1 / 44

Annemie Dillen

“ Hij plaatste een kind in het midden…” Waarom kinderen ernstig nemen, in hun geloofsbeleving?. Annemie Dillen. Structuur. 1. Inleiding Een kind in het midden – een beeld en een verhaal 2. Kinderen als subjecten ernstig nemen Bedreigingen A) Kinderen niet toegelaten?

erica-nolan
Download Presentation

Annemie Dillen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. “Hij plaatste een kind in het midden…” Waarom kinderen ernstig nemen, in hun geloofsbeleving? Annemie Dillen

  2. Structuur • 1. Inleiding Een kind in het midden – een beeld en een verhaal • 2. Kinderen als subjecten ernstig nemen Bedreigingen • A) Kinderen niet toegelaten? En in de kerk? • B) Kinderen wél toegelaten … in functie van wat ze opbrengen/zullen bijbrengen aan de toekomst • 3. Kinderen ernstig nemen Hen ten volle laten participeren A tot H • 4. Kinderen ernstig nemen in hun geloofsbeleving Waarom? A tot E

  3. 1. Inleiding: Een kind in het midden – een beeld… • Paus Franciscus (oktober 2013)

  4. …en een verhaal • Bij Mt 18, 1-6 : “In die tijd kwamen de leerlingen bij Jezus en zeiden: ‘Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk der hemelen?’ [2] Hij riep een kind, zette het in hun midden [3] en zei: ‘Ik verzeker jullie, als je niet verandert en wordt als kinderen, kom je het koninkrijk der hemelen niet eens binnen. [4] Wie zich dus klein maakt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk der hemelen. [5] En wie één zo’n kind bij zich ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij . [6] Maar wie één van deze kleinen die op Mij vertrouwen ten val brengt, kan beter met een molensteen om zijn nek in volle zee gegooid worden.”

  5. “En wie één zo’n kind bij zich ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij” • Of in andere termen: waarom kinderen ernstig nemen? • Wie? • Kinderen als gehele persoon • Kinderen specifiek ook in hun geloofsbeleving • De gehele samenleving, maar specifiek ook geloofsgemeenschappen

  6. 2. Kinderen als subjecten ernstig nemen: bedreigingen • Zijn kinderen welkom? • Worden kinderen als subjecten ernstig genomen? • Doorheen deze vragen klinkt het antwoord op de ‘waarom’ vraag, maar het is tegelijk heel duidelijk: omdat kinderen mensen zijn, personen, en dus ook subjecten (universeel gegeven). Tegelijk zijn kinderen ook elk voor zich uniek en hebben ze als kind ook een bepaalde ‘eigenheid’ die ze delen met andere kinderen en die we dienen te respecteren (vanuit ethische plicht) • Ook omdat kinderen ernstig nemen een verrijking is voor de wereld, de kerk, de volwassenen, andere kinderen, ieder mens (vanuit positieve gevolgen/doel) • ‘ontvangt Mij’: weg naar Godsontmoeting

  7. A) Kinderen niet toegelaten? • WESTVLETEREN - Op 27 oktober 2013 opent het eerste hotel van Vleteren de deuren. Het Heilig Genot in de voormalige pastorie richt zich op klanten die rust opzoeken. Daarom besloot de uitbaatster om kinderen niet toe te laten. http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20131016_00794485

  8. Kinderen niet toegelaten? • Hotels, restaurants, …soms expliciet • Heel wat plaatsen: impliciet – vb sommige winkels, restaurants, kerken, familie en vrienden… • Vaak beslissen ouders zelf ook dat kinderen beter niet mee gaan, om boze blikken te vermijden • Kinderen vaak toegelaten als ze zich ‘aanpassen’ (= stil zijn, rustig zijn, …)

