370 likes | 672 Views
EEN LINK TUSSEN LEVEN IN ARMOEDE EN EEN EERSTE MAATREGEL BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND?. Onderzoeksproject ‘Plaatsing van kinderen en armoede’ in het kader van het federaal onderzoeksprogramma AGORA Donderdag 27 november 2008 Sven De Visscher, Isabelle Ravier en Joke Impens
E N D
EEN LINK TUSSEN LEVEN IN ARMOEDE EN EEN EERSTE MAATREGEL BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND? Onderzoeksproject ‘Plaatsing van kinderen en armoede’ in het kader van het federaal onderzoeksprogramma AGORA Donderdag 27 november 2008 Sven De Visscher, Isabelle Ravier en Joke Impens Universiteit Gent – Université catholique de Louvain
AGORA - ONDERZOEKSPROGRAMMA • Federaal Wetenschapsbeleid • Vergroten van de toegankelijkheid van databanken • Ontwikkeling van koppelingsprocedure • Longitudinale opvolging onderzoeksproject op initiatief van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, en in samenwerking met de 3 Gemeenschappen overleg en dialoog met verschillende actoren in nauwe samenwerking met het Steunpunt
ONDERZOEKSTEAM Universiteit Gent • Vakgroep Sociale Agogiek Promotor M. De Bie en onderzoekers Ellen Rutgeerts, Marijke Verstraeten, S. De Visscher • Vakgroep Data-analyse Promotor Y. Rosseel • Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg: Promotor S. Willems en onderzoekster J. Impens Université Catholique de Louvain • Département de Criminologie et de droit pénal Promotor I. Ravier
ONDERZOEKSVRAAG • Bestaat er een relatie tussen armoede en een eerste maatregel binnen de bijzondere jeugdzorg? Armoede Socio – economische achtergrond Plaatsing Eerste maatregel in 2005 • Vergelijking tussen de groep met een eerste maatregel in 2005 en de groep zonder eerste maatregel in 2005 op een aantal socio-economische achtergrondvariabelen. • Geen voorafgaande operationalisering van armoede
METHODOLOGIE: KOPPELING DATABANKEN • Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming • Belgische populatie • Demografische gegevens • Positie op de arbeidsmarkt • Informatie over het huishouden • Databank administratie bijzondere jeugdzorg • Alle kinderen met een maatregel – Vlaamse Gemeenschap (selectie: alle kinderen met een eerste maatregel in 2005) • Demografische gegevens • Informatie over de maatregel
METHODOLOGIE: KOPPELING DATABANKEN • Databank administratie Aide à la Jeunesse « SIGMAJED » • Alle kinderen met een maatregel – Franse Gemeenschap (selectie: alle kinderen met een eerste maatregel in 2005) • Demografische gegevens • Informatie over de maatregel • Atlas van buurten in moeilijkheden • Inwoners van de 17 stadsgewesten (56%) • Informatie op buurtniveau • Mate van achterstelling: concentratie van armoede
METHODOLOGIE: ONDERZOEKSPOPULATIE • Niveau van analyse: huishouden 3 steekproeven • Huishoudens met minstens 1 huishoudlid met een eerste maatregel in 2005 door de bijzondere jeugdzorg. (Vlaamse Gemeenschap) • Huishoudens met minstens 1 huishoudlid met een eerste maatregel in 2005 door Aide à la Jeunesse. (Franse Gemeenschap) • Huishoudens waartoe een jongere behoort die tot de ad random steekproef behoort (zonder interventie).
METHODOLOGIE: BESCHRIJVING VARIABELEN • Kenmerken van hetkind / jongere • Leeftijd • Geslacht • Kenmerken van hethuishouden • Gezinssamenstelling (eenoudergezin versus tweeoudergezin) • Geslachthoofdhuishouden • Aantalhuishoudleden • Positie op de arbeidsmarkt • Tewerkstelling • Werkzoekend • Leefloon • Loopbaanonderbreking / vrijstelling • Invaliditeit
METHODOLOGIE: BESCHRIJVING VARIABELEN • Kenmerken op buurtniveau • Synthese – indicator: overkoepelende indicator voor mate van achterstelling • 4 thematische indicatoren • Huisvesting • Opleiding • Subjectieve gezondheid • Tewerkstelling
METHODOLOGIE: STATISTISCHE ANALYSE • Logistische regressie • Hoofdeffecten en interactie-effecten • Predictieve waarde • Significantie • Controle voor andere effecten • Correlaties maar geen causaliteit!
