1 / 8

ich

wir. dich. ich. mir. mich. du. er. dir. ihm. ihn. ihr. uns. euch. Sie. PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD. oefening Kan jij mij a.u.b. een beetje geld geven? Kannst bitte etwas Geld geben ? j ij => 1 e naamval m ij => 3 e naamval.

duante
Download Presentation

ich

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. wir dich ich mir mich du er dir ihm ihn ihr uns euch Sie

  2. PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD

  3. oefening • Kan jijmij a.u.b. een beetje geld geven? • Kannst bitte etwas Geld geben? • jij => 1e naamval • mij => 3e naamval mir du

  4. oefening • Leider kaufendie Schüler noch immer Zigaretten. • Leider kaufen noch immer Zigaretten. sie die Schüler => 1e naamval, meervoud

  5. voorbeeld • De buurman heeft een auto gekocht. • Hij heeft het gekocht. • Der Nachbar1 hat ein Auto4 (o) gekauft. • hat gekauft. Er es

  6. oefening • Das Foto(o) steht auf3dem Schrank(m). • steht auf3 . • Das Foto => 1e naamval • dem Schrank => 3e naamval Es ihm

  7. laatste oefening om het af te leren • Het meisje, dat het spel het beste gespeeld had, kreeg de medaille. • Das Mädchen, das das Spiel am besten gespielt hatte, bekam die Medaille. • , das1am besten gespielthatte, bekam Es1 es4 sie4

  8. overwinnaar van het PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD

More Related