90 likes | 665 Views
Dihybride kruisingen. Twee soorten; Niet-gekoppelde overerving, beide allelen liggen op verschillende chromosomen. Gekoppelde overerving, de beide allelen liggen op hetzelfde chromosoom.
E N D
Dihybride kruisingen Twee soorten; Niet-gekoppelde overerving, beide allelen liggen op verschillende chromosomen. Gekoppelde overerving, de beide allelen liggen op hetzelfde chromosoom.
Niet-gekoppelde overerving; de beide genen liggen op verschillende chromosomen dus meer combinaties in de voortplantingscellen (gameten) Kruisingstabel voor AaBb × AaBb
Verhouding die ontstaat is dus; Fenotype; 9 Dominant voor beide: 3 Dominant A, recessief b: 3 recessief a, Dominant B : 1 recessief voor beide Ongekoppelde dihybride kruising kun je zien als twee losse monohybride kruisingen die gecombineerd worden. Kruising Aa × Aa; kans op aa = Kruising Bb × Bb; kans op bb = Kruising AaBb × AaBb; kans op aabb = 1/4 1/4 ¼ × ¼ = 1/16
Gekoppelde overerving, de beide genen liggen op hetzelfde chromosoom, er zijn dus niet meer combinatiemogelijkheden in de voortplantingscellen maar wel vaststaande combinaties.
Maak de onderstaande opgaven en opgave 51 t/m 60; • Veronderstel dat de oogkleur van de mens zó overgeërfd wordt, dat bruine ogen veroorzaakt worden door een dominant autosomaal allel, en blauwe ogen door het overeenkomstige recessieve allel.Rood-groen-kleurenblindheid wordt overgeërfd als een X-gebonden recessief kenmerk.Een vrouw met blauwe ogen huwt een man met bruine ogen. De vader van de vrouw was kleurenblind. De moeder van de man had blauwe ogen. Welk deel van hun zonen zal blauwe ogen hebben én kleurenblind zijn? Geef je antwoord in breuken. • De volgende ongekoppelde overerving vindt plaats; • AabbDdEE × AaBbDdee • Bereken de kans dat het volgende genotype, aabbDdEe, in de nakomelingen voorkomt. • Twee bananenvliegen worden gekruist. Het vrouwtje is homozygoot voor drie eigenschappen, veroorzaakt door de dominante allelen P, Q en R. Het • mannetje is homozygoot voor drie eigenschappen, veroorzaakt door de • recessieve allelen p, q en r. De genen zijn niet X-chromosomaal. • Twee van de genen zijn gekoppeld. Deze koppeling wordt niet verbroken. • Hoeveel verschillende typen geslachtscellen kan een vrouwtje uit de F1 • maximaal maken als alleen wordt gelet op de genoemde genen?