80 likes | 366 Views
Reclame. 29/01/14. Planning. Intro Theorie Kennisvragen maken. Reclamedoel. Reclamedoel (kennis-gevoel-gedrag) Pretesting Posttesting. Reclameboodschap. Het effectconcept (gebruik) Het probleemconcept Het associatieconcept (imago of gevoel) Het explicatieconcept (eigenschappen)
E N D
Reclame 29/01/14
Planning • Intro • Theorie • Kennisvragen maken
Reclamedoel • Reclamedoel (kennis-gevoel-gedrag) • Pretesting • Posttesting
Reclameboodschap • Het effectconcept (gebruik) • Het probleemconcept • Het associatieconcept (imago of gevoel) • Het explicatieconcept (eigenschappen) • Het vergelijkingsconcept • Een concept moet: opvallen, boeien, overtuigen herrinerd worden en bij de doelgroep en het product passen.
Advertentieopbouw • Een advertentie kan uit verschillende onderdelen bestaan, te weten: • Eerst is er een kopzin die de aandacht trekt en de lading dekt. • Hierna volgt meestal een tekstblok. Consumenten nemen weinig tijd om reclameboodschappen te lezen. Daar moet bij het reclamemaken rekening mee worden gehouden. Een goed tekstblok heeft als kenmerken: • spreektaal; • korte zinnen in telegramstijl; • persoonlijke gerichtheid; • korte alinea's; • origineel; • actieve vorm in plaats van de lijdende vorm; • humor; • actueel; • geen negatieve woorden, wel positieve woorden. • Daarnaast worden in advertenties vaak opvallende illustraties gebruikt, waarbij het onderschrift hieraan nog iets extra's toevoegt. • Een advertentie sluit vaak af met een zogenoemde pay-off. Dit is een korte kreet of zin waarin de advertentie wordt samengevat. • Ten slotte wordt vaak een bon toegevoegd om de lezer tot actie aan te zetten. Op de bon moet altijd de naam en het adres worden vermeld. Vaak wordt een antwoordnummer gebruikt zodat er voor het opsturen geen postzegel nodig is. Dit verhoogt de respons. • In deze advertentie zijn alle onderdelen goed terug te vinden
Reclamevormen • Actiereclame (kopen) • Themareclame (lange termijn) • Institutionele reclame (positieve houding) • Collectieve reclame (dezelfde tak, verschillende bedrijven) • Cooperationelereclame (dezelfde bedrijfskolom, opeenvolgende fasen) • Combinatiereclame (verschillende bedrijfstakken) • Vergelijkende reclame • Misleidende (sluikreclame) • Point of purchase reclame • Ideële reclame
Reclamedoelgroep en media Bij de keuze van het medium spelen vier zaken een rol: • Het bereik (de hele bevolking) • De dekking (de doelgroep) • Het communicatievermogen • De kosten (reclame rond het journaal)
Regelgeving • Wetgeving (vergelijkende reclame is, als het objectief is, niet verboden. Het is echter wel verboden als er concurrende merknamen worden gekleineerd) • De stichting reclame code