140 likes | 248 Views
DISPLAYS. Wat wordt overgedragen? Inhoud (domein informatie) Functie (prominentie, etc.) Feedforward vs. Feedback Hoe wordt iets overgedragen? modaliteit (geluid, beeld, geur, etc.) organisatie (structuur van informatie) vorm (figuur, tabel, continu, discreet, etc.). Factoren.
E N D
DISPLAYS • Wat wordt overgedragen? • Inhoud (domein informatie) • Functie (prominentie, etc.) • Feedforward vs. Feedback • Hoe wordt iets overgedragen? • modaliteit (geluid, beeld, geur, etc.) • organisatie (structuur van informatie) • vorm (figuur, tabel, continu, discreet, etc.)
Factoren • Eigenschappen van de boodschap • inhoud en functie • mate van onderscheidbaarheid (relevantie, urgentie) • Communicatieve situatie • bijv. achtergrondgeluid of verlichting • Gebruikerseigenschappen • perceptief, cognitief, motorisch • Taak • bijv. frequent, sporadisch
Dertien principes van ontwerp • Perceptief • P1. Vermijd absolute oordelen • P2. Top-down processing • P3. Redundantie (alternatieve fysieke vormen) • P4. Onderscheidbaarheid • Mentale modellen • P5. Realistische beelden • P6. Principe van bewegende delen • P7. Ecologisch
Meer principes • Aandacht (selectief, focussering, verdeeld) • P8. Minimaliseer ‘toegangsmoeite’ • P9. Nabijheid in de taak • P10. Meerdere bronnen (multimodaliteit) • Geheugen • P11. Voorspellende hulp • P12. Plaats kennis in de wereld • P13. Consistentie
Display groepering • primary visual area (PVA) • frequentie van gebruik • consistentie • fase in de taak • display vlakbij bijbehorende controle • vermijd clutter • taakgerelateerdheid
Navigatie displays en kaarten • Hoe van waar naar waar? • Planning • Waar ben ik? • Situationeel bewustzijn van andere objecten • Denk aan: • leesbaarheid • clutter • positie representatie • oriëntatie • schaal
DISPLAYS • statisch: aanwijzingsborden, pictogrammen waarschuwingstekens, reukstoffen, plaveiseltextuur, wegmarkeringen, foto’s • dynamisch: TV-scherm, radio, digitale klok, analoge klok, film, computerscherm, muziekinstrument, wijzerinstrumenten belangrijke variabele is de tijdconstante van de displaytypen, vereist voor de indruk van vloeiende beweging
DISPLAYS Dynamische displays Alle displays die zelf veranderen in de tijd: Waarschuwingslampjes, auditieve signalen (aan/uit) Knippersignalen (richtingaanwijzer, zwaailichten) Klokken en meters Sequentie van stationaire beelden (diashow) (semi-) vloeiende beweging (TV, film)
Visuele DISPLAYS • passief: zenden geen licht uit, maar werken door lichtreflectie of -transmissie: naamborden, LCD displays, foto’s • actief: electroluminescentie (beeldelementen produceren zelf licht); beeldbuizen - CRT’s, fluorescentie- en plasmadisplays, LED displays, lasers
Visuele DISPLAYS • Visuele displays bestaan uit een beeldvormend element en een verlichtingsbron • Bij een actieve display vallen die samen, bij een passieve display zijn ze verschillend Beeldvormend element STOP lichtbron passief actief
Visuele DISPLAYS • Een visuele display die in het donker niet te zien is, is zeker passief • Reflectie displays: opvallend licht uit de omgeving (zon, verlichting) wordt in verschillende mate weerkaatst door achtergrond en tekst of figuur. b.v. tekst op papier, opdruk, tekening, LCD-scherm, wegmarkering, verkeersborden
Visuele DISPLAYS • Transmissie displays: een lichtbron straalt een gedeeltelijk transparant oppervlak aan dat wordt verlicht, of via een lenzenstelsel geprojecteerd en weer via reflectie zichtbaar wordt. b.v. LCD kleurenscherm met backlighting, verlichte meters, bordjes nooduitgang; Film, dia’s, beamers met LCD of DLP techniek, overhead sheets.
Texas Instruments Digital Micromirror Device™ DMD SXGA 1280x1024 pixels met 1.310.720 spiegeltjes