140 likes | 411 Views
Beroepscode voor pedagogen- keurslijf of keuzemenu?. mr. Nicoline Jacobs Nijmegen, 12 december 2012. Nederlandse Vereniging van pedagogen en onderwijskundigen. Opgericht 1962, 6000 leden Doel: belangen behartiging: opleidingen, beroep, economische en maatschappelijke belangen
E N D
Beroepscode voor pedagogen-keurslijf of keuzemenu? mr. Nicoline Jacobs Nijmegen, 12 december 2012
Nederlandse Vereniging van pedagogen en onderwijskundigen Opgericht 1962, 6000 leden Doel: belangenbehartiging: opleidingen, beroep, economische en maatschappelijke belangen forum voor onderling contact deskundigheidsbevordering,beroepsbekwaamheidsregisters samenwerking met derden
Activiteiten • - opstellen en handhaven van een beroepscode • - ledenadvisering (helpdesk voor juridische en beroepsethische vragen) - instellen en in stand houden van beroepsbekwaamheidsregisters - organiseren van bijscholing, congressen en cursussen - uitgeven publicaties en brochures en onderhouden verenigingswebsite (www.nvo.nl) - oprichten en in stand houden van netwerkgroepen (o.a. netwerk Studenten en starters) - in stand houden van een bureau • - overleg met werkgeversverenigingen (cao’s) en opleidingen (curriculum pedagogiek, accreditatie post master opleidingen) • Tarieven o.a.: studenten 25, ‘starter’ 129, vol tarief 216
Beroepscode en tuchtrecht • Een beroepscode is een normenstelsel voor een beroepsgroep – bron? • Kenmerken: • - richtsnoer voor het professionele handelen (wel ‘steun in de rug’) • - toetsteen (geen ‘stok om te slaan’) • - verbindend voor wie lid beroepsvereniging is • - verzameling m.o.m. open normen • - grote rol voor oordelen en verantwoorden vanuit professionele autonomie • - koppeling aan tuchtrecht
Tuchtrecht • Tuchtrecht is toetsing en evt. ‘tuchtiging’ (opleggen disciplinaire maatregelen) door vakgenoten. • College van Toezicht en College van Beroep;waarschuwing, berisping, schorsing, ontzetting (consequenties: uit vereniging, uit registers) • Beroepscode en tuchtrecht: waarborgen kwaliteit beroepsuitoefening. • Operationeel per 01-01-2015: registratieplicht en tuchtrecht
Beroepsethiek • Beroepsethiek ‘beoefenen’ is: benoemen en toepassen van beroepsnormen (professionele moraal) op een gestructureerde en logische wijze. • Professional heeft een persoonlijke moraal, een professionele moraal en een maatschappelijke moraal. • Beroepsbeoefenaar heeft professionele autonomie.
Professionele autonomie • Het gebruiken van de bevoegdheid, gebaseerd op deskundigheid en wijsheid, om als beoefenaar van een professie, tot een eigen oordeel te komen en daar naar te handelen. • Het benutten van de discretionaire ruimte die inherent is aan professioneel handelen. • Vergt oordeelsvermogen en besluitvaardigheid (de vaardigheid om tot een gewogen besluit te komen).
Casus • Op maandagochtend belt BJz het MKD en vertelt dat voor • Amber een machtiging uithuisplaatsing (uhp) door de • kinderrechter is afgegeven. • BJz vertelt dat zij de uhp niet vanuit het ouderlijk huis van • Amber willen doen omdat vader intimiderend en • gewelddadig is tegen hulpverleners. Voor Amber zal het • traumatiserend zijn als zij getuige is van het gedrag van • haar vader jegens BJz medewerkers en politie. • BJz kondigt aan dat zij Amber ‘s middags zullen ophalen • en haar aansluitend in een pleeggezin zullen plaatsen. • De pedagoog belt de helpdesk van de NVO en vraagt of • zij/het MKD verplicht zijn om aan de uhp mee te werken.
Juridische aspecten • Een goede pedagoog onderkent de juridische uitgangspunten • wanneer die in zijn/haar besluitvorming een rol moeten spelen, zoals: • - WGBO (Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst) • - WBP (Wet Bescherming Persoonsgegevens) • - WJz (Wet op de Jeugdzorg) • - BW boek 1(Burgerlijk Wetboek, t.w. personen- en familierecht) • Pijlers individuele hulpverleningsrelatie: • recht op toereikende en begrijpelijke informatie • recht om vooraf toestemming te geven of te weigeren • > informed consent
Beroepsgeheim bewarenof aangifte doen? • Een schoolpedagoog begeleidt al langere tijd een leerling, M. • De pedagoog maakt zich zorgen. M. is heel erg gespannen. Hij • heeft het er steeds over dat hij het niet kan verkroppen dat zijn • vriendin het heeft uitgemaakt en nu met een ander (J.) is. Hij • vertelt dat hij steeds beelden heeft dat hij iets heel ergs doet • met J. In het laatste gesprek vertelde hij dat hij zó aan een • pistool kon komen. • Mag de pedagoog aangifte doen? • Pas maatschappelijke, professionele en persoonlijke morele • waarden toe.
Conclusies • Leden van een beroepsgroep beoefenen op professionele wijze het beroep wanneer zij de normen voor het handelen ‘in hoedanigheid’ herkennen, erkennen en bewaken. • Een beroepscode is daarbij richtsnoer en toetsteen: de voor het beroep en de beoefenaar geldende professionele normen zijn erin vastgelegd; cliënten en de samenleving mogen er op rekenen dat de professional deze normen naleeft en zich voor zijn handelen verantwoordt (a fortiori bij afwijken), zonodig met dwang van tuchtrecht.