210 likes | 449 Views
Mijnheer Zout is zeeman. Hij vaart over de zeven zeeën. Mevrouw Zout vaart mee over de zeven zeeën en hun dochter Saartje ook. Maar Sammie. . . . ., Sammie niet. Dit is nog te klein. Hij blijft met zijn opa aan de wal. Zeeman Zout maakt de hutten schoon, en schrobt het dek.
E N D
Mijnheer Zout is zeeman. Hij vaart over de zeven zeeën. Mevrouw Zout vaart mee over de zeven zeeën en hun dochter Saartje ook. Maar Sammie. . . . ., Sammie niet. Dit is nog te klein. Hij blijft met zijn opa aan de wal.
Zeeman Zout maakt de hutten schoon, en schrobt het dek. Mevrouw Zout en Saartje verven de schoorsteenpijp. .
En Sammie? Sammie is een beetje boos. Hij wil ook mee op reis.
De volgende dag is de Wiebel klaar. Klaar om uit te varen. Zeeman Zout en zijn vrouw halen het anker omhoog. Opa Zout staat aan de wal. Maar . . . Waar is Sammie Zout?
De Wiebel vaart de haven uit. Saartje werpt opa nog een handkus toe.Opa zwaait. Maar . . . . Waar is Sammie Zout?
De Wiebel vaart langs een vuurtoren. Saartje maakt het eten klaar. Maar daar komt ineens een kleine hand tevoorschijn. De kleine hand pakt wat van tafel. Hé, zegt zeeman Zout. Wie heeft mijn vis opgegeten?
Zeeman Zout heeft thee gezet. Maar weer pakt een kleine hand wat van de tafel . . Hé, zegt mevrouw Zout.Wie heeft mijn ei opgegeten? .
De Wiebel komt een walvis tegen. Mevrouw Zout zet wat lekkers neer. En weer pakt een kleine hand wat van de tafel.Hé, zegt Saartje Zout. Wie heeft mijn chocolademelk opgedronken?
Het is nacht. Saartje slaapt. Maar dan gebeuren er vreemde dingen. Saartje wordt wakker.Mijn neus kriebelt zo, roept ze. Doe niet zo gek Saartje, lacht zeeman Zout. Dan gaat zeeman Zout naar bed, Hij wordt ook wakker. Mijn neus kriebelt zo, bromt hij.
De volgende morgen gebeuren er nog meer vreemde dingen. Wat is dat?Kleine voeten hebben over het dek gelopen. Kleine tanden hebben in een appel gebeten.Zeeman Zout zit te vissen. Maar wat haalt hij omhoog met zijn hengel? Een kleine laars.
Die middag gebeuren er vreselijke dingen. Het gaat stormen. De regen klettert op het dek en de wind loeit. De Wiebel wordt door de hoge golven heen en weer geslingerd. En . . . . . zeeman Zout valt overboord. Man overboord, roept zeeman Zout.
Saartje wil haar redden. Maar de Wiebel slingert heen en neer. En . . . . . Ook Saartje valt overboord. Meisje overboord, roept Saartje. Mevrouw Zout wil hem redden. Maar de Wiebel gaat op en neer. En . . . . . Ze valt overboord. Vrouw overboord, gilt mevrouw Zout.
En dan . . . Gebeuren er wonderlijke dingen. Er komt iemand aan dek. Hij gooit een touw naar zeeman Zout. Heel slim, roept zeeman Zout. En iemand gooit een reddingsboei naar mevrouw Zout. Net wat ik nodig heb, bibbert mevrouw Zout. Er wordt een zwemband naar Saartje gegooid. Die zegt niks. Zo worden ze allemaal gered.
Wat krijgen we nou, lacht mevrouw Zout. Kijk eens wie daar is!Het is Sammie, roept Saartje. Hij heeft ons gered. Sammie maakt warme thee.Hij wikkelt ze in dekens.En hij stuurt de Wiebel.Zo, bromt zeeman Zout, nu weet ik wie aan mijn neus kriebelde.En ik weet wie mijn chocolademelk heeft opgedronken, zegt Saartje.En ik weet, lacht mevrouw Zout, wie mijn ei heeft opgegeten.
Gelukkig, nu gebeuren er alleen maar leuke dingen. De storm is voorbij.De Wiebel komt aan bij het kokosnooteiland.
De familie Zout gaat lekker eten op het strand. En pootje baden in de zee.Sammie en Saartje spelen verstoppertje tussen de bomen.
Tot het bed-tijd is. Vader, moeder en kinderen slapen buiten onder de sterrenhemel. Maar dan . . . midden in de nacht gebeurt er nog één keer iets vreemds. Sammie Zout wordt wakker. Hé, zet hij, Wat kriebelt mijn neus toch.