100 likes | 237 Views
Christus als hogepriester. Een grote hogepriester. Heb.4:14-16 Een grote hogepriester die kan meevoelen met onze zwakheden; die de hemelen is door gegaan en door wie we mogen toegaan tot de troon der genade.
E N D
Een grote hogepriester • Heb.4:14-16 • Een grote hogepriester die kan meevoelen met onze zwakheden; die de hemelen is door gegaan en door wie we mogen toegaan tot de troon der genade. • Het priesterschap in Hebreeën wordt gedefinieerd als een priesterschap naar de ordening van Melchisedek (Heb.6:20-7:21)
Psalm 110 • De tekst die spreekt over het bijzondere priesterschap van Melchisedek is Psalm 110. • Hier wordt beschreven: • 1. Een goddelijke koning. Hij krijgt zeer gorte macht (aansluitend bij de de beloften aan het huis van David) • 2. De koning is ook priester naar de orde van Melchisedek
Hebreeën • 6:20 Hogepriester voor eeuwig, zoals ook Melchisedek voor eeuwig was. • 7:1 Koning vnSalem en priester van de allerhoogste God, ging Abraham tegemoet en zegende hem. • 7:3 geen vader of moeder, geen stamboom, geen oorsprong of levenseinde • 7:7 het mindere wordt gezegend dor het meerdere • Dan vergeleken met Levi: hierop ingaan.
Wat is de oudtestamentische priester? • Uit de stam van Levi • Levi was i.p.v. de eerstgeborenen (Ex.13:1-16; Nu.8:17,18). • Levi was de vervloekte (landloze; Gen.49:5-7) die mede door trouw aan God bij het gouden kalf (Ex.32:26) een ereplaats krijgt . • Ze mogen het dichtst bij God zijn. • Uit Levi komt Aäron voort als vader van de priesters.
Opbouw • Stam Levi (Levieten) • Als functie (levieten) • Priesters: op lokale heiligdommen en in het centrale heiligdom • Hogepriester: allerheiligst • Doel: het beschermen van de aanwezigheid van God
Een verbond • Instelling van het priesterschap in Lev.8,9 en van levietenambt in Num.8 • Jer.33:18 altijd levitische priesters • Mal.2:4 Verbond met Levi. • Crisis in het priesterschap en oordeel (Mal.2:1-10) • Toch ook heil voor de priesters: ze zullen worden gezuiverd (Mal.3:3) • In de toekomst herstel van de tempel en van het priesterschap (Eze.40-48)
Was de Here Jezus een levitische priester? • Probleem: de Here Jezus kwam uit de stam van David en was geen nakomeling van Aäron • Dit is ook het wonderlijke van de hoofdpersoon uit Psalm 110: een koning ( Juda, David) en een priester (niet van Levi / Aäron) • Jezus is als priester van een andere klasse: naar de orde van Melchisedek
Melchisedek • Gen.14:18-20 Koning van Salem (Jeruzalem) en priester van de allerhoogste God • Weten niets van zijn afkomst • Zegende Abraham • Voor Hebr. Is zijn positie als priesterkoning en als man zonder afkomst bewijs dat hij van een andere klasse was dan de gewone levitische priesters • Christus behoort tot deze bijzondere klasse (los van Levi)
Christus als de verhevene • Zoals Melchisedek anders was, is Christus anders • Hij is zonder zonde. Niet als Aäronitische priesters die het verbond met Levi schonden • Hij was de volkomen hogepriester die alles volbracht. • Laten we daarom toegaan tot de troon van Gods genade