1 / 28

Intensieve motorische revalidatieprogramma’s van arm en hand na CVA

Intensieve motorische revalidatieprogramma’s van arm en hand na CVA. Juliette Bosmans en André Drenth Ergotherapeuten RC Blixembosch Eindhoven. Inhoud. Vroegtijdig prognose stellen Intensiteit van oefenen Taakgeoriënteerd trainen Motorische revalidatiemodules: - Snel in Beweging - CIMT

dixie
Download Presentation

Intensieve motorische revalidatieprogramma’s van arm en hand na CVA

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Intensieve motorische revalidatieprogramma’s van arm en hand na CVA Juliette Bosmans en André Drenth Ergotherapeuten RC Blixembosch Eindhoven

  2. Inhoud • Vroegtijdig prognose stellen • Intensiteit van oefenen • Taakgeoriënteerd trainen • Motorische revalidatiemodules: - Snel in Beweging - CIMT - NMS • Vragen/opmerkingen

  3. Vroegtijdig prognose stellen • Dag 2 na CVA: - enige vingerextensie (BFM score 1 of meer) - schouderabductie (MI item 3 score 9 of meer) • Indien mogelijk: 98 % kans op ARAT-score 10 of hoger (= enige grijpfunctie mogelijk) na 6 maanden • Deze scores niet gehaald: - op dag 5: 25 % kans enige arm- en handvaardigheid na 6 maanden - op dag 9: 14 % Nijland 2011

  4. Oefenintensiteit • Aanbeveling:minimaal 2 keer per dag, minimaal 20 tot 30 minuten per behandelsessie, oefenen onder begeleiding van een fysio- en / of ergotherapeut. CBO-richtlijn, 2008 • Het is aangetoond dat het intensiever (langdurig en vaker) trainen van cliënten met een beroerte ten goede komt aan het herstel van de hemiparese en de ADL- zelfstandigheid Kwakkel, 2004 en 2006

  5. Oefenintensiteit • Intensiteit is afhankelijk van: - fase na CVA - behandeldoel - gekozen interventie (oefenen-adviseren-coachen) - organisatorische mogelijkheden behandelsetting • Het is aan te bevelen dat de ergotherapeut bij het plannen van de gekozen interventie qua tijd, plaats en intensiteit aansluit bij de kenmerken van betekenisvolle activiteiten • Een hoge intensiteit van oefenen wordt gepland bij het herleren van activiteiten op basis van motorische en/of cognitieve stoornissen Ergotherapierichtlijn Beroerte, 2013

  6. Taak-specifiek trainen Aanbeveling: Het is sterk aan te bevelen dat de ergotherapeut motorische revalidatie aanbiedt ter verbetering van het tweehandig handelen volgens de kenmerken van taakgeoriënteerde training waarbij motorische trainingsprincipes intensief, repetitief en functioneel toegepast worden in voor de cliënt betekenisvolle deeltaken of activiteiten. Ergotherapierichtlijnen Beroerte 2013

  7. Taakspecifieke training: • Taken zijn relevant voor de cliënt en/of diens context • Randomly ordered (variaties) • Repetitive (herhalingen) • Reconstructive (deelhandelingen, shaping) • Reinforcement (feedback) Bron: Hubbard et al, 2009

  8. Oefengids ‘Snel in Beweging’ De oefengids ‘Snel in Beweging’ heeft tot doel om de mensen met een beroerte sneller en intensiever te laten revalideren

  9. Oefengids Blixembosch • Is aanwezig op elke kamer van de CVA-patiënt • Groepstraining onderdeel van de zorglogistiek: elke patiënt komt vanaf week 1 in de arm -en handgroep • VP oefent wanneer nodig en mogelijk

  10. Groepstraining • Elke dag 45 minuten • Open groep • 9 patiënten, 3 ergo- of fysiotherapeuten • Verdeeld over 3 niveaus • Aan de map zijn oefeningen toegevoegd voor de herstellende arm en hand

