170 likes | 286 Views
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING. De bedrijfsvergelijking CiP & ideeën over toezicht op maatschappelijke prestaties Inleiding door Mark Botermans Senior beleidsadviseur Centraal Fonds Volkshuisvesting CFV regiobijeenkomsten voor interne toezichthouders, april 2010. 2010.
E N D
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING De bedrijfsvergelijking CiP & ideeën over toezicht op maatschappelijke prestaties • Inleiding door Mark Botermans • Senior beleidsadviseur Centraal Fonds Volkshuisvesting CFV regiobijeenkomsten voor interne toezichthouders, april 2010 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Doel van de bedrijfsvergelijking CiP • Hulpmiddel bij sturing en verantwoording door de corporatie • Reliëf voor de RvC als intern toezichthouder • Hulpmiddel voor gemeente en huurdersorganisatie als • belangrijke stakeholders • Faciliteren lokale prestatieafspraken • Eén van de bronnen bij visitatie en benchmarking • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Inhoud Corporatie in Perspectief (CiP) • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Voorbeeld 1: ontwikkeling netto bedrijfslasten • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Het verhaal achter deze cijfers • Zorgelijke ontwikkeling… • Ontwikkeling is wel voor groot deel terug te voeren op p- • lasten en uitbreiding formatie, maar duidt de ontwikkeling • daarmee op inefficiëntie? • Jaarrekeningen bieden beperkt informatie over post overige bedrijfslasten • Veel boekhoudkundige vrijheden belemmeren inzicht • Ook veel fouten in opgave corporaties • Hoor- en wederhoor op juistheid cijfers (opschoning voor CiP) • en ontwikkelingen bij corporaties • Voor de toekomst: RvJ richtlijn 645: aangepaste modellen in • Ontwerp richtlijn vanaf 2011 • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Nader onderzoek CFV • CFV: nader onderzoek bij 46 corporaties met relatief hoog • niveau bedrijfslasten en/of sterke stijging in afgelopen jaren • Verklaringen corporaties • 1/3 noemt leefbaarheid als (deels) verklarende factor • Daarnaast kosten extern advies (Vpb) en energielabeling • Incidentele p-lasten (w.o. afkoopsommen) • Eigen huisvestingslasten • Maar niet de lokale lasten OZB en heffingen • 60% van deze corporaties geeft aan te willen bezuinigen op • bedrijfslasten (waarvan slechts enkele ook op leefbaarheid); • ontwikkeling van bedrijfslasten meer prominent op agenda • RvC • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Nader onderzoek via visitaties 2009 • 31 uitgevoerde visitaties, gemiddeld rapportcijfer 7, • op prestatieveld ‘inzet van vermogen’ ook een 7 • efficiëntie weegt voor 10% mee in dat oordeel • vier van deze 31 scoren ook hoog in bedrijfslasten CiP • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Normering prestaties op bedrijfslasten • “De gerealiseerde en beoogde bedrijfslasten per VHE komen overeen met die van de referentiegroep uit de CiP” • Visitatiemethodiek versie 3.0 • Twee vragen: • Is het gemiddelde hier wel een bruikbare norm? • Wat zeggen beoogde bedrijfslasten op basis van • prognoses van een corporatie? • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Voorbeeld 2: realisatie en prognoses in een stadsregio • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Voorbeeld 2: de realisatieindex • 2010
Voorbeeld 3: een corporatie met herstructureringsopgave in SRR CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING • 2010
Voorbeeld 3: een corporatie met herstructureringsopgave in Haaglanden CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Voorbeeld 4: toewijzingen: scores 2005-2008 • 2009
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Conclusies bij gebruik van de CiP • CiP biedt door brede inhoud en vele vergelijkingen handvat • voor vele doelen. • Is door het karakter van de informatie nog geen • benchmark maar vooral nuttig als ‘quick scan’ • Met name input voor benchmarks en visitaties • Kanttekeningen bij bruikbaarheid: • Blijf alert op eenduidigheid van begrippen en fouten • Is het gemiddelde wel een bruikbare norm? • Wat zeggen prognoses van een corporatie? • Samenhang laat zich vaak niet uitdrukken in één cijfer • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING • Contouren toezicht maatschappelijke prestaties • Verankerd in wet- en regelgeving • Normstelling: bij voorkeur regionaal en/of corporatiespecifiek te definiëren • Selectief en proportioneel: • lokale verankering prestaties staat centraal • alleen vanuit publieke belang: de kern daarbij is de bijdrage aan huisvesting doelgroepen • geen beoordeling proces, wel oordeel over resultaat van handelen • meer ‘achievement’ dan ‘performance’ • alleen interventie bij evidente spanning met publiek belang. • Maatschappelijk relevant: onderwerpen sluiten aan op doelstellingen WWI • Transparantie: op basis van beschikbare, openbare en zoveel mogelijk reeds bekende gegevens: de CiP • Groeimodel voor implementatie • 2010
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Mogelijke indicatoren maatschappelijke presteren • Korte termijn: (pilot 2010) • Voorzien in huisvesting voor de doelgroep • Toewijzing aan de doelgroep • Langere termijn (2011 e.v.) • Huisvesting van de doelgroep • generieke 90% EU-norm • financiële passenheid • Kwaliteit • strategisch nieuwbouw en verbeterbeleid, • duurzaamheid • Wonen en vergrijzing • toegankelijkheid bezit • toewijzing aan ouderen • Leefbaarheid/inzet in wijken • productie-intensiteit in 40 wijken, • productie-intensiteit in zwakke wijken • maatschappelijk vastgoed/leefbaarheid in 40 wijken • maatschappelijk vastgoed/leefbaarheid in • zwakke wijken • 2010
Contouren toezicht maatschappelijk prestaties • (vervolg) CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING • Via beoordeling resultaat van inspanningen corporaties op gebied van betaalbaarheid, passendheid, kwaliteit en leefbaarheid • Beoordeling inspanningen afzetten tegen regionale context: dragen deze prestaties voldoende bij aan specifieke positie van de doelgroep en gewenste ontwikkelingsrichting op • regionaal / niveau? • Sluit aan bij ordening, laat binnen grenzen de lokale verantwoordelijkheid in tact. • Geen gedetailleerde normen voor prestaties , maar ontwikkelingsrichtingen voor de doelgroep in de regio. • Toezicht richt zich alleen op evidente spanning met wat nodig is: interventies alleen waar presteren onvoldoende in maatschappelijk gewenste richting gaat. • Van eerste diagnose via situationeel onderzoek met hoor en wederhoor naar een definitief oordeel. • Samenhang met een oordeel over externe verantwoording. • 2010