria voor ondernemingen • Een onderneming wordt door het Wetboek van vennootschappen als groot beschouwd indien: • haar gemiddeld personeelsbestand op jaarbasis meer dan 100 bedraagt of • zij meer dan één van de volgende drempels overschrijdt: • jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50 • jaaromzet (exclusief btw): 7 300 000 euro • balanstotaal: 3 650 000 euro • Grote ondernemingen moeten het volledig schema gebruiken.Kleine ondernemingen mogen het verkort schema gebruiken.

  8. 2. De jaarrekening De jaarrekening doorgelicht: Financiële analyse en interpretatie in de praktijk 8

  9. Voorwaarden voor een goede analyse Boekhoudkundige regels en principes goed kennen en begrijpen Zich bewust zijn van de beperkingen waaraan de boekhoudkundige gegevens onderworpen zijn

  10. De balans

  11. De balans

  12. De balans

  13. De balans

  14. De balans Activa • Vaste activa • Oprichtingskosten • Immateriële vaste activa • Materiële vaste activa • Financiële vaste activa • Vorderingen op meer dan één jaar

  15. De balans Activa • Vlottende activa • Vorderingen op ten hoogste één jaar • Voorraden en bestellingen in uitvoering • Geldbeleggingen • Liquide middelen • Overlopende rekeningen

  16. Oprichtingskosten Inhoud van de rubriek (art. 95) Kosten van oprichting en kosten van kapitaalverhoging Kosten bij uitgifte van leningen Herstructureringskosten(art. 58) Belastingen en kosten m.b.t. de inbreng (art. 39) Waardering Aanschaffingswaarde indien niet ten laste genomen in boekjaar Afschrijving over max 5 jaar – kosten bij uitgifte leningen over de looptijd Volledig afschrijven bij stopzetting

  17. Oprichtingskosten Aandachtspunten Fictieve VA! Activering indien kosten niet ten laste worden genomen gedurende het boekjaar (art. 58) Herstructureringskosten (toelichting) Activering van herstructureringskosten: subjectiviteit IFRS: begrip oprichtingskosten niet gekend Kosten van oprichting en kapitaalverhoging in mindering van kapitaal Kosten bij uitgifte van leningen in mindering van ontvangen bedrag Overige oprichtingskosten onmiddellijk ten laste van boekjaar Herstructureringskosten/herlokalisatiekosten niet activeren

  18. Immateriële vaste activa Inhoud van de rubriek (art. 95) Kosten van onderzoek en ontwikkeling Concessies, octrooien, licenties, know-how, merken en andere gelijkaardige rechten Goodwill Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa Waardering Aanschaffingswaarde Afschrijvingen voor immateriële vaste activa met beperkte gebruiksduur (kosten onderzoek en ontwikkeling en goodwill over max 5 jaar) Waardeverminderingen voor andere ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding

  19. Immateriële vaste activa Aandachtspunten Subjectiviteit waardering! Geen herwaardering mogelijk Soms ook niet uitgedrukte immateriële vaste activa aanwezig Kosten van onderzoek en ontwikkeling

  20. Immateriële vaste activa IFRS Onderzoekskosten komen altijd in resultatenrekening, ontwikkelingskosten kunnen onder bepaalde voorwaarden geactiveerd worden. Opstartkosten en reorganisatiekosten worden verplicht opgenomen in de resultatenrekening. Alleen extern verworven goodwill – geen afschrijving maar impairment of bijzondere waardeverminderingstest. Herwaardering is toegelaten indien er een actieve markt voor bestaat. Herwaarderen van één actief van een groep is niet toegelaten. IAS-normen 23 en 38 zijn van toepassing op deze rubriek

  21. Inhoud Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Leasing en soortgelijke rechten Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw envooruitbetalingen Materiële vaste activa

  22. Waardering Aanschaffingswaarde Afschrijvingen voor materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur Waardeverminderingen voor andere ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding Herwaardering is mogelijk wanneer de waarde, bepaald in functie van hun nut voor de onderneming, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven de boekwaarde. Wanneer de betrokken activa noodzakelijk zijn voor de voortzetting van het bedrijf, mogen zij slechts worden geherwaardeerd in de mate waarin de aldus uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de rendabiliteit. (art. 57) Criterium financiële leasing: aankoopoptie op einde van huurtermijn aan maximum percentage Materiële vaste activa