  11. CIMT Constrained-Induced Movement Therapy Of mCIMT (modified) Gebaseerd op ‘learned non-use’

  12. Learned non-use • Handeling met de gezonde arm en hand doen is veel sneller en efficiënter (=positieve feedback) • Handeling met de paretische arm en hand kan pijn, hypertonie of vermoeidheid geven(=negatieve feedback) • Gevolg: paretische arm en hand worden minder ingeschakeld dan mogelijk, corticale representatie wordt kleiner

  13. Doel CIMT • Motorische vaardigheden vergroten • Compensatiegedrag uitschakelen • Uiteindelijk: spontaan gebruik paretische arm en hand gedurende de dagelijkse activiteiten en daarmee een grotere zelfstandigheid

  14. mCIMT 1. Intensieve training van de paretische arm en hand waarbij gebruik gemaakt wordt van “shaping” en “task-practice” 2.Gedurende de weken van de training wordt de niet-paretisch hand buiten de therapietijden enkele uren in een handspalk gedragen 3.Tweehandigheidstraining, gericht op veranderen handelingsplan

  15. mCIMT Blixembosch • 2 dagen in de week training in Blixembosch (10.00 – 15.00 uur) • Duur 5 weken • Gesloten groep van 3 – 4 patiënten, klinisch en poliklinisch • Voor- en natesten (functionele a/h bewegingen, hulpvraag)

  16. Inclusiecriteria • tijd na CVA minstens 4 weken • enige actieve pols-en vingerextensie mogelijk; score UAT > 2 • geen tot matig neglect • een duidelijk aanwezige non-use gedurende de dagelijkse activiteiten; < 2,5 op de MAL • vanuit de hulpvraag van de patiënt wordt door het behandelteam gekozen voor een intensieve trainingsperiode van de aangedane arm en hand • fysiek/mentaal in staat zijn om het (intensieve) programma te volgen • voldoende taalvaardig om opdrachten te begrijpen en op te volgen • patiënt moet in een groep kunnen participeren • patiënt en, indien aanwezig de partner, moeten goed gemotiveerd zijn om het intensieve programma op te volgen en de thuisopdrachten uit te voeren.

  17. Inhoud van de module • Voor- en nabespreken huiswerk • 2 p.d. arm- en handfunctietraining a.h.v. persoonlijke doelen en modules • Groepstherapie huishouden/koken • Groepstherapie sport en spel • Groepstherapie hobby-activiteiten • Groepstherapie zwemmen • Training door AB, BA, ET en FT

  18. Meetinstrument T0 T1 p ARAT 38.0746.530.011 (gem +/- SD) 19.0814.31 BFM 43.73 52 0.022 (gem +/- SD) 14.3311.64 MAL AOU 2.24 3.1 0.031 (gem +/- SD) 1.00.9 MAL QOU 2.1 3.1 0.029 (gem +/- SD) 1.00.9 NHPT 9.1 13.6 0.005  (gem +/- SD) 10.2510.22 COPM Uitvoering 2.74 5.4 0.037 (gem +/- SD) 1.21.2 Tevredenheid 2.7 5.6 0.026 (gem +/- SD) 1.21.7

  19. Neuromusculaire stimulatie Er is aannemelijke effectiviteit voor neuromusculaire stimulatie van de paretische pols- en vingerextensoren bij patiënten met enige actieve pols-en vingerextensie (niveau 2) NMS blijkt een positief effect te hebben op het herstel van arm- en handvaardigheid.(niveau 2) KNGF Richtijnen Beroerte 2004

  20. NMS-Blixembosch Inclusiecriteria: - enige actieve extensie pols en vingers mogelijk - matige spasticiteit • geen pacemaker, geleidende materialen, huidproblemen ter plekke van de electroden • Maximaal 3 maanden post CVA

  21. NMS • Training in een open groep • Voor- en natesten • 3 – 5 x p.w. 15 -> 45 minuten • Maximaal 8 weken • Training gericht op verbeteren actieve bewegingsmogelijkheden

  22. Verder in aanbevelingen Richtlijnen: • Robot ondersteunende training • Spiegeltherapie • Virtual reality training • Mental practice • Simultane bilaterale training

More Related