  9. Kinderen niet toegelaten? • Een vorm van ‘adultisme’? • “Wanneer kinderen ‘onterecht’ niet toegelaten worden tot zaken waar volwassenen wel toegang toe hebben, of ‘onterecht’ anders behandeld of gediscrimineerd worden in vergelijking met volwassenen, kan het woord ‘adultisme’ gebruikt worden. Adultisme is een begrip dat aanduidt dat kinderen onterecht gediscrimineerd worden omdat ze ‘nog geen volwassenen’ zijn.“

  10. Lawaaihinder • http://www.goegespeeld.be/sites/default/files/product/goegespeeldcharteruitgebreid.pdf

  11. Kinderen niet toegelaten? En in de kerk? • “je mag niet lopen” – “ook niet huppelen” – “ook niet lachen” • “naar de kerk gaan = stilzitten”

  12. Een getuigenis • “Nog niet zo lang geleden hoorde ik een verhaal. Een jonge, alleenstaande moeder stapt tijdens haar zoektocht naar gemeenschap een kerk binnen. Het is een zondag, en de mensen van de parochie maken zich klaar om samen de eucharistie te vieren. De moeder draagt een zoontje op haar arm en houdt een dochtertje aan de hand. Wat onwennig zoekt ze met haar kinderen een plaatsje in de zijbeuk. Bij het binnenkomen van mijnheer pastoor zetten de veelal grijze hoofden van de kerkgangers het openingslied in. Het dochtertje kijkt met grote ogen en luistert met veel verwondering, maar haar broertje begint te jengelen. Zoals peuters dat kunnen, eist hij luidruchtig de aandacht van zijn moeder – en diens directe omgeving. De priester doet zijn best om tijdens het welkomstwoord het kind te negeren, maar het geluid neemt nog toe. Tijdens de schuldbelijdenis kijkt hij een eerste keer verstoord in de richting van het ergerlijke gejammer. Ook enkele parochianen krijgen het moeilijk om zich te concentreren en werpen nu en dan een niet zo subtiele blik in de zijbeuk. Verlegen en met verontschuldigende ogen draait de moeder haar gezicht naar haar zoontje, sust ze hem, wiegt ze hem, probeert ze hem te kalmeren.

  13. De priester is gestopt met voorlezen. Hoewel deze peuter niet luider is dan de gemiddelde, galmt zijn protesterende gehuil doorheen de kerk. “Mag ik u alstublieft vragen om uw kind wat stiller te houden?” vraagt de priester beleefd. Het plotse geluid doet de peuter even schrikken en in combinatie met het gesus van zijn moeder, lijkt dit voldoende reden om zijn betoog te staken. De rust keert weer, de mis wordt hervat. Maar niet voor lang. Want nog voor de eerste lezing goed op gang komt, herbegint de peuter zijn eigen litanie. Opnieuw groeit zijn gehuil in decibels. Een stil maar verontwaardigd gemompel stijgt op bij de kerkgangers. De priester probeert nog even dapper om Jesaja’s woorden tot bij de mensen te laten komen, maar de sfeer is weg. De kleine uk steelt de show. Bij de tussenzang proberen de trouwe parochianen de peuter te overstemmen, maar het is tevergeefs. Geen strofe uit Zingt Jubilate kan op tegen zoveel kinderexpressie. Intussen ziet de moeder hoe steeds meer mensen zich naar haar en haar kinderen omdraaien. Ze voelt haar wangen rood worden. Het gehuil van een kind is toch de normaalste zaak van de wereld? “Zou u misschien even het kerkgebouw kunnen verlaten tot uw kind stil is?”, klinkt het door de microfoon. De jonge moeder is nadien niet meer teruggekeerd naar deze kerkgemeenschap.” (Thomas Goyvaerts in Rondom Gezin)

  14. Een andere visie…

  15. Dearparentswithyoungchildren in churchHuffingtonpost, 9 april 2013 • “You are doing something really, really important. I know it's not easy. I see you with your arms overflowing, and I know you came to church already tired. Parenting is tiring. Really tiring. • I watch you bounce and sway trying to keep the baby quiet, juggling the infant car seat and the diaper bag as you find a seat. I see you wince as your child cries. I see you anxiously pull things out of your bag of tricks to try to quiet them. • And I see you with your toddler and your preschooler. I watch you cringe when your little girl asks an innocent question in a voice that might not be an inside voice let alone a church whisper. I hear the exasperation in your voice as you beg your child to just sit, to be quiet as you feel everyone's eyes on you. Not everyone is looking, but I know it feels that way.