  23. Materiële vaste activa Aandachtspunten De vastleggingsgraad Afhankelijk van de aard van het bedrijf en de sector. Verschillen door de leeftijd van de onderneming en de graad van automatisering Zware investeringen vragen langetermijnmiddelen Volledig afgeschreven MVA hebben soms nog een redelijke marktwaarde

  24. Materiële vaste activa IFRS IAS-normen 16, 17, 23, 40 en 41 Criterium financiële leasing: de overdracht aan de leasingnemer van de quasi-totaliteit van de risico’s en de voordelen inherent aan het actief (substance over form) geen maximumpercentage voor de aankoopoptie

  25. Financiële vaste activa Inhoud A. Verbonden ondernemingen Deelnemingen Vorderingen B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Deelnemingen Vorderingen C. Andere financiële vaste activa Aandelen Vorderingen en borgtochten in contanten

  26. Controle • Is de bevoegdheid, in rechte of in feite, om rechtstreeks of onrechtstreeks een beslissende invloed uit te oefenen: • op de aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders of • op de oriëntatie van het beleid. • In rechte (onweerlegbaar vermoed): • o.m. wanneer zij voortvloeit uit het bezit van de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van de betrokken onderneming/vennootschap (rechtstreeks en onrechtstreeks). • In feite (weerlegbaar vermoeden) : • Uitoefening op voorlaatste en laatste algemene vergadering van meerderheid van stemrechten verbonden aan de op deze algemene vergaderingen vertegenwoordigde aandelen.

  27. Financiële vaste activa • Verbonden ondernemingen • De ondernemingen die men controleert of door wie men wordt gecontroleerd. • Ondernemingen die onder centrale leiding staan (consortia) • Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat • Tss 10 % en 50 % van het maatschappelijk kapitaal • Andere financiële vaste activa • < 10 % • door het scheppen van een duurzame en specifieke band met de betrokken onderneming bevorderen van de eigen bedrijfsuitoefening • vorderingen en borgtochten in contanten • De als doorlopende waarborgen gestorte bedragen, bijvoorbeeld aan openbare besturen of nutsbedrijven

  28. Financiële vaste activa Waardering • Vorderingen aan nominale waarde • Deelnemingen, aandelen en vastrentende effecten aan aanschaffingswaarde • Bijkomende kosten bij aanschaffing mogen onmiddellijk ten laste genomen worden • Waardeverminderingen: • Op deelnemingen en aandelen bij duurzame minderwaarde of ontwaarding • Op vorderingen bij onzekerheid over betaling op vervaldag • Herwaardering mogelijk Aandachtspunten • Ook continuïteit dochterondernemingen is belangrijk • Geconsolideerde gegevens kunnen meer duiding geven

  29. Financiële vaste activa IFRS • Geen onderscheid korte termijn en lange termijn, enkel een verdeling volgens kwalificatie. • Waardering volgens kostprijs of reële waarde • KT-investeringen: kostprijs of reële waarde • LT-investeringen: kostprijs, geherwaardeerde waarde of reële waarde • De bijkomende kosten maken deel uit van de aanschaffingsprijs • Geen opname tegen conventionele waarde mogelijk • IAS-normen 27, 28, 31, 32 en 39 en IFRS 3

  30. Vorderingen op meer dan één jaar Inhoud • De vorderingen met een contractuele looptijd van meer dan één jaar (alleen het gedeelte dat nog niet binnen het boekjaar komt te vervallen) A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen

  31. Vorderingen op meer dan één jaar Waardering • Vorderingen aan nominale waarde • Vastrentende effecten aan aanschaffingswaarde • Waardeverminderingen bij onzekerheid over de betaling op de vervaldag en wanneer de realisatiewaarde op datum van jaarafsluiting lager is dan de boekwaarde IFRS • IAS/IFRS-normen 17, 32 en 39

  32. Voorraden en bestellingen in uitvoering Inhoud Voorraden Bestellingen in uitvoering: Onderhanden werk dat voor rekening van een derde op bestelling wordt uitgevoerd en waarvoor nog geen oplevering is geschied Goederen in bewerking die voor rekening van een derde op bestelling worden gemaakt en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om seriewerk Dienstprestaties die voor rekening van een derde op bestelling worden uitgevoerd en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om een standaardtype van dienstprestaties

