E N D
1. 1 BouwfysicaVerlichting
hoofdstuk 4 “Bouwfysica”
2. Onderwerpen Begrippen
Kunstlicht
3. 3 Doel verlichtingsplan
Bepalen warmteontwikkeling door verlichting.
Hieruit volgt de bijdrage van verlichting aan het benodigd koelvermogen EPU.
4. 4 Begrippen Lichtsterkte [I] in candela
lichtstroom per eenheid van ruimtehoek
5. 5 Begrippen Verlichtingsterkte [E] in lux
lichtstroom per oppervlakte eenheid
6. 6 Kleurtemperatuur De kleurtemperatuur van een lichtbron wordt gedefinieerd in vergelijking met een "zwart stralingslichaam" en uitgezet op de "kromme van Plank".
Hoe hoger de temperatuur van het zwarte stralingslichaam, hoe groter de blauwe component in het spectrum en hoe kleiner de rode component.
7. 7 Kleurtemperatuur
gloeilamp met warm wit licht: kleurtemperatuur: 2.700 K;
daglicht-fluorescentielamp een kleurtemperatuur: 6.000 K.
8. 8
9. 9
10. 10 Begrippen Lichtsterkte [I] in candela
lichtstroom per eenheid van ruimtehoek
Lichtstroom [?] in lumen
lichthoeveelheid per tijdseenheid [cd·sr]
Verlichtingsterkte [E] in lux:
lichtstroom per oppervlakeenheid (lm/m2)
11. 11 Formules Verlichtingsterkte [E] in lux
E = ? / A [lumen/m2] ofwel [lux]
E = I / R2 [lux]
E Verlichtingssterkte [lux]
? ‘Lichtstroom’ [lumen]
I lichtsterkte van de bron [candela]
12. 12 Lichtsterkten(tabel 4.3)
13. 13 Kunstverlichting(tabel 4.4)
Type lamp lichtopbrengst levensduur
Gloeilamp 6-19 lm/W 1.000-3.500 u
halogeen 12 - 25 lm/W 2.000-3.500 u
TL balken 25-80 lm/W 6.000-10.000u
hd natriumlamp 50-86 lm/W 6.000 u
ld natriumlamp 72-173 lm/W 12.000 u
14. 14 Armaturen lagere lichtopbrengst door lichtabsorptie reflector
verveelvoudiging verlichtingsterkte door lichtbundeling
oude reflectoren => lagere lichtopbrengst
15. 15
16. 16
17. 17
18. 18 Kunstverlichting Resultaat kunstverlichting bepaald door
geometrie ruimte
kleur plafond, wanden, vloer (reflectie)
vermogen, type en aantal lampen
soort armaturen
plaatsing armaturen
poetsregime (vervuilingsgraad)
19. 19 Verlichting in EPC Type lampen:
gloeilampen
TL-buizen
halogeen
Armaturen
Geïnstalleerd vermogen
Schakeling verlichting
evt. oppervlak daglichtsector
20. 20 Schakeling verlichting
21. 21 Richtwaarden geïnstalleerd vermogen W/m2
22. 22 Rekenvoorbeeld leslokaal
23. 23
24. 24 Rekenvoorbeeld leslokaal Gegeven: 1 leslokaal, 6 x 7 m²,
met 8 TL balken; elk 65 W en 60 lm/W. 60% van het licht raakt de vloer
gevraagd; gemiddelde verlichtingssterkte op de vloer
antwoord;
totale lichtstroom 8 x 65 x 60 = 31.200 lm
tpv de vloer 0,6 x 31.200 = 18.720 lm
verlichtingssterkte 18.720/(6x7)=446 Lux
25. 25 Rekenvoorbeeld kantoor Eis: verlichtingssterkte > 400 lux;
TL-buis: systeemrendement: 75 lm/W;
Afhankelijk van armatuurrendement en vormindex (bij benadering: 1 of 3): verlichtingsrendement;
26. 26 Rekenvoorbeeld kantoor
Verlichtingsrendement =
geïnstalleerd vermogen in lm/m2 =
geïnstalleerd vermogen in W/m2 =
27. 27 Rekenvoorbeeld kantoorvertrek TL: 75 lm/W
400/0,51= 785 lm/m2
785/75= 10,5 W/m2