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:VLAAMSE GEMEENSCHAP - BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND • 3717 kinderen met een eerste maatregel in 2005 • Geslacht Jongens: 2193 (59 %) Meisjes: 1524 (41 %) • Verdeling POS / MOF naar geslacht MOF POS Man 658 (91.8%) 1495 (51.2%) Vrouw 59 (8.2%) 1423 (48.8%) 717 2918
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:VLAAMSE GEMEENSCHAP - BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND • Leeftijd: hoge bovengrenzen 55.8% ouder dan 13 jaar 16 jaar: 12.7% 17 jaar: 13.7% 18 jaar: 6.6% • Interpretatie rondetafelgesprek: “bijzondere” jeugdzorg
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:VLAAMSE GEMEENSCHAP - BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:VLAAMSE GEMEENSCHAP - BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND • Verhouding POS / MOF • POS: 2918 (80.2%) • MOF: 717 (19.7%) • Maatregelen genomen door • CBJ : 1888 (50,8 %) • JRB na bemiddelingscommissie: 1001 (26,9%) • JRB op basis MOF : 717 (19,3%) • Regime • Residentieel: 2077 (55.9%) • Ambulant: 1429 (38.4%) • Semi-residentieel: 211 (5.7%)
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:VLAAMSE GEMEENSCHAP - BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND • Gezinssamenstelling Eenoudergezinnen: 44.6% (1572 huishoudens) Tweeoudergezinnen: 55.4% (1268 huishoudens) • Kenmerken op buurtniveau (stadsgewest) Representatie: 52.9% (1967 kinderen) 35.4% in achtergestelde buurt (696)
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:FRANSE GEMEENSCHAP - AIDE A LA JEUNESSE • 3709 kinderen met een eerste maatregel in 2005 Nature 7: Prise en charge non résidentielle: 1980 (53.4%) Nature 8: Prise en charge en IPPJ: 276 (7.4%) Nature 10: Placement en service résidentiel: 1453 (39.2%) • Geslacht Jongens: 2171 (58.5%) Meisjes: 1538 (41.5%)
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:FRANSE GEMEENSCHAP - AIDE A LA JEUNESSE • Verdeling POS / MOF naar geslacht MOF POS Man 723 (91%) 1448 (49.7%) Vrouw 72 (9%) 1466 (50.3%) 795 2914 • Leeftijd: hoge bovengrenzen 42.6% ouder dan 13 jaar
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:FRANSE GEMEENSCHAP - AIDE A LA JEUNESSE
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:FRANSE GEMEENSCHAP - AIDE A LA JEUNESSE
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:FRANSE GEMEENSCHAP - AIDE A LA JEUNESSE • Gezinssamenstelling Eenoudergezinnen: 54 % (1375 huishoudens) Tweeoudergezinnen: 46 % (1169 huishoudens) • Kenmerken op buurtniveau (stadsgewest) Representatie: 78.9% (2815 kinderen) 40.1% in achtergestelde buurt (1129)
BESCHRIJVING VAN DE POPULATIE:KINDEREN ZONDER EERSTE MAATREGEL IN 2005 • Ad random steekproef uit de totale Belgische populatie (55299 kinderen) • Evenredige verdeling naar geslacht en leeftijd • Kenmerken op buurtniveau (stadsgewest) Representatie: 56 % (30893 kinderen) 32% in achtergestelde buurt (9898)
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN • Welke indicatoren hangen samen met de kans op een eerstemaatregel door de bijzondere jeugdzorg? • Risicofactor: statistische benaming • Methode: logistische regressie. Effect van een significante indicator moet steeds gezien worden in de context van huishoudens die voor de andere variabelen identiek zijn. • Significantieniveau
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN • Hoofdeffect: effect van 1 variabele op de kans op een eerstemaatregel • Interactie-effect: combinatie van effecten • Drie onderzoeksgroepen • Vlaamse bestuurlijke arrondissementen • Franstalige bestuurlijke arrondissementen • Brussel
IDENTIFICATIE RISICOFACTORENINDIVIDUELE KENMERKEN • Geslacht Jongens hebben een significant hogere kans op een eerstemaatregel dan meisjes Onderscheid POS / MOF: voor meisjes in POS stijgt het risico sneller en sterker • Leeftijd De kans op een eerstemaatregel stijgt significant naarmate men ouder wordt. Vb. Vlaamse Gemeenschap Vb. Franse Gemeenschap
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN KENMERKEN VAN HET HUISHOUDEN • Gezinssamenstelling Kinderen die opgroeien in een eenoudergezin hebben een signficant hogere kans op een eerstemaatregel dan kinderen die opgroeien in een tweeoudergezin. • Aantal leden van het huishouden Kinderen die opgroeien in een huishouden met een groot aantal huishoudleden hebben een significant hogere kans op een eerstemaatregel. Vb. Brussel Vb. Vlaamse Gemeenschap
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN KENMERKEN VAN HET HUISHOUDEN • Geslacht van het hoofd van het huishouden Kinderen die opgroeien in een huishouden met een vrouw aan het hoofd hebben een significant hogere kans op een eerste maatregel dan kinderen die opgroeien in een huishouden met een man aan het hoofd. Franstalige bestuurlijke arrondissementen: geen effect
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN SOCIO – ECONOMISCHE KENMERKEN • Tewerkstelling Kinderen die opgroeien in een huishouden waar tenminste 1 huishoudlid werkt, hebben een significant lagere kans op een eerste maatregel dan kinderen die opgroeien in een huishouden waar er niemand werkt. Vb. Franse Gemeenschap
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN SOCIO – ECONOMISCHE KENMERKEN • Werkzoekend Franstalige bestuurlijke arrondissementen en Brussel: geen significant effect Vlaamse bestuurlijke arrondissementen: Kinderen die opgroeien in een huishouden met tenminste 1 werkzoekend huishoudlid hebben een significant hogere kans op een eerstemaatregel.