  33. Voorraden en bestellingen in uitvoering Waardering Aanschaffingswaarde of marktwaarde op balansdatum als die lager is De waardering tegen de lagere marktwaarde mag niet worden gehandhaafd indien achteraf de marktwaarde hoger is dan de lagere waarde waartegen de voorraad werd gewaardeerd. AW activa met identieke technische of juridische kenmerken: door individualisering van de prijs van elk bestanddeel de methode van gewogen gemiddelde prijzen, de methode "Fifo" (eerst in - eerst uit) of de methode "Lifo" (laatst in - eerst uit)

  34. Voorraden en bestellingen in uitvoering Waardering Bestellingen in uitvoering : 'percentage of completion method‘ de winst moet met voldoende zekerheid als verworven kunnen beschouwd worden. 'completed contract method’ Waardeverminderingen vervaardigingsprijs plus de nog te maken kosten is hoger dan de overeengekomen verkoopprijs.

  35. Voorraden en bestellingen in uitvoering Voorbeeld waardering bestellingen in uitvoering Een bedrijf werkt gedurende 2 jaren aan de bouw van een treinstel. De totale vervaardigingsprijs wordt berekend op 100 miljoen EUR, de vermoedelijke verkoopprijs bedraagt 120 miljoen EUR. De werkzaamheden zijn gelijkmatig gespreid over 2 boekjaren.

  36. Voorraden en bestellingen in uitvoering ‘Completed contract method’ Jaar 1: 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 370 Bestellingen in uitvoering 50.000.000 @ 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 50.000.000 Effect in het resultaat = 0 Jaar 2: jaar van oplevering 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 120 miljoen EUR wordt als omzet geboekt (rek 700, credit) 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 50.000.000 @ 370 Bestellingen in uitvoering 50.000.000 Effect in het resultaat: 20 miljoen EUR winst

  37. Voorraden en bestellingen in uitvoering ‘Percentage of completion method’ Jaar 1: 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 370 Bestellingen in uitvoering 60.000.000 @ 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 60.000.000 Effect in het resultaat = 10 miljoen EUR winst Jaar 2: jaar van oplevering 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 120 miljoen EUR wordt als omzet geboekt (rek 700, credit) 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 60.000.000 @ 370 Bestellingen in uitvoering 60.000.000 Effect in het resultaat: 10 miljoen EUR winst Bij deze methode is de winst dus gelijkmatig gespreid over de 2 boekjaren

  38. Voorraden en bestellingen in uitvoering IFRS Totale waarde voorraden onder ‘Inventories’, een verdere onderverdeling is niet vereist De waardering steeds op basis van de volledige kosten (zowel directe als indirecte kosten) LIFO is niet toegelaten Bestellingen in uitvoering altijd ‘percentage of completion method’ Enkel integrale kostprijscalculatie (full costing) toegestaan.

  39. Vorderingen op ten hoogste één jaar Inhoud • De vorderingen die binnen het jaar vervallen • Ook vorderingen met een oorspronkelijk langere looptijd > 1 jaar, maar die in de komende 12 maanden vervallen • Opsplitsing in: • Handelsvorderingen • Overige vorderingen IFRS • IAS-normen 12, 32 en 39 • IAS 12Winstbelasting (Hoe de belasting te boeken, welke waarden moeten verantwoord worden). • IAS 32Financiële instrumenten: informatieverschaffing en presentatie(complementair aan IAS 39: wat zijn de financiële instrumenten, hoe verschijnen ze in de jaarrekening) • IAS 39Financiële Instrumenten: opname en waardering(aangegeven wordt over welke instrumenten het gaat. Waardering van een instrument is initieel op basis van fair value (marktwaarde), voor vervolg-waarderingen wordt een onderscheid gemaakt naar twee typen van waardering: geamortiseerde kosten en fair value. Waardering tegen geamortiseerde kosten kan slechts voor een beperkt aantal instrumenten. Voor waardering tegen fair value wordt vervolgens aangegeven wat de spelregels m.b.t. hedge accounting zijn.)

