200 likes | 638 Views
Judith Leyster. De eerste vrouw die meesterschilder werd. Judiths vader was wever, begon een brouwerij later en ging failliet. Voor Judith was dit niet de meest ideale omstandigheid om een schilderscarrière te ambiëren. In 1632 schilderde Judith Leyster haar meesterstuk.
E N D
Judith Leyster De eerste vrouw die meesterschilder werd
Judiths vader was wever, begon een brouwerij later en ging failliet. Voor Judith was dit niet de meest ideale omstandigheid om een schilderscarrière te ambiëren.
In 1632 schilderde Judith Leyster haar meesterstuk Met dit zelfportret bewees ze haar meesterschap en mocht ze lid worden van het Lucasgilde in Haarlem.
Ze schilderde vooral genrestukken, schilderijen over het dagelijkse leven. (1630)
Judith Leyster (1609 – 1660) is de bekendste vrouwelijke schilder uit de Nederlandse Gouden Eeuw. Deze fluitspeler schilderde ze in 1635
Terwijl veel vrouwelijke kunstenaars zich toelegden op precieze, natuurgetrouwe weergave van bloemen en insecten, waagde zij zich aan ambitieuze figuurstukken. Ze ging de concurrentie aan met Frans Hals en koos deels voor vergelijkbare onderwerpen: portretten, maar ook spelende kinderen, dansende muzikanten en een drinkende komediant.
Daarnaast experimenteerde ze met vernieuwende lichteffecten in suggestieve, nachtelijke scènes. Dit schilderij: “Man die een vrouw geld aanbiedt” is van 1631
Net als haar onderwerpkeuze was haar penseelwerk gedurfd: trefzeker en los. Niet voor niets werd ze in 1633 ‘meesterschilder’, voor zover bekend als eerste vrouw in de Westerse wereld. Ze kreeg daarmee het recht een eigen werkplaats te openen en leerlingen aan te nemen.
Hoe ze precies is opgeleid is niet bekend, maar ze oogstte al lof toen ze nog maar achttien jaar oud was. De Haarlemse dichter Samuel Ampzing prees haar in zijn lofdicht op de stad Haarlem uit 1628 als ‘schilderes met goed en kloek verstand’.
Hij suggereert dat ze op dat moment werkte in het atelier van Pieter de Grebber. Misschien heeft ze ook in het atelier van Frans Hals gewerkt.
Haar nonchalante pose en sprekende gezichtsuitdrukking, die de indruk geven dat we Leyster op een vluchtig moment treffen, bouwen voort op de vernieuwingen die Hals in de schilderkunst had geïntroduceerd
Ook haar vrolijke interieurscènes en losse penseelwerk in het algemeen roepen de vergelijking met Hals op. Anders dan Hals, was Leyster daarnaast ook geïnteresseerd in bijzondere lichteffecten – een passie die ze deelde met Rembrandt en de Utrechtse Caravaggisten.
Ondanks Leyster’s talent en ambitie zijn er niet zo veel werken van haar hand bewaard gebleven. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met de relatief korte tijd waarin ze als zelfstandig schilder werkzaam was. “De serenade” uit 1629
In 1636 trouwde Leyster met de Haarlemse kunstschilder Jan Miense Molenaer. Daarna schilderde ze – voor zover bekend – nauwelijks meer. Ze kregen vijf kinderen.
In de boedelinventaris die is opgemaakt na het overlijden van haar man, wordt Judith consequent 'Molenaer' genoemd. Dit doet vermoeden dat ze met haar getrouwde naam signeerde.