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN SOCIO – ECONOMISCHE KENMERKEN • Loopbaanonderbreking / vrijstelling Vlaamse bestuurlijke arrondissementen en Brussel: geen significant effect Franstalige bestuurlijke arrondissementen: Kinderen die opgroeien in een huishouden waarvan tenminste 1 huishoudlid loopbaanonderbreking / vrijstelling heeft, hebben een significant lagere kans op een eerstemaatregel.
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN SOCIO – ECONOMISCHE KENMERKEN • Leefloon Kinderen die opgroeien in een huishouden waarvan tenminste 1 huishoudlid een leefloon ontvangt, hebben een significant hogere kans op een eerstemaatregel. Vb. Brussel
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN SOCIO – ECONOMISCHE KENMERKEN • Invaliditeit Kinderen die opgroeien in een huishouden met tenminste 1 huishoudlid dat een invaliditeitsuitkering krijgt, hebben een hogere kans op een eerstemaatregel. Vb. Vlaamse Gemeenschap
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN:INTERACTIE-EFFECT • Hoofd huishouden – Type huishouden • Vlaamse bestuurlijke arrondissementen Kinderen die opgroeien in een tweeoudergezin hebben een hogere kans op een eerstemaatregel in een huishouden met een vrouw aan het hoofd. Kinderen die opgroeien in een eenoudergezin hebben een hogere kans op een eerstemaatregel in een huishouden met een man aan het hoofd. Het verschil tussen beide groepen is significant.
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN:INTERACTIE-EFFECT • Hoofd huishouden – Type huishouden Franstalige bestuurlijke arrondissementen Kinderen die opgroeien in een tweeoudergezin hebben een hogere kans op een eerste maatregel in een huishouden met een vrouw aan het hoofd. Kinderen die opgroeien in een eenoudergezin hebben een hogere kans op een eerste maatregel in een huishouden met een man aan het hoofd. Het verschil tussen beide groepen is significant.
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN:INTERACTIE-EFFECT • Hoofd huishouden – Type huishouden Brussel Kinderen die opgroeien in een tweeoudergezin hebben een hogere kans op een eerste maatregel in een huishouden met een vrouw aan het hoofd. Dit geldt ook voor kinderen die opgroeien in een eenoudergezin maar dit effect is minder uitgesproken. Het verschil tussen beide groepen is significant.
IDENTIFICATIE RISICOFACTOREN BUURTKENMERKEN • Synthese – indicator Kinderen die opgroeien in een achtergestelde buurt hebben een significant hogere kans op een eerstemaatregel. • Thematische indicatoren • Subjectieve gezondheid • Opleiding • Tewerkstelling • Huisvesting
Discussie: zwaard van damocles of excalibur? • Samengevat o.b.v. deze cijfers: gezinnen in armoede zijn kwetsbaarder voor een eerste maatregel • Maar … wat kunnen we uit deze cijfers juist afleiden? • Jeugdzorg als te vermijden emancipatiekader? maatregel niet per se negatieve interventie! • Jeugdzorg werkt hard, maar hoe werkt ze ? • Onderscheid tussen traject vóór en na instroom in het systeem. • Beperkte interpretatiemogelijkhede(n registratiedata • Bvb. Verschillen gerechtelijke arrondissementen • Differentiatie aanbod, voortraject cliënten, … • Pleidooi voor kleinschalige monografieën • Betekenis achter cijfers achterhalen • Traject gebruikers (inclusief voor- en natraject) als invalshoek • Specifieke praktijken als invalshoek