  16. I know you're wondering, is this worth it? Why do I bother? I know you often leave church more exhausted than fulfilled. But what you are doing is so important. • When you are here, the church is filled with a joyful noise. When you are here, the Body of Christ is more fully present. When you are here, we are reminded that this worship thing we do isn't about bible study or personal, quiet contemplation but coming together to worship as a community where all are welcome, where we share in the Word and Sacrament together. When you are here, I have hope that these pews won't be empty in 10 years when your kids are old enough to sit quietly and behave in worship. I know that they are learning how and why we worship now, before it's too late. They are learning that worship is important.

  17. I see them learning. In the midst of the cries, whines, and giggles, in the midst of the crinkling of pretzel bags and the growing pile of crumbs, I see a little girl who insists on going two pews up to share peace with someone she's never met. I hear a little boy slurping (quite loudly) every last drop of his communion wine out of the cup, determined not to miss a drop of Jesus. I watch a child excitedly color a cross and point to the one in the front of the sanctuary. I hear the echoes of "Amen" just a few seconds after the rest of the community says it together. I watch a boy just learning to read, try to sound out the words in the worship book or count his way to Hymn 672. Even on weeks when I can't see my own children learning because, well, it's one of those mornings, I can see your children learning. • I know how hard it is to do what you're doing, but I want you to know it matters. It matters to me. It matters to my children to not be alone in the pew. It matters to the congregation to know that families care about faith, to see young people... and even on those weeks when you can't see the little moments, it matters to your children.

  18. It matters that they learn that worship is what we do as a community of faith, that everyone is welcome, that their worship matters. When we teach children that their worship matters, we teach them that they are enough right here and right now as members of the church community. They don't need to wait until they can believe, pray or worship a certain way to be welcome here, and I know adults who are still looking to be shown that. It matters that children learn that they are an integral part of this church, that their prayers, their songs, and even their badly (or perfectly-timed, depending on who you ask) cries and whines are a joyful noise because it means they are present. • I know it's hard, but thank you for what you do when you bring your children to church. Please know that your family -- with all of its noise, struggle, commotion, and joy -- are not simply tolerated, you are a vital part of the community gathered in worship.” • This post originally appeared on I Am Totally *That* Mom.

  19. B) Kinderen wél toegelaten? • Vaak als ze ‘opbrengen’, ‘nuttig zijn’ (en dus ‘schattig’, of ‘aangepast’) • Cf. reclame, entertainment – instrumentalisering, commercialisering • Om onvervulde dromen van volwassenen te vervullen (kind moet realiseren wat men zelf niet kon/mocht), de toekomst moet redding brengen… • Risico van overtrokken verwachtingen en weinig ruimte voor de eigen ontwikkeling/persoonlijkheid van kinderen

  20. Kinderen toegelaten?Opgelet met een instrumentele benadering • Ivmkerk: als toekomst voor de kerk, als voorbereiding op volwassen geloven, als teken van de vitaliteit van de kerk • “In plaats van het stimuleren van een gevoel van waardering voor kinderen zelf, als diegenen die door Christus gezegend en verwelkomd zijn, worden kinderen ‘spiritueel kapitaal’ in het leven van gemeenschappen. Ze worden gewaardeerd op een utilitaristische wijze als het symbool van levendigheid, zodanig dat het bijna niet meer ter zake doet wat kinderen doen in de gemeenschap of hoe ze deelnemen, maar alleen dat ze aanwezig zijn.” (vertaling van Joyce Mercer, 2005, p. 214) • Voorbeeld misdienaars: omwille van de waarde in het ‘nu’ of enkel voor de toekomst, of als beeld voor een levendige gemeenschap? • Kinderen toegelaten zoals ze zijn???