  40. Geldbeleggingen Inhoud • Eigen aandelen • Overige beleggingen • Vorderingen op kredietinstellingen en termijndeposito‘s • Effecten die niet het kenmerk hebben van financiële vaste activa • Aandelen in verbonden ondernemingen of in ondernemingen in deelnemingsverhouding, die zijn verkregen of waarop is ingeschreven met het oog op de wederafstand daarvan of die bestemd zijn om binnen twaalf maanden te worden gerealiseerd.

  41. Geldbeleggingen Waardering • Aanschaffingswaarde • Waardevermindering wanneer op het einde van het boekjaar de realisatiewaarde lager is dan de aanschaffingswaarde • Terugnemingen van geboekte waardeverminderingen zijn mogelijk, herwaarderingen zijn niet mogelijk • Vastrentende effecten: • Indien actuariële rendement verschilt van het nominale rendement: • verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde pro rata temporis over de looptijd in resultaat nemen als (deel van de) renteopbrengst. De aanschaffingswaarde wordt dienovereenkomstig verhoogd of verlaagd.

  42. Geldbeleggingen IFRS • Geen onderscheid tussen financiële activa op korte en op lange termijn • IAS-normen 26, 28, 32 en 39 • IAS 26Administratieve verwerking en verslaggeving door werknemerspensioenfondsen(Hoe moeten pensioenvoorzieningen verantwoord worden, wanneer die door het bedrijf zelf beheerd worden). • IAS 28Administratieve verwerking van investeringen in geassocieerde deelnemingen(Regels voor wanneer een bedrijf meer dan 20% van de aandelen van een ander bedrijf bezit) • IAS 32Financiële instrumenten: informatieverschaffing en presentatie(complementair aan IAS 39: wat zijn de financiële instrumenten, hoe verschijnen ze in de jaarrekening) • IAS 39Financiële Instrumenten: opname en waardering(aangegeven wordt over welke instrumenten het gaat. Waardering van een instrument is initieel op basis van fair value (marktwaarde), voor vervolg-waarderingen wordt een onderscheid gemaakt naar twee typen van waardering: geamortiseerde kosten en fair value. Waardering tegen geamortiseerde kosten kan slechts voor een beperkt aantal instrumenten. Voor waardering tegen fair value wordt vervolgens aangegeven wat de spelregels m.b.t. hedge accounting zijn.) 44

  43. Liquide middelen Inhoud Kasmiddelen Te incasseren vervallen waarden Tegoeden op zicht bij kredietinstellingen IFRS Geen bijzondere bepalingen

  44. Overlopende rekeningen Inhoud Over te dragen kosten Verkregen opbrengsten Rente begrepen in de nominale waarde van een schuld, verschil tussen aanschaffingswaarde en nominale waarde van een schuld, disconto bij renteloze schulden of schulden tegen een abnormaal lage rente en niet-gelopen rente bij schulden met afbetalingen in termijnen en met renteberekening op het oorspronkelijk bedrag (art. 27bis § 4). IFRS Geen bijzondere bepalingen

  45. De balans Passiva • Eigen vermogen • Kapitaal • Uitgiftepremies • Herwaarderingsmeerwaarden • Reserves • Overgedragen winst/(overgedragen verlies) • Kapitaalsubsidies • Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief

  46. De balans Passiva • Vreemd vermogen • Voorzieningen en uitgestelde belastingen • Schulden op meer dan één jaar • Schulden op ten hoogste één jaar • Overlopende rekeningen

  47. Kapitaal Inhoud Is het eigen vermogen dat door de initiatiefnemer(s) bij oorsprong of bij latere kapitaalverhoging op bestendige wijze aan de onderneming is toegekend door inbreng in natura door inbreng in speciën Het geplaatst kapitaal is het door de aandeelhouders aan de onderneming definitief toegezegde kapitaal (= het onderschreven kapitaal) Het niet-opgevraagde kapitaal is het onderschreven kapitaal dat nog niet in het bezit van de onderneming is.

  48. Kapitaal Aandachtspunten Informatie uit de toelichting inzake kapitaalwijzigingen en converteerbare obligatieleningen IFRS Kosten van kapitaalverhoging worden direct afgetrokken van het kapitaal De eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal en de realisatie ervan wordt rechtstreeks ten laste gelegd van het eigen vermogen Vermogensmutatietabel: wijzigingen in het eigen vermogen

More Related