1 / 30

geld

Basis 8. geld. Paragraaf B8.1. Euro’s. Probeer eens op drie verschillende manieren 1 euro te maken met de munten van 1, 2, 5, 10, 20 en 50 cent? Teken het uit in je schrift. 335 cent 3 euro en 35 cent € 3,35. 505 cent 5 euro en 5 cent € 5,05. 120 cent 1 euro en 20 cent € 1,20.

Download Presentation

geld

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Basis 8 geld

  2. Paragraaf B8.1 Euro’s

  3. Probeer eens op drie verschillende manieren 1 euro te maken met de munten van 1, 2, 5, 10, 20 en 50 cent? Teken het uit in je schrift.

  4. 335 cent • 3 euro en 35 cent • € 3,35 • 505 cent • 5 euro en 5 cent • € 5,05 • 120 cent • 1 euro en 20 cent • € 1,20 • 30 cent • € 0,30 • 2000 cent • 20 euro • € 20,00

  5. Soms zeg je het korter • Vijf euro en twintig cent • Vijf euro twintig • Vijf twintig Dit betekent allemaal hetzelfde

  6. Paragraaf B8.2 Optellen en aftrekken

  7. Hoe tel jij dit bij elkaar op?

  8. Je koopt een etui van € 2,75 en een ringmap van € 4,50. Hoeveel is dit bij elkaar? • Manier 1: • € 2,75 = 275 cent€ 4,50 = 450 cent • 275 cent + 450 cent = 725 cent = € 7,25 • Manier 2: • Hele euro's: 2,00 + 4,00 = € 6,00 • Centen: 75 cent + 50 cent = 125 cent = € 1,25 • Totaal: 6,00 + 1,25 = € 7,25

  9. € 5 – € 2,25 = €2,25 €5,00 -----------------

  10. Paragraaf B8.3 CONTANT GELD

  11. Wisselgeld

  12. Wisselgeld

  13. Afronden

  14. Afronden € 23,37 € 43,82 € 56,94 € 62,01 € 9,98 € 43,73 € 223,72 Spelelement

  15. Basis 8 opgaveN

  16. Vraag 1 A. Wat is in totaal 155 cent? B. C. D.

  17. Vraag 2 € Hoeveel ligt hier in totaal?

  18. Vraag 3 Lisanne heeft limonade verkocht voor 20 cent per glas. Er is alleen betaald met munten van 20 cent, zij heeft 35 munten. Deze munten wisselt zij in voor munten van 1 euro. Hoeveel munten van 1 euro krijgt zij dan? munten van 1 euro

  19. Vraag 4 Jan heeft een brood gekocht voor € 2,15 en een pak melk voor € 1,13. Hoeveel euro is dit in totaal? €

  20. Vraag 5 € Hoeveel is € 3,98 en € 14,55 samen?

  21. Vraag 6 Linda neemt ijsjes mee voor haar vrienden. Zij koopt 1 Magnum van € 1,90 en 2 Cornetto's van € 1,75 per stuk. Hoeveel moet Linda betalen? €

  22. Vraag 7 € 9,80 - € 2,35 = € Trek onderstaande bedragen van elkaar af.

  23. Vraag 8 Helen krijgt € 25 euro van haar oma. Zij koopt hiervan haar favoriete boek 'Lover of loser' voor € 8,50. Hoeveel houdt Helen nog over? €

  24. Vraag 9 David koopt op de markt fruit voor € 2,80 met een briefje van € 5. De verkoper geeft het wisselgeld volgens de regels. Wat geeft hij dan als eerste terug? A: een munt van 2 euro B: een munt van 50 cent C: een munt van 20 cent D: een munt van 10 cent

  25. Vraag 10 Mevrouw Meijer koopt een tas voor € 79,15. Zij geeft € 100 en legt nog wat kleingeld bij. Zij krijgt € 21 terug. Hoeveel kleingeld heeft zij bijgelegd? €

  26. Vraag 11 Een pak spaghetti kost € 0,97. Hoe wordt dit bedrag afgerond als je contant betaalt? €

More Related