  21. Kinderen ifv wat ze opbrengen/zullen bijdragen aan de toekomst • Zie ook de redenering bij mensen die focussen op kindercatechese maar gefrustreerd zijn als kinderen later niet meer naar de kerk komen. • Hier wordt de waarde van de spiritualiteit van kinderen voor de kinderen zelf, op dat moment, in functie van hun leven als kind, weinig gewaardeerd. Met kinderen bezig zijn rond geloof wordt dan vaak enkel als belangrijk gezien in functie van ‘toekomstige gelovigen’ (die toekomst van kerk moeten verzekeren of moeten aantonen dat geloofsoverdracht/-opvoeding ‘geslaagd’ is). • Verklaart dit waarom bv pediatrische pastorale zorg nauwelijks aandacht krijgt? Beeld op spiritualiteit als zinvol voor kind zelf is nog ondergewaardeerd. • Focus die momenteel gelegd wordt is voornamelijk: kinderen moeten nu voorbereid worden, of bezig gehouden, maar niet zozeer: echt ondersteund in wat spiritualiteit voor hen kan betekenen.

  22. Kinderen… die opbrengen

  23. Engeltjes of bengeltjes?Een realistische visie ifv het verkopen…

  24. Engeltjes of bengeltjes?Een realistische visie ifv het verkopen… • Ambiguïteit • Lastig, maar ook begeerd… • Pro life boodschap? • En vooral: interessant als verkooptruc

  25. 3. Kinderen ernstig nemen = hen ten volle laten participeren • A. Visie op participatie en het gevende kind • B. Voorbeelden in samenleving en kerk • C. De omgekeerde wereld? Omgaan met macht • D. Verder dan inclusie en aanpassing • E. Minimumvoorwaarden • F. Basis: visie op kinderen als gelijk en verschillend • G. Kinderen als gelijk en verschillend, ook op vlak van geloofsbeleving • H. Welke houdingen zijn nodig om kinderen ernstig te nemen?

  26. A) Visie op participatie en gevende kind • Participatie: deelname en inspraak • Kinderen zijn meer dan nog-niet-volwassenen, schattige engeltjes die in een aparte kinderwereld moeten leren hoe ze zich later moeten gedragen • Niet louter kijken vanuit ‘deficit’, wat ontbreekt, wat ‘tekort’ is (bv. geloof, kennis, ervaring), maar ook vanuit wat ‘al wel is’ en ‘wat mogelijk is’ • Kinderen moeten beschermd en gesocialiseerd worden, maar hebben ook een eigen ‘stem’/visie/beleving • Kinderen zijn niet louter passief • Beeld van kinderen als actieve subjecten, agents • Kinderen geven ook aan anderen, ook aan volwassenen (cf. beeld van het ‘gevende kind’ – Nagy) • Kinderen hebben een eigen spiritualiteit/theologie – die ook voor volwassenen leerrijk/het bestuderen waard is

  27. B) Voorbeelden in samenleving en kerk • Inspraak van kinderen in gezin, jeugdwerking, gemeente, … • Participatie van kinderen bij taken in gezin, samen gedragen verantwoordelijkheden (opgelet met parentificatie) • Voorbeeld sterzingen, voorbeeld intergenerationele projecten (vormselcatechese/woonzorgcentrum), ook hierbij: in welke mate vragen wij kinderen naar wat ze zelf graag willen, met aandacht voor individuele verschillen?

