1 / 15

DIHYBRIDE KRUISING

DIHYBRIDE KRUISING. Twee genenparen Onafhankelijke overerving. Zwart effen koe x roodbonte stier. 2 ≠genen Elk 2 allelen Haarkleur Zwart A Rood a Patroon Effen B Bont b. Beiden homozygoot. werkwijze. Genotypen ouders P=AABB x aabb allelen geslachtscellen AB AB ab ab

truman
Download Presentation

DIHYBRIDE KRUISING

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. DIHYBRIDE KRUISING Twee genenparen Onafhankelijke overerving

  2. Zwart effen koe x roodbonte stier • 2 ≠genen • Elk 2 allelen • Haarkleur • Zwart A • Rood a • Patroon • Effen B • Bont b Beiden homozygoot

  3. werkwijze • Genotypen ouders • P=AABB x aabb • allelen geslachtscellen • AB ABabab • Mogelijkheden voor versmelten eicel en zaadcel • AB x ab • Genotype • F1 = AaBb

  4. F1 TWEEDE GENERATIE F2 • van AaBb krijgen we de volgende combinaties in de geslachtscellen : • Ab, AB, aB en ab Elk van die 16 mogelijkheden heeft een even grote kans om voor te komen

  5. Kruisingsschema P-F1-F2

  6. fenotypen Verhouding genotypen = 9:3:3:1

  7. Maken: R = dominant roodkleurig r=recessief witkleurig L = dominant langstelig l= recessief kortstelig Hoe gaan de tulpenplanten van de eerste generatie F1 nakomelingen eruit zien? En die van de tweede generatie F2? Aantal kansen voor rood kortstelig? R. ¾ en ll ¼  ¼ x ¾ = 3/16

  8. 2 erfelijke eigenschappen • Nieuwe nakomelingen • Nieuwe fenotypen • Geen nieuwe soorten Gele Y gerimpelde r erwtx groene y ronde R erwt

  9. Cavia’s • Vachtkleur • Zwarte A • Witte a • Haren • Ruwharig R • Gladharig r • Kleintjes: • 3 zwart glad, 2 wit glad, 7 zwart ruw ,9 wit ruw •  genotypen ouders?

  10. oplossing • 11 witte en 10 zwarte •  1:1 Aa x aa • 16 ruw en 5 glad •  3:1 Rr x Rr •  ouders zijn AaRr en aaRr • Zwart ruwharig x wit ruwharig

  11. Meerdere genen • AabbCc •  geslachtscellen? • A en a =2, b en b=1, C en c=2 • 2x1x2= 4 • = aantal verschillende geslachtscellen •  • AbC • Abc • abC • abc • AaBbCc •  geslachtscellen? • 2x2x2x= 8 • = aantal verschillende geslachtscellen • ABC • ABc • aBC • aBc • AbC • Abc • abC • abc

  12. 3 erfelijke eigenschappen Stel: wit = dominant  ABC groen = recessief  abc ABC ABc AbC Abc AaBbCc aBC aBc abC abc Mogelijke genotypen in de zaadcellen of eicellen

  13. http://www.bioplek.org/animaties/erfelijkheidsleer/schema_kruising_dihybride.htmlhttp://www.bioplek.org/animaties/erfelijkheidsleer/schema_kruising_dihybride.html http://www.bioplek.org/animaties/erfelijkheidsleer/dihybride_gekoppeld.html

  14. Wat ga ik krijgen bij deze kruising? 3 erfelijke eigenschappen, zowel bij ♀ als ♂ X ?

  15. Ingewikkeld maar uit te rekenen Nieuwe genotypes ontstaan Volgens toeval: toevallig die ene zaadcel bij die ene eicel

More Related