  28. C) De omgekeerde wereld? Omgaan met macht

  29. Gedeelde macht • Naar een vorm van gedeelde macht, eerder dan macht over (‘power with’ ipv ‘power over’)

  30. D) Verder dan inclusie en aanpassing • Relationaliteit centraal • Niet enkel: aandacht voor inclusie en diversiteit, met aandacht voor kern en brede marge van specifieke ‘doelgroepen’ daarrond (cf. mensen met beperking, kinderen, anderstaligen, …) • Voorbij het aanpassingsdiscours • Voorbij het denken vanuit ‘volwassen’ beleving is de norm – ook binnen de groep ‘volwassenen’ is veel diversiteit (cf. socio-economische status, etniciteit, leeftijd, gender, beperking, aard van geloven, …). Ieder mens is een knooppunt van elementen die mede de identiteit bepalen. Bewustzijn van de bepaaldheid van het perspectief – in dit geval met aandacht voor het kijken door de lens van ‘volwassene vs. kind’ – is belangrijk. • Wél: aandacht voor uitdagingen door iedereen, volwaardige participatie, rekening houdend met de eigenheid van iedereen

  31. E) Minimumvoorwaarden • Kinderen niet schaden! • Gepast optreden tegen seksueel misbruik en andere vormen van kindermisbruik in de kerk • Kinderen minimaal geven wat nodig is op vlak van basisbehoeften (voedsel, onderdak, veilige omgeving, betrokken verzorgers/ouders, …) • Noodzakelijke aandacht van de kerk voor de veiligheid en het welzijn van kinderen!

  32. F) Basis: visie op kinderen als gelijk en verschillend • Kinderen zijn mensen, imago Dei, kind van God, zoals iedereen. Waardigheid, maar ook kwetsbaarheid en ‘bescherm-waardigheid’ • Kinderen hebben competenties, ook op spiritueel vlak (subjecten) zoals iedereen • Maar ook verschillend: omwille van leeftijd, extra kwetsbaar en bescherm-waardig, extra (dialogale) begeleiding nodig op vlak van spiritualiteit. Opgelet voor het gevaar van parentificatie (kinderen in de ouder-rol duwen) • Maar opgelet: ouder/volwassene zijn wil niet automatisch zeggen: dominant zijn, autoritaire macht gebruiken; kind zijn wil niet automatisch zeggen: moeten gehoorzamen en zelf geen eigen visie hebben/mogen uitdrukken • Wel: ouder-kind-relatie of volwassene-kind-relatie: asymmetrisch, meer verantwoordelijkheid/zorg bij ouder/volwassene; meer kwetsbaarheid bij kind • Maar kind is meer dan ‘kwetsbaar’…ook competent! Kwetsbaarheid van kinderen ligt ook juist in het risico dat ze weinig ruimte krijgen om dingen zelf te doen/denken (risico paternalisme)

  33. G) Kinderen als gelijk en verschillend ook op vlak van geloofsbeleving • “Papa, ga jij naar Jezus telefoneren”? • Kinderlijk geloof is doorspekt met fantasie, beelden en reflectie – letterlijke en symbolische elementen. De verhouding waarin deze samen voorkomen verschilt van kind tot kind, van volwassene tot volwassene. • Kinderen kunnen ook al ‘symbolisch denken’ en volwassenen gebruiken ook ‘beeldende taal die vaak lijkt op letterlijk denken’ – vb. post naar God sturen via duif (= relatie), of de traditie van de Geest als duif (= beeld)…

  34. H) Welke houdingen zijn nodig om kinderen ernstig te nemen? • Relationaliteit en betrokkenheid, op concrete kind, in dialoog gaan met kinderen, hun noden/ideeën beluisteren, van bij het begin (cf. omgang met baby: er-zijn als basishouding) • Creëren van ruimte en tijd voor kinderen en hun beleving (bv. aandacht voor spel, fantasie, luisteren naar kinderen; geloof in groei, zonder focus op het nog-niet) • Openheid om te ontvangen van kinderen, om zelf de eigen spiritualiteit te ontdekken, om vaste ideeën in vraag te laten stellen • Verantwoordelijkheid willen opnemen, wetend dat je kinderen niet kan ‘kneden’ en dat niet alles van jou afhangt

  35. Welke houdingen? • Vertrouwen: in kinderen en in jezelf, als begeleider, durven loslaten maar ook veilig nest bieden (“die mij droeg op adelaarsvleugels…”, of het beeld van het mosterdzaadje, …), geen pasklare oplossingen, meer vragen dan antwoorden soms, cf. “Maria bewaarde dit alles in haar hart en dacht erover na” (Lc 2,19) • Gedeelde zorg voor kinderen, niet enkel de verantwoordelijkheid van ouders • Erkenning geven, zien van inspanning, benoemen van positieve

  36. 4. Kinderen ernstig nemen in hun geloofsbeleving Over het waarom • A. Spiritualiteit in het mensbeeld • B. Spiritualiteit helpt kinderen om te gaan met bijzondere ervaringen • C.Mystagogisch naar de kerkgemeenschap toe • D. Vormend voor de spiritualiteit van anderen • E. Kinderen ruimte geven om aan anderen te geven, om voor anderen iets te betekenen Over het hoe: zie toespraak prof. Didier Pollefeyt

  37. A) Spiritualiteit in het mensbeeld • bio-psycho-sociaal én spiritueel wezen, of vanuit een personalistisch mensbeeld • “children’s spirituality is an initially natural capacity for awareness of sacred quality to life experiences. This awareness can be conscious or unconscious, and sometimes fluctuates between both, but in both cases can affect actions, feelings and thoughts. In childhood, spirituality is especially about being attracted towards ‘being in relation’, responding to call to relate to more than ‘just me’ – i.e. to others, to God, to creation or to a deeper inner sense of Self. This encounter with transcendence can happen in specific experience or moments as well as through imaginative or reflective activity (thoughts and meaning making)” Rebecca Nye

  38. B)Spiritualiteit helpt kinderen om te gaan met bijzondere ervaringen • Spiritualiteit in functie van ‘coping’ of ‘flourishing’ van kinderen • Voorbeeld overleden huisdier • cf. Godlyplay ontwikkeld in de ziekenhuiscontext, door Jerome Berryman; ‘God blijft bij je’; omgaan met vragen rond leven en dood, …

  39. C) Mystagogisch naar dekerkgemeenschap toe (Mt 18, 5: “En wie één zo’n kind bij zich ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij”) • Waarmaken wat de kerk als Volk Gods is/wil zijn, gemeenschap waar iedereen welkom is – op die manier mensen laten ervaren wie God is, door zelf gastvrij te zijn • Zorg voor kinderen in de liturgie als eerbewijs aan God • Argument voorbij de ‘instrumentalisering’ van kinderen als ‘spiritueel kapitaal’ voor levendige gemeenschappen

  40. D) Vormend voor de spiritualiteit van anderen > Heel wat ouders worden opnieuw met geloof geconfronteerd door hun eigen kinderen en sommigen verdiepen zich hier ook verder in, kinderen stellen pertinente vragen en beleven wereld vaak op een ‘spirituele’ manier, kernelementen: 4 V’s: Verwondering (geloof, dankbaarheid, aandacht voor mysterie), Vertrouwen (overgave, ‘Ik zal er zijn’) Verontwaardiging Vragen en zoeken (reflectie). • Kinderen leren elke dag, weten dat ze nog niet alles weten, zijn vaak zeer verwonderd, voelen vaak aan dat er meer is dan wat ze kennen/weten/zien, … En zijn daarom open voor spiritualiteit van bij het begin! Maar opgelet: geen essentialisering en romantisering - elk kind is anders

  41. E ) Kinderen ruimte geven om aan anderen te geven, om voor anderen iets te betekenen • Het gevende kind

  42. Dank voor jullie aandacht! Annemie Dillen

More Related